Etaamb.openjustice.be
Koninklijk Besluit van 16 juni 2009
gepubliceerd op 03 juli 2009

Koninklijk besluit houdende nadere regels voor het inzetten van leden van het onderwijzend personeel in de gesloten centra van de FOD Binnenlandse Zaken

bron
federale overheidsdienst binnenlandse zaken
numac
2009000464
pub.
03/07/2009
prom.
16/06/2009
ELI
eli/besluit/2009/06/16/2009000464/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
links
Raad van State (chrono)
Document Qrcode

16 JUNI 2009. - Koninklijk besluit houdende nadere regels voor het inzetten van leden van het onderwijzend personeel in de gesloten centra van de FOD Binnenlandse Zaken


ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op de artikelen 37 en 107, tweede lid, van de Grondwet;

Gelet op het advies van de Inspecteur van Financiën, gegeven op 10 juli 2008;

Gelet op de akkoordbevinding van de Minister van Ambtenarenzaken van 4 december 2008;

Gelet op de akkoordbevinding van de Staatssecretaris voor Begroting van 15 december 2008;

Gelet op het protocol nr. 2008-11 van 9 januari 2009 van het sectorcomité V - Binnenlandse Zaken;

Gelet op het advies 46.157/4 van de Raad van State, gegeven op 30 maart 2009, met toepassing van artikel 84, § 1, eerste lid, 1°, van de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973;

Overwegende dat reeds sinds 1 september 2007 leden van het onderwijzend personeel bijdragen tot de begeleiding van de bewoners van de gesloten centra van de Algemene Directie van de Dienst Vreemdelingenzaken; dat er dringend duidelijkheid moet geboden worden inzake de specifieke arbeidsvoorwaarden van deze personen;

Overwegende dat zij bij de uitoefening van hun functie worden blootgesteld aan dezelfde risico's en onaangenaamheden als de overige personeelsleden van de gesloten centra; dat het, om redenen van billijkheid en rechtvaardigheid, dan ook aangewezen is dat deze leden van het onderwijzend personeel, binnen de kortste keren aanspraak kunnen maken op dezelfde compensatoire maatregelen dan degene waarop de personeelsleden van de FOD Binnenlandse Zaken recht hebben en die binnen hetzelfde gesloten centrum worden tewerkgesteld;

Op de voordracht van Onze Minister van Migratie- en asielbeleid, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :

Artikel 1.Dit besluit is van toepassing op de leden van het onderwijzend personeel die verlof wegens opdracht genieten om, overeenkomstig artikel 74 van het koninklijk besluit van 2 augustus 2002 houdende vaststelling van het regime en de werkingsmaatregelen, toepasbaar op de plaatsen gelegen op het Belgisch grondgebied, beheerd door de Dienst Vreemdelingenzaken, waar een vreemdeling wordt opgesloten, ter beschikking gesteld van de regering of vastgehouden, overeenkomstig de bepalingen vermeld in artikel 74/8, § 1, van de wet van 15 december 1980 betreffende de toegang tot het grondgebied, het verblijf, de vestiging en de verwijdering van vreemdelingen, bij te dragen tot de begeleiding van de bewoners van de gesloten centra van de Algemene Directie van de Dienst Vreemdelingenzaken, hierna te noemen « het lid van het onderwijzend personeel ».

Art. 2.Het lid van het onderwijzend personeel bedoeld in artikel 1 wordt onder het hiërarchisch gezag geplaatst van een door de directeur-generaal van de Algemene Directie van de Dienst Vreemdelingenzaken aangewezen personeelslid van de Federale Overheidsdienst Binnenlandse Zaken.

Het lid van het onderwijzend personeel moet de arbeidsorganisatie eerbiedigen die geldt in het gesloten centrum inclusief de arbeidsduur, feestdagen en het arbeidsreglement.

Art. 3.Het lid van het onderwijzend personeel heeft de mogelijkheid te opteren voor het stelsel van arbeidsduurvermindering tot 36 uur per week, volgens de modaliteiten vastgelegd in het koninklijk besluit van 5 november 2002 tot invoering van arbeidsduurvermindering ten gunste van sommige personeelsleden in dienst in de gesloten centra van het Ministerie van Binnenlandse Zaken, alsook van sommige personeelsleden die belast zijn met het vervoer van de vreemdelingen of het toezicht in de wachtzaal van de dienst Vreemdelingenzaken.

Art. 4.Het lid van het onderwijzend personeel geniet van de verloven, afwezigheden en dienstvrijstellingen bedoeld in het koninklijk besluit van 19 november 1998 betreffende de verloven en afwezigheden toegestaan aan de personeelsleden van de rijksbesturen.

Art. 5.Het lid van het onderwijzend personeel heeft, in het kader van het woonwerkverkeer, recht op de vergoedingen voorzien in het koninklijk besluit van 3 mei 2007 betreffende de ten laste neming van de kosten inzake openbaar vervoer in woonwerkverkeer van de federale personeelsleden door de Staat en sommige federale openbare instellingen en het koninklijk besluit van 20 april 1999 houdende toekenning van een vergoeding voor het gebruik van de fiets aan de personeelsleden van sommige overheidsdiensten.

Art. 6.Het lid van het onderwijzend personeel heeft, in voorkomend geval, recht op de toelage voorzien in het ministerieel besluit van 12 mei 1998 tot toekenning van een toelage aan de personeelsleden tewerkgesteld in de gesloten centra onder het beheer van de Dienst Vreemdelingenzaken en aan de personeelsleden die instaan voor het toezicht in de wachtzaal van de Dienst Vreemdelingenzaken en de toelage voorzien in het ministerieel besluit van 5 november 2002 tot toekenning van een forfaitaire toelage aan sommige personeelsleden in dienst in de gesloten centra van het Ministerie van Binnenlandse Zaken, alsook aan sommige personeelsleden die belast zijn met het vervoer van de vreemdelingen of het toezicht in de wachtzaal van de Dienst Vreemdelingenzaken.

Art. 7.De directeur-generaal van de Algemene Directie van de Dienst Vreemdelingenzaken kan een einde maken aan het inzetten van het lid van het onderwijzend personeel.

Art. 8.Dit besluit treedt in werking de tiende dag na die waarop het in het Belgisch Staatsblad bekendgemaakt wordt, met uitzondering van de artikelen 1, 3, 4, 5, en 6, die op 1 september 2007 in werking treden.

Art. 9.Onze Minister van Migratie- en asielbeleid is belast met de uitvoering van dit besluit.

Gegeven te Brussel, 16 juni 2009.

ALBERT Van Koningswege : De Minister van Migratie- en asielbeleid, Mevr. A. TURTELBOOM

^