gepubliceerd op 20 december 2011
Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 16 juni 2011, gesloten in het Paritair Subcomité voor het koetswerk, betreffende de werkzekerheid
16 NOVEMBER 2011. - Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 16 juni 2011, gesloten in het Paritair Subcomité voor het koetswerk, betreffende de werkzekerheid (1)
ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.
Gelet op de wet van 5 december 1968Relevante gevonden documenten type wet prom. 05/12/1968 pub. 22/05/2009 numac 2009000346 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités, inzonderheid op artikel 28;
Gelet op het verzoek van het Paritair Subcomité voor het koetswerk;
Op de voordracht van de Minister van Werk, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :
Artikel 1.Algemeen verbindend wordt verklaard de als bijlage overgenomen collectieve arbeidsovereenkomst van 16 juni 2011, gesloten in het Paritair Subcomité voor het koetswerk, betreffende de werkzekerheid.
Art. 2.De Minister bevoegd voor Werk is belast met de uitvoering van dit besluit.
Gegeven te Brussel, 16 november 2011.
ALBERT Van Koningswege : De Vice-Eerste Minister en Minister van Werk en Gelijke Kansen, belast met het Migratie- en asielbeleid, Mevr. J. MILQUET _______ Nota (1) Verwijzing naar het Belgisch Staatsblad : Wet van 5 december 1968Relevante gevonden documenten type wet prom. 05/12/1968 pub. 22/05/2009 numac 2009000346 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten, Belgisch Staatsblad van 15 januari 1969. Bijlage Paritair Subcomité voor het koetswerk Collectieve arbeidsovereenkomst van 16 juni 2011 Werkzekerheid (Overeenkomst geregistreerd op 27 juli 2011 onder het nummer 104909/CO/149.02) In uitvoering van artikel 9 van het nationaal akkoord 2011-2012 van 7 juni 2011. HOOFDSTUK I. - Toepassingsgebied
Artikel 1.Deze collectieve arbeidsovereenkomst is van toepassing op de werkgevers en werklieden van de ondernemingen die ressorteren onder het Paritair Subcomité voor het koetswerk.
Voor de toepassing van de collectieve arbeidsovereenkomst wordt onder "werklieden" verstaan : de werklieden of de werksters. HOOFDSTUK II. - Voorwerp Afdeling 1. - Principe
Art. 2.Voor de duur van deze collectieve arbeidsovereenkomst zal in geen enkele onderneming overgegaan worden tot meervoudig ontslag vooraleer andere tewerkstellingsbehoudende maatregelen - met inbegrip van tijdelijke werkloosheid - uitgeput zijn en vooraleer de mogelijkheid tot beroepsopleiding voor de getroffen werklieden werd onderzocht. Voor de werklieden ouder dan 45 jaar zal prioritair naar tewerkstellingsbehoudende maatregelen worden gezocht. Afdeling 2. - Definities
Art. 3.Als "ontslag" wordt beschouwd : elk ontslag om economische, financiële, structurele, technische en alle andere redenen onafhankelijk van de wil van de werklieden, met uitzondering van het ontslag om dringende redenen.
Art. 4.Als "meervoudig" ontslag wordt beschouwd een ontslag van ten minste : - 2 werklieden in ondernemingen met 8 werklieden of minder; - 3 werklieden in ondernemingen van 9 tot 17 werklieden; - 4 werklieden in ondernemingen van 18 tot 22 werklieden; - 5 werklieden in ondernemingen van 23 tot 28 werklieden; - 6 werklieden in ondernemingen vanaf 29 werklieden; dit alles in de loop van een periode van zestig kalenderdagen.
Voor de toepassing van de vorige alinea dient als onderneming te worden beschouwd : "het geheel van werklieden behorende tot het Paritair Subcomité voor het koetswerk in de schoot van dezelfde onderneming".
De definitie van onderneming die in de vorige alinea wordt vermeld, is alleen bestemd voor de toepassing van deze collectieve arbeidsovereenkomst en meer bepaald in zijn artikel 4. Afdeling 3. - Procedure
Art. 5.Indien een onderneming zich in onvoorzienbare en onvoorziene economische en/of financiële omstandigheden bevindt, waardoor bijvoorbeeld tijdelijke werkloosheid of andere equivalente maatregelen sociaal economisch onhoudbaar worden, is de werkgever gehouden de volgende sectorale overlegprocedure na te leven. Tijdens deze overlegprocedure kan niet tot ontslag worden overgegaan : 1. De mededeling van de intentie tot meervoudig ontslag gebeurt door de werkgever voorafgaandelijk aan de ondernemingsraad of bij ontstentenis aan de vakbondsafvaardiging.Indien er geen ondernemingsraad of vakbondsafvaardiging bestaat, licht hij voorafgaandelijk de voorzitter van het paritair subcomité in, die op zijn beurt de werkgevers - en werknemersorganisaties vertegenwoordigd in het paritair subcomité inlicht. 2. Binnen de 15 kalenderdagen na de mededeling, zoals hierboven vermeld, start het overleg over alternatieve maatregelen.Dit overleg wordt steeds gevoerd met de vakbondsafvaardiging, bijgestaan door de vakbondssecretarissen van de werknemersorganisaties vertegenwoordigd in de vakbondsafvaardiging. In ondernemingen zonder een vakbondsafvaardiging is de collectieve arbeidsovereenkomst inzake representatieve functie van toepassing. 3. Het overleg dient gespreid te verlopen over minstens 3 overlegvergaderingen met notulen en telkens mits een tussenpauze van minstens 1 week, tenzij expliciet anders overeengekomen tussen de betrokken partijen.4. Pas hierna - en dus niet tijdens de tijdsspanne waarbinnen de overlegvergaderingen plaatsvinden - kan er tot ontslag worden overgegaan. Deze procedure is eveneens van toepassing bij faillissement. Afdeling 4. - Sanctie
Art. 6.Bij niet-naleving van de procedure bepaald in artikel 5, dient de in gebreke zijnde werkgever, naast de normale opzeggingstermijn, aan de betrokken werknemers een vergoeding te betalen.
Deze vergoeding is gelijk aan het loon verschuldigd voor de genoemde opzeggingstermijn.
In geval van betwisting wordt beroep gedaan op het verzoeningsbureau op vraag van de meest gerede partij.
De afwezigheid van een werkgever op de in deze procedure voorziene bijeenkomst van het verzoeningsbureau wordt beschouwd als een niet-naleving van de bovenstaande procedure. De werkgever kan zich laten vertegenwoordigen door een bevoegde afgevaardigde behorende tot zijn onderneming.
Indien de overlegprocedure niet is gevolgd is de sanctie eveneens van toepassing in geval van faillissement.
De sanctie is eveneens van toepassing op de werkgever die een unaniem advies van het verzoeningsbureau niet toepast. Afdeling 5. - Evaluatie
Art. 7.Partijen engageren zich om ten laatste tegen 30 juni 2013 een evaluatie te maken van de toepassing van artikelen 4 en 5 van deze collectieve arbeidsovereenkomst. HOOFDSTUK III. - Geldigheid
Art. 8.Deze collectieve arbeidsovereenkomst vervangt de collectieve arbeidsovereenkomst van 8 juli 2003, gesloten in het Paritair Subcomité voor het koetswerk, algemeen verbindend verklaard bij koninklijk besluit van 1 september 2004 (Belgisch Staatsblad van 6 oktober 2004).
Art. 9.Deze collectieve arbeidsovereenkomst heeft uitwerking met ingang van 1 juli 2011 en wordt gesloten voor onbepaalde duur.
Zij kan door één van de partijen opgezegd worden mits een opzegging van drie maanden, betekend bij een ter post aangetekende brief, gericht aan de voorzitter van het Paritair Subcomité voor het koetswerk en aan de ondertekenende organisaties.
Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 16 november 2011.
De Vice-Eerste Minister en Minister van Werk en Gelijke Kansen, belast met het Migratie- en asielbeleid, Mevr. J. MILQUET