Etaamb.openjustice.be
Koninklijk Besluit van 16 oktober 2002
gepubliceerd op 08 november 2002

Koninklijk besluit houdende de toekenning van een toelage aan de militaire luchtverkeersleiders

bron
ministerie van landsverdediging
numac
2002007276
pub.
08/11/2002
prom.
16/10/2002
ELI
eli/besluit/2002/10/16/2002007276/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
links
Raad van State (chrono)
Document Qrcode

16 OKTOBER 2002. - Koninklijk besluit houdende de toekenning van een toelage aan de militaire luchtverkeersleiders


ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op de wet van 1 maart 1958 betreffende het statuut van de beroepsofficieren en de reserveofficieren van de krijgsmacht, inzonderheid op artikel 12;

Gelet op de wet van 27 december 1961 betreffende het statuut van de onderofficieren van het actief kader van de krijgsmacht, inzonderheid op artikel 15;

Gelet op de wet van 20 mei 1994 betreffende de geldelijke rechten van de militaire, inzonderheid op artikel 11, § 2, gewijzigd bij de wet van 22 maart 2001, en § 3, en op artikel 12;

Gelet op het koninklijk besluit van 7 april 1959 betreffende de stand en de bevordering van de beroepsofficieren van de land-, de lucht- en de zeemacht en van de medische dienst, inzonderheid op artikel 67, § 2, vervangen bij het koninklijk besluit van 7 januari 1964;

Gelet op het protocol nr. N120.641 van het Onderhandelingscomité van het militair personeel van de krijgsmacht, afgesloten op 14 juli 2001;

Gelet op het advies nr. D.I. 322.0/83 van de Inspecteur van Financiën, gegeven op 11 juli 2001;

Gelet op de akkoordbevinding van Onze Minister van Begroting van 28 november 2001;

Gelet op de akkoordbevinding van Onze Minister van Ambtenarenzaken van 1 oktober 2001;

Gelet op het advies nr. 33.179/4 van de Raad van State, gegeven op 24 juni 2002;

Op de voordracht van Onze Minister van Landsverdediging, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :

Artikel 1.Dit besluit is enkel van toepassing op de militaire luchtverkeersleiders.

Zowel de militaire luchtgevechtsleiders als de assistenten en de hulpassistenten van de militaire luchtverkeersleiders worden van zijn toepassingsgebied uitgesloten.

Art. 2.§ 1. Aan de militaire luchtverkeersleider wordt een jaarlijkse toelage toegekend, waarvan het bedrag is vastgesteld op 2.700 EUR, en dit voorzover hij beantwoordt aan volgende voorwaarden : 1° tijdens de in artikel 3 vastgelegde periode in werkelijke dienst zijn geweest, zonder geschorst geweest te zijn bij ordemaatregel;2° tijdens de in artikel 3 vastgelegde periode het in het organiek kader opgenomen ambt van militaire luchtverkeersleider hebben uitgeoefend en er gemiddeld 80 % van zijn werktijd hebben aan besteed;3° een aanvraag tot het verkrijgen van deze toelage via hiërarchische weg hebben ingediend uiterlijk op 31 januari van het uitbetalingsjaar. § 2. De Minister van Landsverdediging bepaalt in een reglement de voorwaarden tot de aanwijzing in het ambt van militaire luchtverkeersleider. § 3. Het bedrag van de in § 1 bedoelde toelage wordt gekoppeld aan de mobiliteitsregeling toepasselijk op de wedden van het personeel der ministeries. Zij wordt gekoppeld aan het spilindexcijfer 138,01. § 4. De lijst van de militairen die aan de voorwaarden bedoeld in § 1 beantwoorden, evenals de bijwerkingen van deze lijst, worden jaarlijks opgesteld door de overheid die de Minister van Landsverdediging hiertoe aanwijst.

De lijst en de bijwerkingen bedoeld in het eerste lid, moeten voorzien worden van een visum van de Inspecteur van Financiën, geaccrediteerd bij het departement van Landsverdediging.

Art. 3.De in artikel 2, § 1, bedoelde militair verkrijgt de in artikel 2, § 1, bedoelde toelage uiterlijk op de laatste werkdag van de maand maart van het jaar, volgend op dat waarin hij van 1 januari tot en met 31 december aan de in artikel 2, § 1, 1° tot 3°, gestelde voorwaarden heeft voldaan.

Art. 4.§ 1. De in artikel 2, § 1, bedoelde toelage is niet verschuldigd, indien de in artikel 3 vastgestelde periode onderbroken werd wegens : 1° een periode van non-activiteit, uitgezonderd een tijdelijke ambtsontheffing om gezondheidsredenen en een tijdelijke ambtsontheffing bij tuchtmaatregel;2° een pensioen op aanvraag;3° een ontslag op aanvraag;4° een indisponibiliteitstelling. § 2. Het bedrag van de in artikel 2, § 1, bedoelde toelage wordt verminderd naar rata van het aantal twaalfden overeenstemmend met het geheel aantal veelvouden van dertig dagen, indien de betrokken militair tijdens de in artikel 3 vastgestelde periode, slechts tijdelijk voldeed aan de in artikel 2, § 1, 1° tot 2°, gestelde voorwaarden of indien hij het genot gehad heeft van : 1° een vrijwillige arbeidsregeling van de vierdagenweek;2° een regeling van halftijdse vervroegde uitstap;3° een pensionering van ambtswege;4° een eindeloopbaanverlof;5° een ouderschapsverlof;6° een mutatie naar een andere functie;7° een tijdelijke ambtsontheffing bij tuchtmaatregel;8° een tijdelijke ambtsontheffing om gezondheidsredenen, behalve indien deze voortvloeit uit een schadelijk feit, gebeurt in dienst en door de dienst;9° een som van afwezigheden om gezondheidsredenen met een totale duur, groter of gelijk aan dertig kalenderdagen binnen de in overweging genomen periode, behalve indien het een afwezigheid om gezondheidsredenen betreft tengevolge van een schadelijk feit, gebeurd in dienst en door de dienst.

Art. 5.De afwezigheid of tijdelijke ambtsontheffing om gezondheidsredenen, de verloven, de vergunningen, de dienstontheffingen en de cursussen hebben geen enkele invloed op de vaststelling van het percentage van de werktijd, bepaald in artikel 2, § 1, 2°.

Art. 6.In afwijking van artikel 2, § 1, 3°, moet de in artikel 2, § 1, bedoelde militair, die van 1 januari tot en met 31 december 2001 aan de in artikel 2, § 1, 1° tot 2°, gestelde voorwaarden heeft voldaan, zijn aanvraag tot het verkrijgen van de in artikel 2, § 1, bedoelde toelage via hiërarchische weg indienen uiterlijk op de laatste werkdag van de eerste maand na die waarin dit besluit is bekendgemaakt in het Belgisch Staatsblad .

Art. 7.In afwijking van artikel 3 verkrijgt de in artikel 2, § 1, bedoelde militair, die van 1 januari tot en met 31 december 2001 aan de in artikel 2, § 1, 1° tot 3°, gestelde voorwaarden heeft voldaan, de in artikel 2, § 1, bedoelde toelage uiterlijk op de laatste werkdag van de derde maand na die waarin dit besluit is bekendgemaakt in het Belgisch Staatsblad .

Art. 8.Dit besluit heeft uitwerking met ingang van 1 januari 2002.

Art. 9.Onze Minister van Landsverdediging is belast met de uitvoering van dit besluit.

Gegeven te Brussel, 16 oktober 2002.

ALBERT Van Koningswege : De Minister van Begroting, J. VANDE LANOTTE De Minister van Landsverdediging, A. FLAHAUT

^