Etaamb.openjustice.be
Koninklijk Besluit van 16 maart 2004
gepubliceerd op 27 april 2004

Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 31 maart 1999, gesloten in het Paritair Comité voor de socio-culturele sector, betreffende het statuut van de syndicale afvaardiging

bron
federale overheidsdienst werkgelegenheid, arbeid en sociaal overleg
numac
2004200773
pub.
27/04/2004
prom.
16/03/2004
ELI
eli/besluit/2004/03/16/2004200773/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

16 MAART 2004. - Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 31 maart 1999, gesloten in het Paritair Comité voor de socio-culturele sector, betreffende het statuut van de syndicale afvaardiging (1)


ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op de wet van 5 december 1968 betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités, inzonderheid op artikel 28;

Gelet op het verzoek van het Paritair Comité voor de socio-culturele sector;

Op de voordracht van Onze Minister van Werk, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :

Artikel 1.Algemeen verbindend wordt verklaard de als bijlage overgenomen collectieve arbeidsovereenkomst van 31 maart 1999, gesloten in het Paritair Comité voor de socio-culturele sector, betreffende het statuut van de syndicale afvaardiging.

Art. 2.Onze Minister van Werk is belast met de uitvoering van dit besluit.

Gegeven te Brussel, 16 maart 2004.

ALBERT Van Koningswege : De Minister van Werk, F. VANDENBROUCKE _______ Nota (1) Verwijzing naar het Belgisch Staatsblad : Wet van 5 december 1968, Belgisch Staatsblad van 15 januari 1969. Bijlage Paritair Comité voor de socio-culturele sector Collectieve arbeidsovereenkomst van 31 maart 1999 Statuut van de syndicale afvaardiging (Overeenkomst geregistreerd op 22 juni 1999 onder het nummer 51079/CO/329) HOOFDSTUK I. - Toepassingsgebied

Artikel 1.Deze collectieve arbeidsovereenkomst is van toepassing op de werkgevers en op de werknemers tewerkgesteld in organisaties van de socio-culturele sector die vallen onder de bevoegdheid van het Paritair Comité voor de socio-culturele sector met uitzondering van de werknemers waarvan de plaats van tewerkstelling buiten België is gelegen.

Onder werknemers wordt verstaan : het mannelijk en vrouwelijk werklieden- en bediendenpersoneel, ongeacht het type arbeidsovereenkomst, waaronder hij tewerkgesteld is. HOOFDSTUK II. - Algemene beginselen

Art. 2.Onverminderd de beschikkingen van de collectieve arbeidsovereenkomst nr. 5 van 24 mei 1971 gesloten in de Nationale Arbeidsraad betreffende het statuut van de syndicale afvaardigingen van het personeel der ondernemingen, gewijzigd door de collectieve arbeidsovereenkomst 5bis van 30 juni 1977 en de collectieve arbeidsovereenkomst nr. 5ter van 21 december 1978, verklaren de werkgevers- en werknemersorganisaties, vertegenwoordigden in het Paritair Comité voor de socio-culturele sector, dat de essentiële beginselen betreffende de bevoegdheid en de werkingsmodaliteiten van de syndicale afvaardigingen van het personeel van de ondernemingen bepaald worden door deze overeenkomst.

Art. 3.De werknemers erkennen de noodzakelijkheid van een wettig gezag van de ondernemingshoofden en zij maken er een erepunt van hun werk plichtsgetrouw uit te voeren.

De werkgevers eerbiedigen de waardigheid van de werknemers en zij maken er een erepunt van hen met rechtvaardigheid te behandelen. Zij verbinden er zich toe hun vrijheid van vereniging en de vrije ontplooiing van hun organisatie in de onderneming rechtstreeks noch onrechtstreeks te hinderen.

Art. 4.De werkgeversorganisaties verbinden er zich toe aan hun aangeslotenen aan te bevelen, op het personeel geen enkele druk uit te oefenen om hun te beletten bij een vakbond aan te sluiten.

De werknemersorganisaties verbinden er zich toe, onder eerbiediging van de vrijheid van vereniging, aan hun organisaties waaruit zij zijn samengesteld, aan te bevelen in de ondernemingen, de praktijken van de paritaire verhoudingen die met de geest van deze overeenkomst stroken, na te leven.

Art. 5.De partijen verbinden er zich toe hun aangesloten organisaties aan te bevelen : - respectievelijk de hoofden van de ondernemingen en de syndicale afgevaardigden te verzoeken in alle omstandigheden blijk te geven van zijn voor rechtvaardigheid, billijkheid en verzoening, die bepalend zijn voor de goede sociale verhoudingen in de ondernemingen; - er over te waken dat dezelfde personen de sociale wetgeving, de collectieve arbeidsovereenkomsten en het arbeidsreglement naleven en hun inspanningen bundelen teneinde de naleving ervan te verzekeren.

Art. 6.De werknemersorganisaties verbinden er zich toe aan hun aangesloten organisaties aan te bevelen zich onderling akkoord te stellen en daartoe eventueel een beroep te doen op het verzoeningsinitiatief van de voorzitter van het paritair comité voor het aanwijzen of het verkiezen van een gemeenschappelijke syndicale afvaardiging in de ondernemingen en ervoor te zorgen dat de aangewezen afgevaardigden of voor verkiezing voorgedragen kandidaten zouden gekozen worden voor het gezag, waarover zij in het uitvoeren van hun functies moeten beschikken, evenals voor hun bevoegdheid. HOOFDSTUK III. - Oprichting en samenstelling van de syndicale afvaardiging

Art. 7.Voor wat de syndicale afvaardiging betreft, hebben alleen de erkende werknemersorgansiaties het recht kandidaten voor te dragen, hetzij door aanduiding hetzij na verkiezingen georganiseerd door de werknemersorganisaties.

Art. 8.§ 1. Op vraag van minstens één representatieve werknemersorganisatie, middels aangetekend schrijven aan de werkgever en aan de andere representatieve vakbondsorganisaties, kan in elke onderneming een syndicale afvaardiging opgericht worden, voor zover : - de onderneming op de dag van de aanvraag ten minste 20 werknemers tewerkstelt; - en dat 50 pct. van de werknemers hierom verzoekt.

De berekening van het aantal werknemers gebeurt op grond van het gemiddeld aantal werknemers die gedurende de twee trimesters, voorafgaand aan het trimester waarin de aanvraag is gesteld, in de onderneming zijn tewerkgesteld.

Voor de berekening van het aantal bedoelde werknemers, worden alle werknemers in aanmerking genomen zoals vermeld in artikel 1, met uitzondering van de werknemers met een arbeidsovereenkomst voor een bepaalde duur die geen 6 maanden anciënniteit tellen op de dag van de aanvraag tot oprichting.

Elke werkgever is verplicht, op eenvoudige schriftelijke aanvraag van een representatieve vakbondsorganisatie, zijn aantallen inzake tewerkstelling schriftelijk mede te delen, ook al werd er nog geen enkele aanvraag tot oprichting van een syndicale afvaardiging gesteld. § 2. Vanaf de verzending van het aangetekend schrijven waarvan sprake in § 1, binnen een termijn van 14 kalenderdagen, kan de werkgever, bij aangetekend schrijven gericht aan de aanvragende werknemersorganisatie(s), vragen om de tweede voorwaarde na te gaan.

Indien de werkgever dit nazicht niet gevraagd heeft binnen de voorziene termijn, dan wordt deze voorwaarde beschouwd als zijnde vervuld.

De werkgever zal de namen en de adressen van alle werknemers van de onderneming aan de vragende organisaties schriftelijk moeten overmaken. Voor bewijs en op vraag van de werkgever zal aan de voorzitter van het paritair comité, een lijst met handtekeningen overhandigd worden. § 3. De werknemersorganisaties die niet aan de oorsprong hebben gelegen van de aanvraag, beschikken over een termijn van 14 kalenderdagen te rekenen vanaf de verzending van het aangetekend schrijven voorzien in § 1 om de werkgever en de werknemersorganisatie(s) die de brief hebben verzonden, te laten weten dat zij aanspraak maken op ten minste één mandaat.

De werknemersorganisaties stellen zich onderling akkoord over de verdeling en de aanduiding van de afgevaardigden met inachtneming van de in artikel 11 bepaalde grenzen. Zij kunnen hiertoe eventueel beroep doen op de voorzitter van het paritair comité.

Art. 9.Partijen bevelen de instellingen met minder dan 20 werknemers aan, om op vrijwillige basis, syndicaal overleg te organiseren.

Hierbij kan gezocht worden naar aangepaste vormen en modaliteiten.

Art. 10.§ 1. De syndicale afvaardiging wordt opgericht : - ofwel op de dag dat de werkgever zijn schriftelijk akkoord heeft gegeven; - ofwel, bij gebrek aan reactie van de werkgever op het aangetekend schrijven zoals bedoeld in artikel 8, § 2, bij het verstrijken van de reactietermijn van 14 kalenderdagen; - ofwel, op de dag van het positief antwoord van de voorzitter van het paritair comité, op de telling zoals bedoeld in artikel 8, § 2. § 2. De samenstelling van de syndicale afvaardiging wordt bij de werkgever betekend bij aangetekend schrijven, uitgaande van de betrokken werknemersorganisatie(s), waarbij ten minste één afgevaardigde wordt aangeduid.

De mandaat van de syndicale afvaardiging neemt een aanvang op de datum van de verzending van dit aangetekend schrijven.

Art. 11.De syndicale afvaardiging wordt samengesteld uit effectieve en plaatsvervangende afgevaardigden, waarvan het aantal als volgt wordt bepaald : - van 20 tot 34 werknemers : 2 effectieven; - van 35 tot 49 werknemers : 2 effectieven en 1 plaatsvervanger; - van 50 tot 99 werknemers : 3 effectieven en 3 plaatsvervangers; - 100 en meer werknemers : 4 effectieven en 4 plaatsvervangers.

Bij het verstrijken van de mandaten van de syndicale afgevaardigden kan de werkgever, op basis van de daling inzake het personeelsvolume en de bepalingen van dit artikel, de vernieuwing van één of meerdere mandaten weigeren.

Bij het verstrijken van de mandaten van de syndicale afgevaardigden kan (kunnen) de werknemersorganisatie(s), op basis van de stijging van het personeelsvolume en de bepalingen van dit artikel, een toename vragen van het aantal afgevaardigden.

Art. 12.Indien het mandaat van een syndicale afgevaardigde, effectief of plaatsvervangend, niet is ingevuld of een einde neemt om welke reden dan ook, heeft de betrokken werknemersorganisatie het recht om in zijn aanstelling of in zijn vervanging te voorzien. De nieuwe afgevaardigde of de vervanger voleindigt het mandaat.

Art. 13.Om als afgevaardigde te mogen fungeren, moeten de personeelsleden aan de volgende voorwaarden voldoen aan de aanvang van hun mandaat : 1. ten minste 6 maanden anciënniteit bezitten in de onderneming en niet in een proefperiode zijn;2. niet in opzegperiode zijn;3. de pensioenleeftijd niet bereikt hebben;4. geen deel uitmaken van het leidinggevend personeel of van de raad van beheer van de onderneming.

Art. 14.Het plaatsvervangend lid wordt geroepen om te zetelen in vervanging van een effectief : a) wanneer het effectief lid belet is om aan de vergadering deel te nemen;b) wanneer het mandaat van het effectief lid ten einde loopt in uitvoering van artikel 15 van deze collectieve arbeidsovereenkomst.In dit geval voleindigt het plaatsvervangend lid het mandaat van het effectief lid dat hij vervangt.

Art. 15.Het mandaat van de afgevaardigde loopt ten einde : 1. bij het verstrijken van de termijn;2. ingevolge schriftelijke ontslagneming door de werknemersorganisatie aan de werkgever betekend;3. in geval de afgevaardigde ophoudt tot het personeel te behoren;4. in geval hij in de onderneming met een leidinggevende functie wordt belast of lid wordt van de raad van beheer;5. in geval van overlijden;6. in geval van terugtrekking van het mandaat door de werknemersorganisatie waarvan de afgevaardigde lid is.

Art. 16.Het mandaat van afgevaardigde duurt 4 jaar en is vernieuwbaar.

De werkgever verwittigt de syndicale organisaties die een afgevaardigde hebben aangeduid per aangetekend schrijven. In dit geval, zo de werknemersorganisaties niet overgaan tot de vernieuwde aanstelling overeenkomstig de procedure voorzien in artikel 10 vóór het verstrijken van de mandaten, nemen de mandaten een einde bij het verstrijken ervan.

Indien de werkgever niet overgaat tot deze melding binnen de gestelde termijn, dan worden de mandaten stilzwijgend vernieuwd. HOOFDSTUK IV. - Bevoegdheid van de syndicale afvaardiging

Art. 17.Zonder afbreuk te doen aan de specifieke opdrachten toegewezen door en/of op grond van specifieke bepalingen, heeft de bevoegdheid van de syndicale afvaardiging onder andere betrekking op : 1. de arbeidsverhoudingen;2. de toepassing van de sociale wetgeving, van de collectieve arbeidsovereenkomsten, van het arbeidsreglement en de individuele arbeidsovereenkomsten;3. ondernemingen met de hulp van de secretarissen van de organisaties met het oog op het sluiten van collectieve arbeidsovereenkomsten of akkoorden in de schoot van de onderneming;4. de naleving van de algemene beginselen van deze collectieve arbeidsovereenkomst.

Art. 18.De syndicale afvaardiging heeft het recht door het ondernemingshoofd of door zijn vertegenwoordiger ten laatste binnen de 8 dagen te worden gehoord, naar aanleiding van elk geschil of betwisting van collectieve aard die zich in de onderneming voordoet; zij heeft hetzelfde recht wanneer dergelijke geschillen of betwistingen dreigen te ontstaan.

Art. 19.Elke individuele klacht wordt langs de gewone hiërarchische weg ingediend door de belanghebbende werknemer die op zijn verzoek wordt bijgestaan door zijn syndicale afvaardiging. De syndicale afvaardiging heeft het recht te worden gehoord naar aanleiding van elk individueel geschil of betwisting die langs deze weg niet kon worden opgelost.

Art. 20.Wanneer eventuele besprekingen niet tot een akkoord leiden, mag de syndicale afvaardiging zich bij overlegvergaderingen laten bijstaan door vertegenwoordigers van hun syndicale organisaties; zij brengt voorafgaandelijk de werkgever hiervan op de hoogte.

In dezelfde omstandigheden, kan de werkgever zich bij overlegvergaderingen laten bijstaan door vertegenwoordigers van de werkgeversorganisatie; hij brengt voorafgaandelijk de syndicale afvaardiging hiervan op de hoogte.

Indien geen oplossing gevonden wordt, kan de directie of de syndicale afvaardiging de verzoeningsprocedure starten zoals bepaald in het huishoudelijk reglement van het Paritair Comité voor de socio-culturele sector.

Een stakingsaanzegging mag slechts schriftelijk en na uitputting van de verschillende overleg- en bemiddelingsprocedures beschreven in dit artikel, ingediend worden. Hij moet ten minste 14 kalenderdagen voor de aangekondigde actie gegeven worden.

Art. 21.De tussen de syndicale afvaardiging en de werkgever gesloten schriftelijke overeenkomsten, zullen door de werkgever van de onderneming ter kennis worden gebracht van het personeel door aanplakking in de lokalen van de onderneming, behoudens wanneer het gaat om individuele gevallen. HOOFDSTUK V. - Werking

Art. 22.Bewust van de medeverantwoordelijkheid inzake personeelsproblematiek, bekijkt en behandelt de afgevaardigde de gestelde problemen met de nodige objectiviteit.

Art. 23.De uren besteed aan de vergaderingen van de syndicale afvaardiging met de werkgever, worden beschouwd als normale arbeidsuren voor het personeel, zowel voor wat de berekening van de arbeidstijd betreft als wat de betaling van het loon aangaat. Hieraan wordt een krediet van 2 uren per maand toegevoegd voor de voorbereiding van deze vergaderingen, onder dezelfde voorwaarden. De syndicale afgevaardigde verwittigt zijn hiërarchische overste vóór zijn deelneming aan een voorbereiding van de vergadering.

Art. 24.De syndicale afvaardiging beschikt daarenboven over 7 dagen per jaar en per aangeduide effectieve of plaatsvervangende afgevaardigde voor de deelname aan sectorale of intersectorale syndicale activiteiten.

Bovendien beschikt elke aangeduide syndicale afgevaardigde afvaardiging over 8 dagen over een periode van 4 jaar, voor syndicale vorming.

De syndicale afgevaardigde is er toe gehouden zijn hiërarchische overste vooraf te verwittigen van zijn deelname aan een syndicale activiteit zoals beschreven in dit artikel. In geval van meningsverschil stelt de werkgever schriftelijk de betrokken syndicale organisatie, hiervan in kennis met vermelding van zijn motivatie.

Art. 25.Er wordt overeengekomen dat, zonder dat het globaal aantal uren toegekend aan de syndicale afvaardiging door de huidige collectieve arbeidsovereenkomst op grond van het aantal ingevulde mandaten wordt overschreden, een afgevaardigde een aantal uren mag cumuleren met de tijd die hem is toegewezen op grond van zijn mandaat voor de uitoefening van de syndicale opdrachten. Deze cumul is beperkt tot drie maal het aantal uren voor zijn mandaat.

Over de modaliteiten van verdeling van het aantal uren kan in de instelling worden onderhandeld.

Art. 26.De syndicale afvaardiging kan, na kennisgeving aan de werkgever, overgaan tot alle schriftelijke en mondelinge mededelingen ten nutte van het personeel. Deze mededelingen dienen van syndicale of professionele aard te zijn.

Met akkoord van de werkgever, kunnen op de arbeidsplaats en gedurende de werkuren, voorlichtingsvergaderingen voor het personeel van de onderneming worden belegd door de syndicale afvaardiging. De werkgever mag dit akkoord niet willekeurig weigeren. HOOFDSTUK VI. - Statuut van vakbondsafgevaardigde

Art. 27.Het mandaat van de syndicale afgevaardigde mag geen aanleiding geven tot enig nadeel of speciale voordelen voor diegene die het uitoefent. Dit betekent dat de afgevaardigden recht hebben op de normale promoties van de categorie werknemers waartoe zijn behoren.

Art. 28.§ 1. De afgevaardigde mag niet worden afgedankt om redenen die eigen zijn aan de uitoefening van zijn mandaat. § 2. De werkgever die voornemens is een syndicale afgevaardigde om gelijk welke reden, met uitzondering van dringende redenen, af te danken, verwittigt voorafgaandelijk de syndicale afvaardiging evenals de syndicale organisatie die de kandidatuur van de afgevaardigde heeft voorgedragen. Deze verwittiging gebeurt bij aangetekend schrijven dat uitwerking heeft op de derde dag volgend op de datum van verzending.

De syndicale organisatie beschikt over een termijn van zeven dagen om mee te delen dat zij niet akkoord gaat met de redenen van de voorgenomen afdanking. Deze mededeling zal gebeuren bij aangetekend schrijven. De periode van zeven dagen neemt een aanvang op de dag waarop het door de werkgever toegezonden schrijven uitwerking heeft.

De betrokken syndicale organisatie en de werkgever zijn verplicht alles in het werk te stellen om het geschil op te lossen op het vlak van de onderneming. § 3. Indien op het niveau van de onderneming geen overeenkomst kan bereikt worden, wordt dit geschil overgemaakt aan het Paritair Comité voor de socio-culturele sector. Bij gebrek aan unaniem akkoord in het verzoeningsbureau van het paritair comité binnen de 30 dagen, kan de werkgever het geschil voorleggen aan de arbeidsrechtbank. § 4. Tijdens hogervermelde periode kan de afgevaardigde niet ontslagen worden.

Art. 29.In geval van afdanking van een syndicale afgevaardigde wegens zware fout, moet de syndicale afvaardiging en de syndicale organisatie die de afgevaardigde heeft aangesteld daarvan onmiddellijk worden op de hoogte gebracht per aangetekend schrijven.

Art. 30.Een forfaitaire vergoeding is door de werkgever verschuldigd in navolgende gevallen : 1) indien hij een syndicale afgevaardigde afdankt, zonder de in voornoemde artikelen 28 en 29 bepaalde procedure na te leven;2) indien, op het einde van deze procedure, de geldigheid van de redenen van afdanking, rekening houdend met de bepalingen van artikel 28, § 1, door het verzoeningsbureau van het paritair comité of door de arbeidsrechtbank niet wordt erkend;3) indien de werkgever een afgevaardigde heeft ontslagen wegens dringende reden en de arbeidsrechtbank het ontslag ongegrond heeft verklaard;4) indien de arbeidsovereenkomst werd beëindigd wegens zware fout van de werkgever die voor de afgevaardigde een reden is tot onmiddellijke beëindiging van de overeenkomst. De forfaitaire vergoeding is gelijk aan de bruto-bezoldiging van één jaar, onverminderd de toepassing van de wettelijke beschikkingen inzake de opzegvergoedingen, vastgelegd bij wet van 3 juli 1978 betreffende de arbeidsovereenkomsten.

Deze vergoeding is niet verschuldigd wanneer de syndicale afgevaardigde de vergoeding ontvangt, bepaald in de wet van 4 augustus 1996 betreffende het welzijn van de werknemers bij de uitvoering van hun werk. HOOFDSTUK VII. - Overgangsbepalingen en geldigheidsduur

Art. 31.De syndicale afvaardiging die reeds zijn opgericht blijven onverkort bestaan, maar de erkende werknemersorganisaties en de syndicale afgevaardigden kunnen zich vanaf de ondertekening van de huidige overeenkomst beroepen op de gunstiger voorwaarden van de huidige collectieve arbeidsovereenkomst.

Art. 32.Deze collectieve arbeidsovereenkomst treedt in werking op 1 mei 1999.

Zij is gesloten voor onbepaalde tijd en kan worden opgezegd door elk van de partijen met een opzegtermijn van drie maanden bij een ter post aangetekende brief, gericht aan de voorzitter van het Paritair Comité voor de socio-culturele sector.

Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 16 maart 2004.

De Minister van Werk, F. VANDENBROUCKE

^