16 OKTOBER 1997. Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 9 september 1993 tot toekenning van een forfaitaire vergoeding wegens verblijfskosten aan zekere personeelsleden van het Fonds voor Arbeidsongevallen

ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op de wet van 16 maart l954 betreffende de controle op sommige instellingen van openbaar nut, inzonderheid op artikel 11, § 1, vervangen door de wet van 22 juli l993;

Gelet op het koninklijk besluit van 24 december 1964 tot vaststelling van de vergoedingen wegens verblijfskosten toegekend aan de leden van het personeel der ministeries, inzonderheid op de artikelen 5, 2e lid, en 10, gewijzigd bij de wet van 22 juli l993;

Gelet op het koninklijk besluit van 26 maart 1965 houdende de algemene regeling van de vergoedingen en toelagen van alle aard toegekend aan het personeel der ministeries, gewijzigd bij de koninklijke besluiten van 6 februari 1967 en 2 maart 1989;

Gelet op het advies van het Beheerscomite van het Fonds voor Arbeidsongevallen;

Gelet op het akkoord van Onze Minister van Begroting, gegeven op 4 december 1996;

Gelet op het akkoord van Onze Minister van Ambtenarenzaken, gegeven op 4 december 1996;

Gelet op het protocol van 8 juli 1997 waarin de conclusies van de onderhandeling gevoerd binnen het Sectorcomité XII, worden vermeld;

Gelet op de Wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973, inzonderheid op artikel 3, § 1, vervangen bij de wet van 4 juli 1989;

Gelet op de dringende noodzakelijkheid, gemotiveerd door de overweging dat het voor een uitbetaling van de vergoeding noodzakelijk is zonder verwijl de graden in overeenstemming te brengen met deze opgericht ingevolge de vereenvoudiging van de loopbaan van sommige ambtenaren die behoren tot de niveaus 1 en 2+;

Op de voordracht van Onze Minister van Sociale Zaken, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :

Artikel 1.In het artikel 2 van het koninklijk besluit van 9 september 1993 tot toekenning van een forfaitaire vergoeding wegens verblijfskosten aan zekere personeelsleden van het Fonds voor Arbeidsongevallen, wordt de graad van "hoofdinspecteur-directeur" vervangen door "sociaal inspecteur-directeur" en wordt "10 tot 14" vervangen door "10 en 13".

Art. 2.In het artikel 3 van hetzelfde besluit worden de woorden "eerstaanwezend inspecteurs-hoofd van dienst, de eerstaanwezend inspecteurs en de inspecteurs" vervangen door "sociaal-inspecteurs" en wordt "10 tot 14" vervangen door "10 en 13".

Art. 3.In hetzelfde besluit, wordt een artikel 3bis ingevoegd, luidend als volgt : «

Art. 3bis.Voor de geneesheren van de inspectiedienst is de in artikel 1 bedoelde forfaitaire vergoeding gelijk aan deze voorzien in het artikel 3 ».

Art. 4.Artikel 4 van hetzelfde besluit wordt vervangen door de volgende bepaling : «

Art. 4.Voor de sociaal-controleurs van de inspectiedienst is de in artikel 1 bedoelde forfaitaire vergoeding gelijk aan 16 maal het bedrag dat, in toepassing van de artikelen 2 en 3 van voormeld koninklijk besluit van 24 december 1964, zoals gewijzigd door het koninklijk besluit van 17 maart 1995, aan de titularissen van de graden ingedeeld in de rangen 26 en 28 wordt toegekend voor verplaatsingen van 8 uur en meer ».

Art. 5.In hetzelfde besluit, wordt een artikel 4bis ingevoegd luidend als volgt : «

Art. 4bis.Voor de maatschappelijke assistenten van de inspectiedienst is de in artikel 1 bedoelde forfaitaire vergoeding gelijk aan deze voorzien in artikel 4 ».

Art. 6.Dit besluit treedt in werking op dezelfde dag als het koninklijk besluit van 7 juli 1997 tot vaststelling van de personeelsformatie van het Fonds voor Arbeidsongevallen, met uitzondering van de artikelen 4 en 5 die uitwerking hebben op 1 juli 1993.

Art. 7.Onze Minister van Sociale Zaken is belast met de uitvoering van dit besluit.

Gegeven te Brussel, 16 oktober 1997.

ALBERT Van Koningswege : De Minister van Sociale Zaken, Mevr. M. DE GALAN