gepubliceerd op 08 juli 2020
Koninklijk besluit tot omzetting van richtlijn 2016/1106 van de Commissie van 7 juli 2016 tot wijziging van Richtlijn 2006/126/EG van het Europees Parlement en de Raad betreffende het rijbewijs
16 JUNI 2020. - Koninklijk besluit tot omzetting van richtlijn 2016/1106 van de Commissie van 7 juli 2016 tot wijziging van Richtlijn 2006/126/EG van het Europees Parlement en de Raad betreffende het rijbewijs
FILIP, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.
Gelet op de wet betreffende de politie over het wegverkeer, gecoördineerd op 16 maart 1968, artikel 1, eerste lid, artikel 23, § 1, 3°, vervangen bij de wet van 9 juli 1976 en gewijzigd bij de wet van 18 juli 1990 en artikel 26, vervangen bij de wet van 9 juli 1976;
Gelet op het koninklijk besluit van 23 maart 1998Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 23/03/1998 pub. 30/04/1998 numac 1998014078 bron ministerie van verkeer en infrastructuur Koninklijk besluit betreffende het rijbewijs sluiten betreffende het rijbewijs;
Gelet op de betrokkenheid van de gewestregeringen;
Gelet op het advies 67.286 van de Raad van State, gegeven op 25 mei 2020, met toepassing van artikel 84, § 1, eerste lid, 2°, van de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973;
Op de voordracht van de Minister van Mobiliteit, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :
Artikel 1.Dit besluit voorziet in de omzetting van de richtlijn 2016/1106/EU van de Commissie van 7 juli 2016 tot wijziging van Richtlijn 2006/126/EG van het Europees Parlement en de Raad betreffende het rijbewijs.
Art. 2.In punt II. van bijlage 6 van het koninklijk besluit van 23 maart 1998Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 23/03/1998 pub. 30/04/1998 numac 1998014078 bron ministerie van verkeer en infrastructuur Koninklijk besluit betreffende het rijbewijs sluiten betreffende het rijbewijs, gewijzigd bij de koninklijke besluiten van 5 september 2002, 10 september 2010, 2 maart 2011 en 28 april 2011, worden de volgende wijzigingen aangebracht: 1° de punten 6.1.2. en 6.1.3. worden vervangen als volgt: "6.1.2. De kandidaat die lijdt aan een aandoening met een duidelijk verhoogd risico op een plotselinge bewustzijnsstoornis of een plotselinge invaliderende gebeurtenis, is niet rijgeschikt. 6.1.3. De kandidaat, die ernstige klachten vertoont (NYHA klasse 4) ten gevolge van chronisch hartfalen, kransvatlijden, cardiomyopathie, een aangeboren of verworven klepafwijking al dan niet met een prothese, een aangeboren (of verworven) gebrek van het hart of de grote vaten, is niet rijgeschikt."; 2° het punt 6.2. wordt vervangen als volgt: "6.2. Normen voor de kandidaten van groep 2 6.2.1. De kandidaat die lijdt aan een aandoening met een duidelijk verhoogd risico op een plotselinge bewustzijnsstoornis of een plotselinge invaliderende gebeurtenis, is niet rijgeschikt. 6.2.2. De kandidaat met klachten bij enkel zware fysieke inspanningen ten gevolge van chronisch hartfalen (NYHA klasse 1 en 2), cardiomyopathie, aangeboren of verworven gebrek van het hart of de grote vaten, aangeboren of verworven klepafwijking (al dan niet met een klepprothese), een ischemische hartziekte ten gevolge van een kransvatlijden, kan rijgeschikt worden verklaard. Een verslag van een cardioloog is vereist. De geldigheidsduur van de rijgeschiktheid bedraagt maximaal drie jaar. 6.2.3. De kandidaat met inspanningsklachten bij gewone fysieke inspanning of rust (NYHA klasse 3 en 4) is niet rijgeschikt."; 3° het punt 6.3.1.5. wordt ingevoegd, luidende: "6.3.1.5. De kandidaat die lijdt aan symptomatische elektrische cardiopathie, zoals het Brugada-syndroom en het verlengd QT-syndroom, is niet rijgeschikt. Ingeval van een ingeplante automatische defibrillator, zijn de bepalingen onder punt 6.3.1.4. van toepassing."; 4° in punt 6.3.2.2. worden de woorden "drie maanden die volgen" vervangen door de woorden "maand die volgt"; 5° de punten 6.3.2.5. tot 6.3.2.9 worden ingevoegd, luidende: "6.3.2.5. De kandidaat die lijdt aan symptomatische elektrische cardiopathie, zoals het Brugada-syndroom en het verlengd QT-syndroom, is niet rijgeschikt. 6.3.2.6. De kandidaat die lijdt aan bradyaritmie ten gevolge van sinus-knooppuntziekte, met risico op plotse bewustzijnsstoornissen, is niet rijgeschikt. 6.3.2.7. De kandidaat die lijdt aan verstoring van de geleiding met tweedegraads Atrioventriculair blok (Mobitz II), derdegraads Atrioventriculair blok of wisselende bundeltakblok is niet rijgeschikt. 6.3.2.8. De kandidaat die lijdt aan tachyaritmie met niet-aanhoudende polymorfe ventriculaire tachycardie, aanhoudende ventriculaire tachycardie of met een indicatie voor een defibrillator is niet rijgeschikt. 6.3.2.9. De kandidaten bedoeld in de punten 6.3.2.6. tot 6.3.2.8. kunnen, na adequate behandeling, rijgeschikt verklaard worden door een cardioloog. De geldigheidsduur van de rijgeschiktheid bedraagt maximaal drie jaar.". 6° het punt 6.4. wordt aangevuld met de zin: "De kandidaat met ongecontroleerde maligne hypertensie of symptomatische ernstige hypertensie is niet rijgeschikt."; 7° in de titel van punt 6.5. wordt het woord ", vaatstelsel " ingevoegd tussen de woorden "Coronair stelsel" en "en myocard"; 8° de punten 6.5.1.2. en 6.5.1.3. worden vervangen als volgt: "6.5.1.2. De kandidaat met angina pectoris die optreedt bij rust, bij de minste emotie of andere relevante uitlokkende factor, is niet rijgeschikt. De rijgeschiktheid kan opnieuw geëvalueerd worden na het verdwijnen van de klachten van angina pectoris, bvb. na coronaire bypasschirurgie of CPI. Een verslag van een cardioloog is vereist. 6.5.1.3. De kandidaat die een coronaire bypasschirurgie of een percutane coronaire interventie heeft ondergaan, is niet rijgeschikt.
Op basis van een verslag van een cardioloog, rekening houdend met de klachten van de kandidaat en de evolutie van de aandoening, kan de kandidaat rijgeschikt worden verklaard."; 9° de punten 6.5.1.4 en 6.5.1.5. worden ingevoegd, luidende: "6.5.1.4. De kandidaat die één of meerdere myocardinfarcten heeft doorgemaakt is niet rijgeschikt. Op basis van een verslag van een cardioloog, rekening houdend met de klachten van de kandidaat en de evolutie van de aandoening, kan de kandidaat rijgeschikt worden verklaard. 6.5.1.5. De kandidaat die lijdt aan een aneurysma aortae, waarbij maximumdiameter van de aorta een aanzienlijk risico inhoudt op plotselinge breuk en plotselinge invaliderende gebeurtenis, is niet rijgeschikt."; 10° in punt 6.5.2.2. worden de woorden", duidelijk bewezen tekens van coronair lijden" weggelaten; 11° het punt 6.5.2.3. wordt vervangen als volgt: "6.5.2.3. Indien het evenwel gaat om één of meer beperkte infarcten, met behoud van een goede hartfunctie en zonder ritmestoornissen, kan de houder van een rijbewijs van groep 2 rijgeschikt worden verklaard.
De geldigheidsduur van de rijgeschiktheid bedraagt maximaal drie jaar.
Een verslag van een cardioloog is vereist."; 12° de punten 6.5.2.4. tot 6.5.2.6. worden ingevoegd, luidende: "6.5.2.4. De kandidaat met kritische stenose van de carotis is niet rijgeschikt. 6.5.2.5. De kandidaat die lijdt aan een aneurysma aortae, waarbij maximumdiameter van de aorta groter is dan 5,5 cm, is niet rijgeschikt. 6.5.2.6. De kandidaat die een coronaire bypasschirurgie of een percutane coronaire interventie heeft ondergaan, is niet rijgeschikt.
Op basis van een verslag van een cardioloog, rekening houdend met de klachten van de kandidaat en de evolutie van de aandoening, kan de kandidaat rijgeschikt worden verklaard."; 13° het punt 6.6. wordt ingevoegd, luidende: "6.6. Hartfalen 6.6.1. Normen voor de kandidaten van groep 1 6.6.1.1. De kandidaat met een hulpmiddel ter ondersteuning van de hartpompfunctie kan rijgeschikt bevonden worden door de cardioloog van het geneeskundig centrum dat instaat voor de opvolging van de goede werking van het hulpmiddel en de behandeling van de kandidaat. 6.6.1.2. De voorwaarden voor het afleveren van een rijgeschiktheidsattest en voor het verlengen van de geldigheidsduur ervan zijn: a) onder regelmatig geneeskundig toezicht staan;b) voldoende inzicht hebben in de aandoening;c) blijk geven van een strikte therapietrouw;d) en het voorgeschreven behandelingsplan nauwgezet volgen. Het rijgeschiktheidsattest kan een maximale geldigheidsduur hebben van drie jaar. 6.6.2. Normen voor de kandidaten van groep 2 6.6.2.1. De kandidaat met een hulpmiddel ter ondersteuning van de hartpompfunctie is niet rijgeschikt.".
Art. 3.De minister bevoegd voor het Wegverkeer is belast met de uitvoering van dit besluit.
Gegeven te Brussel, 16 juni 2020.
FILIP Van Koningswege : De Minister van Mobiliteit, Fr. BELLOT