gepubliceerd op 16 december 2015
Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 20 januari 2015, gesloten in het Paritair Comité voor de bedienden uit de scheikundige nijverheid, tot vaststelling van sommige arbeidsvoorwaarden voor bedienden van de kunststofverwerkende nijverheid van de provincie West-Vlaanderen
16 NOVEMBER 2015. - Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 20 januari 2015, gesloten in het Paritair Comité voor de bedienden uit de scheikundige nijverheid, tot vaststelling van sommige arbeidsvoorwaarden voor bedienden van de kunststofverwerkende nijverheid van de provincie West-Vlaanderen (1)
FILIP, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.
Gelet op de wet van 5 december 1968Relevante gevonden documenten type wet prom. 05/12/1968 pub. 22/05/2009 numac 2009000346 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités, inzonderheid op artikel 28;
Gelet op het verzoek van het Paritair Comité voor de bedienden uit de scheikundige nijverheid;
Op de voordracht van de Minister van Werk, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :
Artikel 1.Algemeen verbindend wordt verklaard de als bijlage overgenomen collectieve arbeidsovereenkomst van 20 januari 2015, gesloten in het Paritair Comité voor de bedienden uit de scheikundige nijverheid, tot vaststelling van sommige arbeidsvoorwaarden voor bedienden van de kunststofverwerkende nijverheid van de provincie West-Vlaanderen.
Art. 2.De minister bevoegd voor Werk is belast met de uitvoering van dit besluit.
Gegeven te Brussel, 16 november 2015.
FILIP Van Koningswege : De Minister van Werk, K. PEETERS _______ Nota (1) Verwijzing naar het Belgisch Staatsblad : Wet van 5 december 1968Relevante gevonden documenten type wet prom. 05/12/1968 pub. 22/05/2009 numac 2009000346 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten, Belgisch Staatsblad van 15 januari 1969. Bijlage Paritair Comité voor de bedienden uit de scheikundige nijverheid Collectieve arbeidsovereenkomst van 20 januari 2015 Vaststelling van sommige arbeidsvoorwaarden voor bedienden van de kunststofverwerkende nijverheid van de provincie West-Vlaanderen (Overeenkomst geregistreerd op 13 maart 2015 onder het nummer 125908/CO/207) Toepassingsgebied
Artikel 1.§ 1. Deze collectieve arbeidsovereenkomst is van toepassing op de werkgevers en op de baremiseerbare bedienden, in de ondernemingen gelegen in de provincie West-Vlaanderen die ressorteren onder het Paritair Comité voor de bedienden uit de scheikundige nijverheid uit hoofde van hun bedrijvigheid inzake verwerking van kunststof. § 2. Het toepassingsgebied van artikel 5, § 1 van deze collectieve arbeidsovereenkomst (stelsel van werkloosheid met bedrijfstoeslag vanaf 58 jaar) wordt uitgebreid tot alle werknemers verbonden met hun werkgever door een arbeidsovereenkomst voor bediende.
Geldigheidsduur
Art. 2.Deze collectieve arbeidsovereenkomst treedt in werking op 1 juli 2013 en houdt op van kracht te zijn op 30 juni 2015, met uitzondering van artikel 5, § 1 dat geldig is van 1 juli 2013 tot en met 31 december 2015 en artikel 5, § 2 dat geldig is van 1 januari 2013 tot en met 31 december 2014, voor zover de huidige wettelijke regelingen inzake de vermelde stelsels van werkloosheid met bedrijfstoeslag van kracht blijven en verlengd worden.
Het artikel 8 wordt afgesloten voor onbepaalde duur. Deze laatste kan door elk der partijen worden opgezegd mits een opzeggingstermijn van drie maanden betekend bij een ter post aangetekende brief, gericht aan de voorzitter van het Paritair Comité voor de bedienden uit de scheikundige nijverheid. De termijn van drie maanden begint te lopen vanaf de datum waarop de aangetekende brief aan de voorzitter wordt toegezonden en dit ten vroegste vanaf 31 maart 2015. De poststempel geldt als bewijs.
Deze collectieve arbeidsovereenkomst vervangt de collectieve arbeidsovereenkomst van 18 maart 2014 tot vaststelling van sommige arbeidsvoorwaarden voor bedienden van de kunststofverwerkende nijverheid van de provincie West-Vlaanderen (122034).
Werkzekerheid
Art. 3.Tijdens de duurtijd van deze collectieve arbeidsovereenkomst zullen de ondernemingen alles in het werk stellen om ontslagen wegens economische redenen te vermijden.
Indien de onderneming toch genoodzaakt is over te gaan tot ontslagen om economische redenen zal informatie verstrekt worden aan de syndicale delegatie of, bij ontstentenis ervan, aan de ondernemingsraad of, bij ontstentenis ervan, aan het comité preventie en bescherming.
De onderneming die genoodzaakt is over te gaan tot ontslagen wegens economische redenen zal maatregelen onderzoeken die de nadelen van deze ontslagen kunnen milderen zoals onder meer het stelsel van werkloosheid met bedrijfstoeslag, tijdskrediet, werkverdeling, wijze van toepassing van de wet betreffende tijdelijke arbeid en uitzendarbeid.
Uitzendarbeid
Art. 4.§ 1. Onverminderd de wettelijke bepalingen ter zake, wordt de ondernemingsraad of, bij ontstentenis, de syndicale afvaardiging maandelijks ingelicht over de tewerkstelling van uitzendkrachten, beoogd door hoofdstuk II van de wet van 24 juli 1987Relevante gevonden documenten type wet prom. 24/07/1987 pub. 13/02/2007 numac 2007000038 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de tijdelijke arbeid, de uitzendarbeid en het ter beschikking stellen van werknemers ten behoeve van gebruikers. - Duitse vertaling sluiten betreffende de tijdelijke arbeid, de uitzendarbeid en het ter beschikking stellen van werknemers ten behoeve van gebruikers, in functies voor baremiseerbare bedienden.
De te verstrekken informatie betreft volgende punten : - het aantal uitzendkrachten per afdeling; - de reden van tewerkstelling; - de opdeling van het aantal uitzendkrachten in de onderneming volgens ononderbroken tewerkstellingsduur in de onderneming volgens het volgende schema : minder dan drie maanden, tussen drie en zes maanden, tussen zes en twaalf maanden, tussen twaalf en achttien maanden, en vanaf achttien maanden en meer. § 2. In geval een uitzendkracht wordt aangeworven, en dit vanaf 1 juli 2011, met een arbeidsovereenkomst bij dezelfde gebruiker, vanaf dan werkgever genoemd, wordt de anciënniteit opgebouwd als uitzendkracht bij die gebruiker overgenomen volgens volgende voorwaarden en modaliteiten : - de uitzendkracht moet bij die gebruiker minstens 120 dagen prestaties geleverd hebben in een referteperiode van 12 maanden voorafgaand aan de aanwerving; - per 20 dagen effectieve prestatie gedurende deze referteperiode wordt 1 maand anciënniteit toegekend bij de betrokken werkgever.
Deze als uitzendkracht opgebouwde en overgenomen anciënniteit geldt voor alle voordelen bij de betrokken werkgever, uitgezonderd voor de toekenning van de eindejaarspremie, als bepaald in de collectieve arbeidsovereenkomst van 12 juli 2007 betreffende de minimum eindejaarspremie. Voor de toekenning van dit laatste voordeel wordt de opgebouwde anciënniteit als uitzendkracht niet overgenomen bij aanwerving.
Stelsel van werkloosheid met bedrijfstoeslag Collectieve arbeidsovereenkomst nr. 17 van de Nationale Arbeidsraad
Art. 5.§ 1. Voor de periode gaande van 1 juli 2013 tot en met 31 december 2015 wordt de mogelijkheid om met brugpensioen te gaan aan de voorwaarden van de collectieve arbeidsovereenkomst nr. 17, verlengd, en beperkt tot alle bedienden : - die tijdens bovenvermelde periode 58 jaar en meer worden en beschikken over een lange loopbaan zoals gedefinieerd in artikel 3, § 2 van het koninklijk besluit van 3 mei 2007Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 03/05/2007 pub. 22/05/2007 numac 2007201185 bron federale overheidsdienst werkgelegenheid, arbeid en sociaal overleg Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 4 september 2006, gesloten in het Paritair Subcomité voor de socio-culturele sector van de Vlaamse Gemeenschap, betreffende de toekenning van een eindejaarspremie sluiten; - die tijdens bovenvermelde periode 58 jaar en meer worden mits 35 jaar loopbaan voor bedienden met een zwaar beroep zoals verder gedefinieerd in artikel 3, § 3 van het koninklijk besluit van 3 mei 2007Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 03/05/2007 pub. 22/05/2007 numac 2007201185 bron federale overheidsdienst werkgelegenheid, arbeid en sociaal overleg Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 4 september 2006, gesloten in het Paritair Subcomité voor de socio-culturele sector van de Vlaamse Gemeenschap, betreffende de toekenning van een eindejaarspremie sluiten.
Dit artikel volgt gedurende de duurtijd van deze collectieve arbeidsovereenkomst de evolutie van de wettelijk vastgestelde leeftijds- en loopbaanvoorwaarden terzake. § 2. In toepassing van de sectorale collectieve arbeidsovereenkomst gesloten op 31 oktober 2013 in de schoot van het Paritair Comité voor de bedienden uit de scheikundige nijverheid en voor de periode beperkt tussen 1 januari 2013 en 31 december 2014, wordt de brugpensioenregeling, zoals voorzien in bovenvermelde collectieve arbeidsovereenkomst nr. 17, uitgebreid tot de bedienden die : 1° de leeftijd van 56 jaar of meer hebben bereikt of zullen bereiken uiterlijk op 31 december 2014;2° voldoen aan de ter zake geldende voorwaarden. De procedures en modaliteiten ter zake zijn deze die door bovenvermelde collectieve arbeidsovereenkomst nr. 17 en door bovenvermelde sectorale collectieve arbeidsovereenkomst gesloten op 31 oktober 2013, voorzien zijn. § 3. In overeenstemming met artikel 4bis, 4ter en 4quater van collectieve arbeidsovereenkomst nr. 17 voorzien de werkgevers de doorbetaling van de aanvullende vergoeding in het kader van het stelsel van werkloosheid met bedrijfstoeslag in geval van werkhervatting. De werknemers zullen hun (ex-)werkgevers ook verwittigen van het feit dat ze het werk hervat hebben.
Maatregelen inzake tijdskrediet/vorming
Art. 6.Tijdskrediet § 1. In navolging van sectorale collectieve arbeidsovereenkomst van 31 oktober 2013, gesloten in het Paritair Comité voor de bedienden van de scheikundige nijverheid, met betrekking tot tijdskrediet en voor de duur van deze collectieve arbeidsovereenkomst : - worden, overeenkomstig artikel 4, § 1, 3° van de collectieve arbeidsovereenkomst nr. 103 van 27 juni 2012 tot invoering van een stelsel van tijdskrediet, loopbaanvermindering en landingsbanen, voor de bedienden die 5 jaar anciënniteit bereikt hebben in de onderneming en die voldoen aan alle voorwaarden van de collectieve arbeidsovereenkomst nr. 103, de opnamevormen voltijds tijdskrediet of halftijdse loopbaanvermindering voorzien in het kader van het tijdskrediet met motief van maximaal 36 maanden over de loopbaan; - wordt, overeenkomstig artikel 8, § 3 van de collectieve arbeidsovereenkomst nr. 103 van 27 juni 2012 tot invoering van een stelsel van tijdskrediet, loopbaanvermindering en landingsbanen, voor de bedienden die voldoen aan alle voorwaarden van de collectieve arbeidsovereenkomst nr. 103, in afwijking van artikel 8, § 1, de leeftijd op 50 jaar gebracht voor de werknemers die hun voltijdse betrekking verminderen ten belope van één dag of twee halve dagen per week en die voorafgaand aan deze vermindering een beroepsloopbaan van ten minste 28 jaar hebben doorlopen. § 2. De drempel voor de gelijktijdige uitoefening van het recht op tijdskrediet, loopbaanvermindering of vermindering van de arbeidsprestaties tot een halftijdse betrekking conform de bepalingen van de collectieve arbeidsovereenkomst nr. 103 wordt vastgelegd op 5 pct. van het bediendenbestand in de onderneming. § 3. Voor de duurtijd van deze collectieve arbeidsovereenkomst wordt het recht op een vermindering van de arbeidsprestaties tot een halftijdse betrekking in het kader van een landingsbaan vanaf de leeftijd van 50 jaar zoals bepaald in de collectieve arbeidsovereenkomst nr. 103 toegekend en dit boven de drempel bepaald in § 2.
De nog lopende verminderingen van arbeidsprestaties tot een halftijdse betrekking vanaf de leeftijd van 50 jaar in het kader van de collectieve arbeidsovereenkomst nr. 77bis worden eveneens niet aangerekend op de drempel als bepaald in § 2. § 4. Voor de duurtijd van deze collectieve arbeidsovereenkomst wordt het recht op een 1/5de loopbaanvermindering in het kader van een landingsbaan zoals bepaald in de collectieve arbeidsovereenkomst nr. 103 en bovenstaand artikel 6, § 1 toegekend vanaf de leeftijd van 52 jaar en dit boven de drempel bepaald in § 2. Vanaf 1 januari 2014 wordt deze leeftijd op 51 jaar gebracht.
De nog lopende 1/5de loopbaanverminderingen in het kader van de collectieve arbeidsovereenkomst nr. 77bis toegekend vanaf de leeftijd van 52 jaar worden eveneens niet aangerekend op de drempel als bepaald in § 2. § 5. Voor de duurtijd van deze collectieve arbeidsovereenkomst wordt, in geval de bediende zijn arbeidsprestaties vermindert tot een halftijdse betrekking vanaf de leeftijd van 55 jaar in het kader van een landingsbaan als bepaald door de collectieve arbeidsovereenkomst nr. 103 of verminderd heeft in het kader van de collectieve arbeidsovereenkomst nr. 77bis, een bruto bestaanszekerheidsvergoeding toegekend van 160 EUR per maand ten laste van de werkgever.
Deze vergoeding wordt betaald tot op het ogenblik van het bereiken van de leeftijd van 62 jaar. § 6. De uitoefening van de rechten voorzien in de voorgaande paragrafen mag geen verstoring van de arbeidsorganisatie met zich meebrengen. Alle partijen zullen hierbij streven naar een evenwichtige oplossing om te komen tot een goede werkorganisatie. § 7. Voor de duurtijd van deze collectieve arbeidsovereenkomst wordt het referteloon voor de berekening van de aanvullende vergoeding ten laste van de werkgever in het kader van een stelsel van werkloosheid met bedrijfstoeslag voor de bedienden die genieten van een vermindering van de arbeidsprestaties tot een halftijdse betrekking of een 1/5de loopbaanvermindering overeenkomstig voornoemde collectieve arbeidsovereenkomsten nr. 77bis en nr. 103 berekend op basis van voltijdse arbeidsprestaties.
Art. 7.Vorming Voor de duurtijd van deze collectieve arbeidsovereenkomst wordt een inspanning voor vorming gedaan met als streefdoel 2 pct. van de loonmassa voor het geheel van de betrokken ondernemingen.
Er wordt zowel voor de interne als voor de externe beroepsopleiding gestreefd naar de mogelijkheid om dit voor alle categorieën van het bediendepersoneel te voorzien, maar met een bijzondere aandacht voor de laaggeschoolden.
Er wordt een jaarlijkse evaluatie en bespreking van het programma voorzien in de ondernemingsraad of, bij ontstentenis, met de syndicale afvaardiging, waarbij tevens de spreiding van de vormingsinspanningen over de verschillende beroepscategorieën gerapporteerd zal worden.
Maaltijdcheques
Art. 8.§ 1. Vanaf 1 januari 2012 wordt, overeenkomstig de bepalingen opgenomen in artikel 19bis van het koninklijk besluit van 28 november 1969 tot uitvoering van de wet van 27 juni 1969 tot herziening van de besluitwet van 28 december 1944 betreffende de maatschappelijke zekerheid der bedienden, hierna koninklijk besluit van 28 november 1969 genoemd, aan de bedienden per effectief gepresteerde dag, een maaltijdcheque toegekend met een faciale waarde van 5,80 EUR per dag.
De werkgeversbijdrage in de maaltijdcheque bedraagt 4,71 EUR per dag.
De werknemersbijdrage in de maaltijdcheque bedraagt 1,09 EUR per dag. § 2. Voor de ondernemingen die een hogere werkgeversbijdrage in de maaltijdcheques als bepaald in § 1 toekennen aan hun bedienden gelden volgende bepalingen : - voor de ondernemingen waarvan de werkgeversbijdrage in de maaltijdcheque door de verhoging van de werkgeversbijdrage met 0,70 EUR, de wettelijk maximale werkgeversbijdrage (= 5,91 EUR) niet overschrijdt, wordt de werkgeversbijdrage in de maaltijdcheque op 1 januari 2012 verhoogd met 0,70 EUR; - voor de ondernemingen waarvan de werkgeversbijdrage in de maaltijdcheque door de verhoging van de werkgeversbijdrage met 0,70 EUR, de wettelijk maximale werkgeversbijdrage (= 5,91 EUR) overschrijdt wordt de bestaande werkgeversbijdrage in de onderneming op 1 januari 2012 verhoogd tot de wettelijk maximale werkgeversbijdrage. Het gedeelte van de 0,70 EUR dat de wettelijk maximale werkgeversbijdrage in de maaltijdcheque doet overschrijden wordt aan de betrokken bedienden toegekend onder de vorm van een verhoging van de effectieve maandwedde. Deze verhoging is gelijk aan het gedeelte van de werkgeversbijdrage dat het wettelijk maximale overschrijdt vermenigvuldigd met een factor 16,31. § 3. De maaltijdcheques worden maandelijks toegekend aan de werknemer, overeenkomstig de wettelijke bepalingen vastgelegd in bovenstaand artikel 19bis, § 2, 2° van het koninklijk besluit van 28 november 1969. § 4. De maaltijdcheque wordt op naam van de werknemer afgeleverd. § 5. De geldigheid van de maaltijdcheques is beperkt tot 12 maanden en de maaltijdcheques kunnen enkel gebruikt worden voor het betalen van maaltijden of voor de aankoop van gebruiksklare voedingsmiddelen. § 6. Indien het systeem van maaltijdcheques wordt beëindigd, zal de werkgeversbijdrage in de maaltijdcheque omgezet worden in een verhoging van de effectieve maandwedde. Deze verhoging is gelijk aan de werkgeversbijdrage in de maaltijdcheque vermenigvuldigd met een factor 16,31. § 7. Dit artikel vervangt het artikel 9 van de collectieve arbeidsovereenkomst van 11 oktober 2011 (nr. 109440/CO/207) tot vaststelling van sommige arbeidsvoorwaarden voor bedienden van de kunststofverwerkende nijverheid van de provincie West-Vlaanderen.
Ploegenarbeid
Art. 9.De baremiseerbare bedienden die voor hun prestaties in een arbeidsregime met opeenvolgende ploegen vergoed worden met een basis maandloon en een afzonderlijke ploegenpremie, ontvangen een ploegenpremie die minstens gelijk is aan de premies voor ploegwerk voor de arbeiders als bepaald in artikel 17 van de collectieve arbeidsovereenkomst van 19 februari 2014 tot vaststelling van sommige arbeidsvoorwaarden voor de arbeiders van de kunststofverwerkende nijverheid in de provincie West-Vlaanderen.
Anciënniteitsverlof
Art. 10.Als voorafname op een eventueel toekomstige arbeidsduurverkorting onder welke vorm ook, worden een aantal anciënniteitsdagen als volgt toegekend : - een eerste anciënniteitsdag wordt toegekend vanaf 7 jaar anciënniteit in de onderneming; - een tweede anciënniteitsdag wordt toegekend vanaf 12 jaar anciënniteit in de onderneming; - een derde anciënniteitsdag wordt toegekend vanaf 18 jaar anciënniteit in de onderneming; - een vierde anciënniteitsdag wordt toegekend vanaf 24 jaar anciënniteit in de onderneming; - een vijfde anciënniteitsdag wordt toegekend vanaf 30 jaar anciënniteit in de onderneming.
Een totaal maximum van 5 anciënniteitsdagen per kalenderjaar.
Mobiliteit
Art. 11.Sociaal abonnement De bijdrage van de werkgevers in de vervoerskosten gedragen door de werknemers, ongeacht het gebruikte vervoermiddel, wordt vanaf 1 februari 2014 toegekend vanaf de eerste kilometer van verplaatsing. De bijdrage blijft gekoppeld aan de prijs van de treinkaart van de NMBS en bedraagt vanaf 1 februari 2014 80 pct. van de prijs van de treinkaart, zoals opgenomen in de tabel in bijlage.
De bijdrage wordt aangepast op 1 februari van ieder jaar aan de nieuwe tarieven van de NMBS.
Art. 12.Fietsvergoeding Voor de duur van deze collectieve arbeidsovereenkomst voorziet men in de mogelijkheid om op ondernemingsvlak overleg te plegen met de ondernemingsraad of de syndicale delegatie met betrekking tot een fietsvergoeding. Dit overleg is aanbevolen in het kader van een duurzame mobiliteit.
Sociale vrede
Art. 13.De sociale vrede wordt gewaarborgd voor de ganse duur van deze collectieve arbeidsovereenkomst.
Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 16 november 2015.
De Minister van Werk, K. PEETERS