Etaamb.openjustice.be
Koninklijk Besluit van 16 november 2009
gepubliceerd op 20 november 2009

Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 11 januari 2007 tot vaststelling van het administratief statuut van de personeelsleden van het Belgisch Instituut voor Postdiensten en Telecommunicatie en van het koninklijk besluit van 11 januari 2007 houdende het geldelijk statuut van het personeel van het Belgisch Instituut voor Postdiensten en Telecommunicatie

bron
federale overheidsdienst economie, k.m.o., middenstand en energie
numac
2009011491
pub.
20/11/2009
prom.
16/11/2009
ELI
eli/besluit/2009/11/16/2009011491/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
links
Raad van State (chrono)
Document Qrcode

16 NOVEMBER 2009. - Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 11 januari 2007 tot vaststelling van het administratief statuut van de personeelsleden van het Belgisch Instituut voor Postdiensten en Telecommunicatie en van het koninklijk besluit van 11 januari 2007 houdende het geldelijk statuut van het personeel van het Belgisch Instituut voor Postdiensten en Telecommunicatie


VERSLAG AAN DE KONING Sire, Algemeen Dit koninklijk besluit strekt ertoe om een nieuwe categorie van opdrachthouders te creëren. De mogelijkheid om een bijzondere opdracht uit te oefenen wordt voorbehouden voor het personeel dat het ambt van lid reeds uitgeoefend heeft. Deze beperking vloeit voort uit het specifieke karakter van de functie en de strategische ervarings- en deskundigheidsgraad die van de kandidaten wordt verwacht.

Wij hebben de eer te zijn, Sire, Van Uwe Majesteit, de zeer eerbiedige en zeer getrouwe dienaar, De Minister voor Ondernemen en Vereenvoudigen, V. VAN QUICKENBORNE

ADVIES 47.326/4 VAN 4 NOVEMBER 2009 VAN DE AFDELING WETGEVING VAN DE RAAD VAN STATE De Raad van State, afdeling Wetgeving, vierde kamer, op 19 oktober 2009 door de Minister voor Ondernemen en Vereenvoudigen verzocht hem, binnen een termijn van dertig dagen, van advies te dienen over een ontwerp van koninklijk besluit "tot wijziging van het koninklijk besluit van 11 januari 2007 tot vaststelling van het administratief statuut van de personeelsleden van het Belgisch Instituut voor Postdiensten en Telecommunicatie en van het koninklijk besluit van 11 januari 2007 houdende het geldelijk statuut van het personeel van het Belgisch Instituut voor Postdiensten en Telecommunicatie", heeft het volgende advies gegeven : Aangezien de adviesaanvraag ingediend is op basis van artikel 84, § 1, eerste lid, 1°, van de gecoördineerde wetten op de Raad van State, zoals het is vervangen bij de wet van 2 april 2003, beperkt de afdeling wetgeving overeenkomstig artikel 84, § 3, van de voornoemde gecoördineerde wetten haar onderzoek tot de rechtsgrond van het ontwerp, de bevoegdheid van de steller van de handeling en de te vervullen voorafgaande vormvereisten.

Wat deze drie punten betreft, geeft het ontwerp aanleiding tot de volgende opmerkingen.

Algemene opmerkingen 1. Het verdient aanbeveling het ontwerp aan te vullen met een verslag aan de Koning, waarin gewettigd wordt dat met het gelijkheidsbeginsel strookt, het feit dat alleen personeelsleden die voordien lid zijn geweest van de raad van het Belgisch Instituut voor Postdiensten en Telecommunicatie, hierna te noemen het BIPT, een "bijzondere opdracht" kunnen krijgen zoals omschreven in en bezoldigd overeenkomstig het voorliggende ontwerp.2. Op de vraag of het ontworpen artikel 82, § 3/1, tweede lid, verenigbaar is met artikel 17 van de wet van 17 januari 2003 met betrekking tot het statuut van de regulator van de Belgische post- en telecommunicatiesector, heeft de gemachtigde ambtenaar het volgende geantwoord : « Il nous semble que cette pratique n'est pas incompatible avec l'article 17 de la loi du 17 janvier 2003.En effet, la composition du Conseil n'est pas modifiée. Le projet d'arrêté royal vise à donner la possibilité au Conseil, si et seulement si il le souhaite, de nommer un ou plusieurs titulaires de mission particulière en raison de leur grande expertise. D'autres missions permises par l'article 82, § 1er, donnent également la possibilité au Conseil de s'adjoindre des titulaires de mission qui assistent aux réunions du Conseil. Nous pensons par exemple à la mission de secrétaire du conseil. Enfin, il arrive régulièrement que le Conseil se fasse assister d'experts internes ou externes. » Artikel 26 van de wet machtigt de Koning niet om te bepalen dat een personeelslid van het BIPT met raadgevende stem de vergaderingen van de Raad bijwoont. Zulk een bepaling valt onder de samenstelling en de werkwijze van de Raad, zoals die zijn vastgesteld door de artikelen 16 en 17 van de voornoemde wet.

In dat verband kan getwijfeld worden aan de wettigheid van besluiten die de Raad zou nemen terwijl stelselmatig leden aanwezig zouden zijn die, zij het met raadgevende stem - deel zouden nemen aan "de strategische onderwerpen die de kandidaat tijdens het mandaat als lid onder zijn bevoegdheid had, onder meer inzake de voorbereiding van de wetgeving en de controle daarop", namelijk net de functie die dat vroegere lid voordien uitoefende.

Het is immers niet uitgesloten dat, naargelang van de omstandigheden van elk afzonderlijk geval, de doorslaggevende invloed die die personen, die hoe dan ook van buiten de Raad komen - vermits de wet niet in hun aanwezigheid voorziet -, zouden hebben gehad op het proces van collegiale beraadslaging en besluitvorming van de leden van de Raad, zowel door de afdeling Bestuursrechtspraak als door de hoven en rechtbanken beschouwd zou kunnen worden als een schending van de algemene beginselen die ten grondslag liggen aan de werkwijze van collegiale organen.

De mogelijkheid voor personeelsleden om, binnen de zonet omschreven perken, de vergaderingen van de Raad bij te wonen, zou eventueel vastgelegd kunnen worden in het huishoudelijk reglement van de Raad, waarbij evenwel artikel 23 van de wet in acht moet worden genomen.

Krachtens artikel 22 van de wet moet dat reglement vastgesteld worden bij een koninklijk besluit vastgesteld na overleg in de Ministerraad, wat niet geschied is met het ontworpen besluit.

Het ontworpen artikel 82, § 3/1, derde lid, moet hoe dan ook vervallen.

Bijzondere opmerkingen Aanhef Vierde lid In plaats van te schrijven "Op voorstel van het Belgisch Instituut...", schrijve men "Gelet op het voorstel van het Belgisch Instituut...".

Achtste lid Het achtste lid behoort als volgt te worden gesteld (1) : « Gelet op het protocol van onderhandelingen van sectorcomité VIII, gesloten op 16 oktober 2009 ».

Dispositief Artikel 1 De gemachtigde van de minister is het ermee eens dat in artikel 1 van het ontwerp een nieuw onderdeel 1° toegevoegd moet worden (de huidige onderdelen 1° en 2° van die bepaling worden dan de onderdelen 2° en 3°), luidende : « 1° in paragraaf 1 worden de woorden « of een functieopdracht » vervangen door de woorden «, een functieopdracht of een bijzondere opdracht ».

Artikel 3 Artikel 3 is onvoldoende duidelijk omdat er niet uit opgemaakt kan worden of alle functieopdrachten en alle bijzondere opdrachten automatisch geacht worden te zijn gekenmerkt door een bijzondere vertrouwensrelatie, en dus geen oproep tot gegadigden te behoeven, dan wel of alleen die opdrachten die gekenmerkt zijn door een bijzondere vertrouwensband, van dat vormvereiste worden vrijgesteld.

De bepaling moet op dat punt verduidelijkt worden en in de Franse tekst moet het woord "caractérisée" in voorkomend geval in het meervoud worden geschreven.

Artikel 5 Door te bepalen dat het ontworpen besluit in werking treedt op de dag waarop het in het Belgisch Staatsblad wordt bekendgemaakt, wijkt artikel 5 af van de algemene regel vervat in artikel 6 van de wet van 31 mei 1961 betreffende het gebruik der talen in wetgevingszaken, het opmaken, bekendmaken en inwerkingtreden van wetten en verordeningen, krachtens welke bepaling koninklijke besluiten verbindend zijn vanaf de tiende dag na die van hun bekendmaking in het Belgisch Staatsblad.

De steller van het ontwerp moet in staat zijn te wettigen waarom in casu van die algemene regel wordt afgeweken.

Artikel 6 Men schrijve : « De Minister bevoegd voor Post- of Telecommunicatiediensten is belast met de uitvoering van dit besluit ».

De kamer was samengesteld uit : De heren : P. Liénardy, kamervoorzitter;

J. Jaumotte, L Detroux, staatsraden;

Mevr. C. Gigot, griffier.

Het verslag werd uitgebracht door de Mevr. W. Vogel, eerste auditeur.

De overeenstemming tussen de Franse en de Nederlandse tekst werd nagezien onder toezicht van de heer P. Liénardy.

De griffier, C. Gigot.

De voorzitter, P. Liénardy. (1) Zie beginselen van de wetgevingstechniek - Handleiding voor het opstellen van wetgevende en reglementaire teksten, 2008, formule F 3-4-4, www.raadvst-consetat.be, tab "Wetgevingstechniek".

16 NOVEMBER 2009. - Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 11 januari 2007 tot vaststelling van het administratief statuut van de personeelsleden van het Belgisch Instituut voor Postdiensten en Telecommunicatie en van het koninklijk besluit van 11 januari 2007 houdende het geldelijk statuut van het personeel van het Belgisch Instituut voor Postdiensten en Telecommunicatie ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op de wet van 17 januari 2003 met betrekking tot het statuut van de regulator van de Belgische post- en telecommunicatiesector, artikel 26, gewijzigd bij de wet van 20 juli 2006;

Gelet op het koninklijk besluit van 11 januari 2007 tot vaststelling van het administratief statuut van de personeelsleden van het Belgisch Instituut voor Postdiensten en Telecommunicatie;

Gelet op het koninklijk besluit van 11 januari 2007 houdende het geldelijk statuut van het Belgisch Instituut voor Postdiensten en telecommunicatie;

Gelet op het voorstel van het Belgisch Instituut voor Postdiensten en Telecommunicatie van 8 oktober 2009;

Gelet op het advies van de Inspecteur van Financiën, gegeven op 15 oktober 2009;

Gelet op de akkoordbevinding van de Staatssecretaris voor Begroting, d.d. 15 oktober 2009;

Gelet op de akkoordbevinding van de Minister van Ambtenarenzaken, d.d. 16 oktober 2009;

Gelet op het onderhandelingsprotocol van het sectorcomité VIII, afgesloten op 16 oktober 2009;

Gelet op advies 47.326/4 van de Raad van State, gegeven op 4 november 2009, met toepassing van artikel 84, § 1, eerste lid, 1°, van de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973;

Op de voordracht van de Minister voor Ondernemen en Vereenvoudigen, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :

Artikel 1.In artikel 82 van het koninklijk besluit van 11 januari 2007 tot vaststelling van het administratief statuut van de personeelsleden van het Belgisch Instituut voor Postdiensten en Telecommunicatie worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° in § 1 worden de woorden "of een functieopdracht" vervangen door de woorden "een functieopdracht of een bijzondere opdracht".; 2° § 3/1 wordt ingevoegd, luidende : « § 3/1.Onder "bijzondere opdracht" wordt verstaan de tijdelijke aanstelling in een volwaardige functie die vereisten op vlak van expertise stelt en aantoonbare ervaring van strategische aard vereist.

Om hiervoor in aanmerking te komen moet de kandidaat lid van de Raad van het Instituut geweest zijn en de bijzondere opdracht moet slaan op de strategische onderwerpen die de kandidaat tijdens het mandaat als lid onder zijn bevoegdheid had, onder meer inzake de voorbereiding van de wetgeving en de controle daarop.

De bijzondere opdrachthouder kan beroep doen op de diensten van het Instituut om hem te helpen in de uitvoering van zijn taken. »; 3° in § 5 wordt het tweede lid aangevuld met de woorden "alsook aan de statutaire ambtenaren van de rang A5, maar in dit geval alleen voor de bijzondere opdrachten.»

Art. 2.In artikel 83, § 1, van hetzelfde besluit wordt het eerste lid aangevuld met de woorden "met uitzondering van de bijzondere opdracht die een periode van 72 maanden duurt en niet verlengbaar is."

Art. 3.Artikel 85, § 2, van hetzelfde besluit wordt als volgt vervangen : "In afwijking van § 1 kan de Raad enkel afzien van een oproep tot de kandidaten als een functieopdracht of een bijzondere opdracht gekenmerkt wordt door een bijzondere vertrouwensrelatie".

Art. 4.Artikel 55 van het het koninklijk besluit van 11 januari 2007 houdende het geldelijk statuut van het Belgisch Instituut voor Postdiensten en Telecommunicatie, wordt aangevuld met een § 7, luidende : « § 7. Het brutojaarbedrag van de toelage van de titularis van een bijzondere opdracht wordt, vastgesteld op 50 % van het verschil tussen de brutojaarwedde van een Lid van de Raad, omgezet tot het spilindexcijfer 138,01, en de brutojaarwedde die de titularis van de opdracht zou hebben genoten in zijn graad. »

Art. 5.De Minister die bevoegd is voor de Postdiensten of de Telecommunicatie is belast met de uitvoering van dit besluit.

Gegeven te Brussel, 16 november 2009.

ALBERT Van Koningswege : De Minister voor Ondernemen en Vereenvoudigen, V. VAN QUICKENBORNE

^