gepubliceerd op 02 juni 2003
Koninklijk besluit betreffende de overdracht van personeelsleden naar het Federaal Kenniscentrum voor de Gezondheidszorg
16 MEI 2003. - Koninklijk besluit betreffende de overdracht van personeelsleden naar het Federaal Kenniscentrum voor de Gezondheidszorg
ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.
Gelet op artikel 37 van de Grondwet;
Gelet op de Programmawet (I) van 24 december 2002, inzonderheid op het artikel 273;
Gelet op het advies van de Inspecteur van Financiën, gegeven op 6 december 2002;
Gelet op de akkoordbevinding van Onze Minister van Begroting van 19 december 2002;
Gelet op de akkoordbevinding van Onze Minister van Ambtenarenzaken van 16 december 2002;
Gelet op het protocol nr. 449 van 14 januari 2003 van het Comité voor de federale, de gemeenschaps- en de gewestelijke overheidsdiensten;
Gelet op het besluit van de Ministerraad over het verzoek aan de Raad van State om advies te geven binnen een termijn van een maand;
Gelet op advies nr. 34.814/1 van de Raad van State, gegeven op 6 maart 2003, met toepassing van artikel 84, eerste lid, 1°, van de gecoördineerde wetten op de Raad van State;
Overwegende dat het advies van de Raad van State niet werd gevolgd op volgende punten: Er is geen afwijking van de vrijwillige mobiliteitsregeling; deze regeling voorziet dat in eerste instantie personeelsleden worden gezocht bij de Federale Overheidsdiensten Volksgezondheid, Veiligheid Voedselketen en Leefmilieu en Sociale Zekerheid of het RIZIV, gezien op heden reeds een aantal personeelsleden een aantal opdrachten van het Centrum uitoefenen; vervolgens kunnen betrekkingen tevens ingevuld worden via de vrijwillige mobiliteit, door statutaire of contractuele werving;
Artikel 4, § 1 verschilt niet van artikel 6, § 1, van het koninklijk besluit van 19 juli 2001 houdende diverse bepalingen betreffende de inwerkingstelling van de federale overheidsdiensten en de programmatorische federale overheidsdiensten; deze formulering wordt derhalve behouden en biedt ook volgens de vakbonden voldoende waarborgen;
Ook artikel 5 verschilt niet van het artikel 7 van het bovenvermeld koninklijk besluit van 19 juli 2001 en verwijst naar de mogelijke toekomstige wijzigingen in het administratief en geldelijk statuut of zelfs de pensioenregeling van de rijksambtenaren welk op hen van toepassing is;
Op de voordracht van Onze Minister van Sociale Zaken en Pensioenen, van Onze Minister van Ambtenarenzaken en Modernisering van de openbare besturen en van Onze Minister van Consumentenzaken, Volksgezondheid en Leefmilieu en op het advies van Onze in Raad vergaderde Ministers, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :
Artikel 1.Voor de toepassing van dit besluit, wordt verstaan onder: 1° Ministers : de Minister tot wiens bevoegdheid de volksgezondheid behoort en de Minister tot wiens bevoegdheid Sociale Zaken behoort;2° kenniscentrum : het Federaal Kenniscentrum voor de Gezondheidszorg;3° personeelsleden : de ambtenaren, de vastbenoemden en stagiairs, en de bij arbeidsovereenkomst in dienst genomen personeelsleden;4° Selor : Selectiebureau van de Federale Overheid.
Art. 2.De personeelsleden van de Federale Overheidsdienst Volksgezondheid, Veiligheid Voedselketen en Leefmilieu, de Federale Overheidsdienst Sociale Zekerheid en het Rijksinstituut voor de Ziekte- en Invaliditeitsverzekering worden slechts op hun verzoek overgedragen naar het Federaal Kenniscentrum voor de Gezondheidszorg.
De algemeen directeur en de adjunct algemeen directeur zullen hiertoe een oproep tot de kandidaten richten, rekening houdende met het aantal betrekkingen zoals vastgelegd in het personeelsplan.
Er wordt de voorkeur verleend aan de meest geschikte personeelsleden voor de bedoelde uit te oefenen taken of functies. Deze geschiktheid wordt, door het Kenniscentrum, bijgestaan door Selor, voorzitter van de selectiecommissie, bepaald.
Art. 3.De overdracht van de ambtenaren houdt geen nieuwe benoemingen in.
Art. 4.§ 1. De overgedragen personeelsleden behouden hun hoedanigheid, hun graad, hun weddenschaal en hun administratieve en geldelijke anciënniteit. Zij behouden ook de toelagen, de vergoedingen of de premies en de andere voordelen waarop zij in hun dienst van oorsprong aanspraak konden maken. § 2. De overgedragen personeelsleden behouden de laatste evaluatie die hen werd toegekend. Deze evaluatie blijft geldig tot op het ogenblik van de toekenning van een nieuwe evaluatie. § 3. De overgedragen ambtenaren behouden de voordelen verbonden aan het slagen voor een vergelijkend examen of een vergelijkende selectie voor overgang naar het hogere niveau of voor een examen of een selectie voor verhoging in graad of voor een gedeelte van deze examens of selecties georganiseerd in hun dienst van oorsprong.
Voor hun rangschikking worden de geslaagden geacht het vergelijkend examen of de vergelijkende selectie te hebben afgelegd in het Kenniscentrum. § 4. De beroepsprocedures worden voortgezet in de Federaal Kenniscentrum voor de Gezondheidszorg.
Art. 5.De overgedragen personeelsleden blijven onderworpen aan het administratief en geldelijk statuut en aan de pensioenregeling die van toepassing waren in hun dienst of instelling van oorsprong tot op het ogenblik van de inwerkingtreding van de nieuwe bepalingen.
Art. 6.Onze Minister van Sociale Zaken en Pensioenen, Onze Minister van Ambtenarenzaken en Modernisering van de openbare besturen en Onze Minister van Consumentenzaken, Volksgezondheid en Leefmilieu zijn, ieder wat hem betreft, belast met de uitvoering van dit besluit.
Gegeven te Brussel, 16 mei 2003.
ALBERT Van Koningswege : De Minister van Sociale Zaken en Pensioenen, F. VANDENBROUCKE De Minister van Ambtenarenzaken en Modernisering van de openbare besturen, L. VAN DEN BOSSCHE De Minister van Consumentenzaken, Volksgezondheid en Leefmilieu, J. TAVERNIER