gepubliceerd op 16 juni 2004
Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 23 mei 2003, gesloten in het Paritair Subcomité voor de haven van Antwerpen, "Nationaal Paritair Comité der haven van Antwerpen" genaamd, betreffende de behandeling van droge petrochemische derivaten/niet-vloeibare aardolieproducten
16 MAART 2004. - Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 23 mei 2003, gesloten in het Paritair Subcomité voor de haven van Antwerpen, "Nationaal Paritair Comité der haven van Antwerpen" genaamd, betreffende de behandeling van droge petrochemische derivaten/niet-vloeibare aardolieproducten (1)
ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.
Gelet op de wet van 5 december 1968 betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités, inzonderheid op artikel 28;
Gelet op het verzoek van het Paritair Subcomité voor de haven van Antwerpen, "Nationaal Paritair Comité der haven van Antwerpen" genaamd;
Op de voordracht van Onze Minister van Werk, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :
Artikel 1.Algemeen verbindend wordt verklaard de als bijlage overgenomen collectieve arbeidsovereenkomst van 23 mei 2003, gesloten in het Paritair Subcomité voor de haven van Antwerpen, "Nationaal Paritair Comité der haven van Antwerpen" genaamd, betreffende de behandeling van droge petrochemische derivaten/niet-vloeibare aardolieproducten.
Art. 2.Onze Minister van Werk is belast met de uitvoering van dit besluit.
Gegeven te Brussel, 16 maart 2004.
ALBERT Van Koningswege : De Minister van Werk, F. VANDENBROUCKE _______ Nota (1) Verwijzing naar het Belgisch Staatsblad : Wet van 5 december 1968, Belgisch Staatsblad van 15 januari 1969. Bijlage Paritair Subcomité voor de haven van Antwerpen, "Nationaal Paritair Comité der haven van Antwerpen" genaamd Collectieve arbeidsovereenkomst van 23 mei 2003 Behandeling van droge petrochemische derivaten/niet-vloeibare aardolieproducten (Overeenkomst geregistreerd op 30 oktober 2003 onder het nummer 68216/CO/301.01)
Artikel 1.Toepassingsgebied Deze collectieve arbeidsovereenkomst is van toepassing op de werkgevers die ressorteren onder de bevoegdheid van het Paritair Subcomité voor de haven van Antwerpen, "Nationaal Paritair Comité der haven van Antwerpen" genaamd, die droge petrochemische derivaten/niet-vloeibare aardolieproducten behandelen en de havenarbeiders van het logistiek contingent die zij tewerkstellen.
Art. 2.Behandeling van droge petrochemische derivaten/niet-vloeibare aardolieproducten Partijen gaan akkoord dat de behandeling van droge petrochemische derivaten/niet-vloeibare aardolieproducten een logistieke activiteit is die dient uitgeoefend te worden door arbeiders van het logistiek contingent, zelfs indien deze goederen in vloeibare vorm worden aan- of afgeleverd.
Art. 3.Loon- en arbeidsvoorwaarden De havenarbeiders van het logistiek contingent die deze activiteit uitoefenen worden tewerkgesteld aan de loon- en arbeidsvoorwaarden van een magazijnarbeider B.
Art. 4.Opleidingsperiode Gedurende de opleidingsperiode van drie maanden ontvangt de havenarbeider van het logistiek contingent een loon gelijk aan 70 pct. van het basisloon van een arbeider algemeen werk. Deze opleidingsperiode van drie maanden gaat in op het ogenblik van het begin van de tewerkstelling bij de werkgever ongeacht het type van de arbeidsovereenkomst.
Deze bijzondere regeling is enkel van toepassing op nieuwe werknemers.
Zij is niet van toepassing op diegene die reeds meer dan drie maanden in dienst zijn bij de werkgever en geregulariseerd worden.
Art. 5.Inwerkingtreding Deze collectieve arbeidsovereenkomst treedt in voege op 1 juni 2003.
Zij wordt voor onbepaalde tijd gesloten. Elk van de contracterende partijen kan ze opzeggen mits een opzeggingstermijn van drie maanden die met een ter post aangetekende brief wordt betekend aan de voorzitter van het Paritair Subcomité voor de haven van Antwerpen, "Nationaal Paritair Comité der haven van Antwerpen" genaamd.
Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 16 maart 2004.
De Minister van Werk, F. VANDENBROUCKE