gepubliceerd op 13 juni 2003
Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 1 februari 1993 tot bepaling van de bijkomende of specifieke opdrachten in de besturen en andere diensten van de ministeries en in sommige instellingen van openbaar nut
16 MEI 2003. - Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 1 februari 1993 tot bepaling van de bijkomende of specifieke opdrachten in de besturen en andere diensten van de ministeries en in sommige instellingen van openbaar nut
ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.
Gelet op de wet van 22 juli 1993 houdende bepaalde maatregelen inzake ambtenarenzaken, inzonderheid op artikel 4, gewijzigd bij de wet van 30 maart 1994, het koninklijk besluit van 3 april 1997 en de wetten van 20 mei 1997, 22 maart 1999 en 26 maart 2001;
Gelet op het koninklijk besluit van 1 februari 1993 tot bepaling van de bijkomende of specifieke opdrachten in de besturen en andere diensten van de ministeries en in sommige instellingen van openbaar nut, gewijzigd bij de wet van 22 juli 1993 en de koninklijke besluiten van 14 september 1994, 10 februari 1995, 10 april 1995, 6 februari 1996, 5 juli 1996, 27 juli 1997, 9 december 1998, 13 juni 1999, 12 augustus 2000, 13 juli 2001, 17 september 2001 en 28 januari 2002;
Gelet op het advies van de Inspecteur van Financiën, gegeven op 21 augustus 2002;
Gelet op de akkoordbevinding van de Minister van Begroting van 12 maart 2003;
Gelet op de akkoordbevinding van de Minister van Ambtenarenzaken van 2 oktober 2002;
Gelet op het protocol nr. 460 van 30 april 2003 van het Comité voor de federale, de gemeenschaps- en de gewestelijke overheidsdiensten;
Gelet op de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973, inzonderheid op artikel 3, § 1, vervangen bij de wet van 4 juli 1989 en gewijzigd bij de wet van 4 augustus 1996;
Gelet op de dringende noodzakelijkheid;
Overwegende dat het noodzakelijk is, voor de diensten en de delen van diensten van de Ministeries van Landbouw en van Volksgezondheid wiens personeel is overgedragen naar het Federaal Agentschap voor de Veiligheid van de Voedselketen, het niveau van het effectief van januari 2001 te herstellen, namelijk voor door contractuelen uit te voeren bepaalde specifieke functies;
Overwegende dat het Federaal Agentschap voor de Veiligheid van de Voedselketen zo vlug mogelijk over de nodige mankracht dient te beschikken die onontbeerlijk is voor de correcte realisatie van zijn opdrachten;
Op de voordracht van Onze Minister van Ambtenarenzaken en Modernisering van de openbare besturen en op het advies van Onze in Raad vergaderde Ministers, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :
Artikel 1.Artikel 1, eerste lid, van het koninklijk besluit van 1 februari 1993 tot bepaling van de bijkomende of specifieke opdrachten in de besturen en andere diensten van de ministeries en in sommige instellingen van openbaar nut, wordt aangevuld met volgende rubriek : « 44° aan de personeelsleden van het Federaal Agentschap voor de Veiligheid van de Voedselketen belast met de specifieke taken van toezicht en laboratorium; ».
Art. 2.Dit besluit treedt in werking de dag waarop het in het Belgisch Staatsblad wordt bekendgemaakt.
Art. 3.Onze Minister van Volksgezondheid is belast met de uitvoering van dit besluit.
Gegeven te Brussel, 16 mei 2003.
ALBERT Van Koningswege : De Minister van Ambtenarenzaken en Modernisering van de openbare besturen, L. VAN DEN BOSSCHE