gepubliceerd op 05 december 2019
Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 8 augustus 2019, gesloten in het Paritair Subcomité voor de vezelcement, betreffende het stelsel van werkloosheid met bedrijfstoeslag vanaf 59 jaar na 40 jaar loopbaan voor de periode 1 januari 2021 tot 30 juni 2021 (1)
11 NOVEMBER 2019. - Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 8 augustus 2019, gesloten in het Paritair Subcomité voor de vezelcement, betreffende het stelsel van werkloosheid met bedrijfstoeslag (SWT) vanaf 59 jaar na 40 jaar loopbaan voor de periode 1 januari 2021 tot 30 juni 2021 (1)
FILIP, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.
Gelet op de wet van 5 december 1968Relevante gevonden documenten type wet prom. 05/12/1968 pub. 22/05/2009 numac 2009000346 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités, inzonderheid op artikel 28;
Gelet op het verzoek van het Paritair Subcomité voor de vezelcement;
Op de voordracht van de Minister van Werk, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :
Artikel 1.Algemeen verbindend wordt verklaard de als bijlage overgenomen collectieve arbeidsovereenkomst van 8 augustus 2019, gesloten in het Paritair Subcomité voor de vezelcement, betreffende het stelsel van werkloosheid met bedrijfstoeslag (SWT) vanaf 59 jaar na 40 jaar loopbaan voor de periode 1 januari 2021 tot 30 juni 2021.
Art. 2.De minister bevoegd voor Werk is belast met de uitvoering van dit besluit.
Gegeven te Brussel, 11 november 2019.
FILIP Van Koningswege : De Minister van Werk, N. MUYLLE _______ Nota (1) Verwijzing naar het Belgisch Staatsblad : Wet van 5 december 1968Relevante gevonden documenten type wet prom. 05/12/1968 pub. 22/05/2009 numac 2009000346 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten, Belgisch Staatsblad van 15 januari 1969. Bijlage Paritair Subcomité voor de vezelcement Collectieve arbeidsovereenkomst van 8 augustus 2019 Stelsel van werkloosheid met bedrijfstoeslag (SWT) vanaf 59 jaar na 40 jaar loopbaan voor de periode 1 januari 2021 tot 30 juni 2021 (Overeenkomst geregistreerd op 30 augustus 2019 onder het nummer 153495/CO/106.03) HOOFDSTUK I. - Toepassingsgebied
Artikel 1.Deze collectieve arbeidsovereenkomst is van toepassing op de werkgevers en de werknemers van de ondernemingen die ressorteren onder het Paritair Subcomité voor de vezelcement (PSC 106.03).
Onder "werknemers"" wordt verstaan : arbeiders en arbeidsters. HOOFDSTUK II. - Algemene bepalingen
Art. 2.In de periode van 1 januari 2021 tot en met 30 juni 2021 wordt in uitvoering van de collectieve arbeidsovereenkomsten nr. 141 en nr. 142 van 23 april 2019 van de Nationale Arbeidsraad de SWT-regeling uitgebreid tot de werknemers van 59 jaar en ouder die worden ontslagen om elke andere dan dringende reden, indien zij voldoen aan de voorwaarde van een beroepsloopbaan van 40 jaar als loontrekkende waarvan 10 jaar in de sector vezelcement.
Art. 3.De leeftijdsvoorwaarde van 59 jaar dient vervuld te zijn in de periode tussen 1 januari 2021 en 30 juni 2021, en bovendien op het ogenblik dat de arbeidsovereenkomst een einde neemt.
Art. 4.De werknemer verbindt er zich toe de werkgever in kennis te brengen van iedere wijziging die nuttig is om de eventuele inhoudingen en heffingen correct toe te passen.
Zo zal onder andere de werknemer verwittigen wanneer : - zijn gezinslast wijzigt; - hij als uitkeringsgerechtigde werkloze het werk hervat bij een nieuwe werkgever of als zelfstandige in hoofdberoep; - hij als werknemer of als zelfstandige in hoofdberoep stopt en uitkeringsgerechtigde werkloze wordt.
Art. 5.Met toepassing van de artikelen 4bis, 4ter en 4quater van collectieve arbeidsovereenkomst nr. 17, zoals gewijzigd door collectieve arbeidsovereenkomst nr. 17tricies van 19 december 2006, wordt het recht op de aanvullende vergoeding toegekend aan de werknemers die ontslagen werden in het kader van deze collectieve arbeidsovereenkomst behouden ten laste van de vorige werkgever, wanneer deze werknemers het werk als loontrekkende hervatten bij een andere werkgever dan die welke hen ontslagen heeft en die niet behoort tot dezelfde technische bedrijfseenheid als de werkgever die hen ontslagen heeft.
Het recht op de aanvullende vergoeding toegekend aan de werknemers die ontslagen zijn in het kader van deze collectieve arbeidsovereenkomst wordt eveneens behouden ten laste van de vorige werkgever in geval van uitoefening van een zelfstandige hoofdactiviteit, op voorwaarde dat deze activiteit niet uitgeoefend wordt voor rekening van de werkgever die hen ontslagen heeft of voor rekening van een werkgever die behoort tot dezelfde technische bedrijfseenheid als de werkgever die hen ontslagen heeft.
De werknemers beoogd in dit artikel behouden het recht op de aanvullende vergoeding zodra een einde werd gemaakt aan hun tewerkstelling in het kader van een arbeidsovereenkomst of aan de uitoefening van een zelfstandige hoofdactiviteit. Zij leveren in dit geval aan hun vorige werkgever (in de zin van de eerste paragraaf van dit artikel) het bewijs van hun recht op werkloosheidsuitkeringen.
In het geval beoogd in de vorige paragraaf mogen werknemers geen twee of meer aanvullende stelsels cumuleren. Wanneer zij zich in de omstandigheden bevinden om verscheidene aanvullende stelsels te genieten, behouden zij het recht op het stelsel dat toegekend werd door de werkgever die hen ontslagen heeft (in de zin van de eerste paragraaf van dit artikel).
Art. 6.De werkgever verbindt er zich toe aan de werknemer bovenvermelde vergoedingen te betalen tot de pensioengerechtigde leeftijd, ongeacht de werknemer het werk hervat of niet.
Art. 7.Voor het bepalen van het netto referteloon wordt de RSZ berekend op 100 pct. in plaats van 108 pct. van het brutoloon van de werknemer.
Art. 8.Het netto referteloon wordt berekend op basis van de voltijdse arbeidsprestaties die de werknemer uitoefende vóór de aanvang van eventuele deeltijdse prestaties in het kader van het tijdskrediet. HOOFDSTUK III. - Financiering
Art. 9.Alle SWT-ers vanaf 59 jaar zullen gefinancierd worden volgens de bepalingen van artikel 4 van de collectieve arbeidsovereenkomst van 31 januari 1985 betreffende de bevordering van de werkgelegenheid.
De volledige financiering van de kosten, voortvloeiend uit elke SWT-regeling, zowel deze ingevoerd in het raam van de bevordering van de tewerkstelling als andere, valt integraal ten laste van de respectievelijke ondernemingen. HOOFDSTUK IV. - Geldigheidsduur
Art. 10.Deze collectieve arbeidsovereenkomst treedt in werking op 1 januari 2021 en treedt buiten werking op 31 december 2022.
Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 11 november 2019.
De Minister van Werk, N. MUYLLE