gepubliceerd op 13 september 2004
Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 13 december 2002, gesloten in het Paritair Comité voor de socio-culturele sector, houdende maatregelen ter bevordering van de tewerkstelling in de socio-culturele sector en organisatie van het "Fonds social Maribel social du secteur socio-culturel des Communautés française et germanophone"
16 JULI 2004. - Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 13 december 2002, gesloten in het Paritair Comité voor de socio-culturele sector, houdende maatregelen ter bevordering van de tewerkstelling in de socio-culturele sector en organisatie van het "Fonds social Maribel social du secteur socio-culturel des Communautés française et germanophone" (1)
ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.
Gelet op de wet van 5 december 1968 betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités, inzonderheid op artikel 28;
Gelet op het koninklijk besluit van 18 juli 2002 houdende maatregelen met het oog op de bevordering van de tewerkstelling in de non-profit sector;
Gelet op het verzoek van het Paritair Comité voor de socio-culturele sector;
Op de voordracht van Onze Minister van Werk, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :
Artikel 1.Algemeen verbindend wordt verklaard de als bijlage overgenomen collectieve arbeidsovereenkomst van 13 december 2002, gesloten in het Paritair Comité voor de socio-culturele sector, houdende maatregelen ter bevordering van de tewerkstelling in de socio-culturele sector en organisatie van het "Fonds social Maribel social du secteur socio-culturel des Communautés française et germanophone".
Art. 2.Onze Minister van Werk is belast met de uitvoering van dit besluit.
Gegeven te Brussel, 16 juli 2004.
ALBERT Van Koningswege : De Minister van Werk, F. VANDENBROUCKE _______ Nota (1) Verwijzingen naar het Belgisch Staatsblad : Wet van 5 december 1968, Belgisch Staatsblad van 15 januari 1969. Koninklijk besluit van 18 juli 2002, Belgisch Staatsblad van 22 augustus 2002, Ed. 2.
Bijlage Paritair Comité voor de socio-culturele sector Collectieve arbeidsovereenkomst van 13 december 2002 Maatregelen ter bevordering van de tewerkstelling in de socio-culturele sector en organisatie van het "Fonds social Maribel social du secteur socio-culturel des Communautés française et germanophone" (Overeenkomst geregistreerd op 28 maart 2003 onder het nummer 65814/CO/329)
Artikel 1.Deze collectieve arbeidsovereenkomst wordt gesloten overeenkomstig de bepalingen van de wet van 5 december 1968 op de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités en in toepassing van het koninklijk besluit van 18 juli 2002 houdende maatregelen met het oog op de bevordering van de tewerkstelling in de non-profit sector.
De bepalingen van deze collectieve arbeidsovereenkomst zijn eveneens van toepassing op de groeperingen van werkgevers zoals vermeld in artikelen 3 en 15 van deze collectieve arbeidsovereenkomst.
Art. 2.Deze collectieve arbeidsovereenkomst is van toepassing op de werkgevers en werknemers van de verenigingen die ressorteren onder het Paritair Comité voor de socio-culturele sector, die geen organisaties voor ontwikkelingssamenwerking of ontwikkelingsopleiding zijn en die aan één van de volgende voorwaarden voldoen : - een vereniging zijn waarvan de maatschappelijke zetel gevestigd is in het Waalse Gewest; - een vereniging zijn waarvan de maatschappelijke zetel gevestigd is in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest en die ingeschreven is bij de Rijksdienst voor Sociale Zekerheid op de Franse taalrol.
Onder "werknemers" wordt verstaan : de mannelijke en vrouwelijke werklieden en bedienden.
Art. 3.Onder "koninklijk besluit", wordt verstaan : koninklijk besluit van 18 juli 2002 houdende maatregelen met het oog op de bevordering van de tewerkstelling in de non-profit sector.
Onder "groepering van werkgevers" wordt begrepen : de groeperingen van organisaties die tot een akkoord komen om gezamenlijk te genieten van de voordelen van de verminderingen van de Sociale Maribel.
Onder "fonds social" verstaat men : het "Fonds Social Maribel social du secteur socio-culturel des Communautés française et germanophone".
Art. 4.Overeenkomstig het artikel 2 van het koninklijk besluit, geeft de werknemer die per kwartaal, van het aantal arbeidsuren of arbeidsdagen voorzien in de sector of in de vereniging voor een voltijdse betrekking, minstens 50 pct. presteert recht op een vermindering van de werkgeversbijdragen.
Art. 5.De partijen komen overeen de inning van de vermindering van de bijdragen toe te vertrouwen aan het Rijksinstituut voor Sociale Zekerheid (RSZ).
De door de R.S.Z. geïnde opbrengst van de verminderingen van de werkgeversbijdragen komt van de in het artikel 2 vermelde werkgevers die ressorteren onder het "Sociaal Fonds Sociale Maribel van de socio-culturele sector".
Art.6. De werkgevers gaan de verbintenis aan om de bijdrageverminderingen bedoeld in artikel 2 van het koninklijk besluit, integraal aan te wenden voor de financiering van bijkomende arbeidsplaatsen.
Art. 7.Een werkgever die zich genoodzaakt ziet om het arbeidsvolume te verminderen, kan niet worden uitgesloten van het genot van de Sociale Maribel voordelen, op voorwaarde dat : 1. hij vooraf per aangetekende brief de vermindering van het arbeidsvolume meldt aan het "fonds social", met opgave van de vermindering die het arbeidsvolume uitgedrukt in voltijdse equivalenten ondergaat bij toepassing van de voorgestelde vermindering over een volledig kalenderjaar;2. het "fonds social" zijn instemming betuigt met het voorstel van vermindering van het arbeidsvolume op basis van vooraf vastgestelde objectieve criteria en bij gemotiveerde beslissing.
Art. 8.Bij toepassing van het artikel 8, § 2, c) en f) van het koninklijk besluit, moet iedere werkgever of groepering van werkgevers die een financiële tussenkomst krijgt van het "fonds social", ieder jaar en ten laatste voor 31 januari van het volgende jaar, een uitvoerig verslag bezorgen aan het "fonds social".
Het niet naleven van deze bepalingen zal aanleiding geven tot sancties, te bepalen door het "fonds social".
Art. 9.Dit verslag moet ten minste de volgende elementen bevatten : - het totaal aantal betrekkingen uitgedrukt in werknemers en in arbeidsuren voor de referteperiode en voor de betreffende periode; - de naamlijst van de werkgevers die dank zij de financiële tussenkomst van het fonds in dienst werden genomen, met hun arbeidsstelsel, hun functie en loonschaal, hun rang op de salarisschaal, het plafond van hun loon en de eventuele cofinanciering.
Het "fonds social" kan, indien nodig, bijkomende inlichtingen vragen.
Het "fonds social" zal een modelverslag uitwerken.
Art. 10.Er zal moeten worden aangetoond dat over dit verslag werd beraadslaagd en tevens zal moeten worden vermeld of het al dan niet werd goedgekeurd door de ondernemingsraad of, bij gebrek hieraan, door de vakbondsafvaardiging of, bij gebrek hieraan, door ten minste twee gewestelijke of nationale vertegenwoordigers van de vakorganisaties die zitting hebben in het paritair comité.
Als er geen akkoord wordt bereikt binnen de 15 dagen die volgen op de betekening van het verslag door de werkgever aan de vertegenwoordigers van de werknemers, kan de meest gerede partij het verslag voorleggen aan het "fonds social" dat een beslissing zal nemen.
Art. 11.Het "fonds social" stuurt tegen 30 juni van elk kalenderjaar aan de leidend ambtenaar van de Federale Overheidsdienst Werkgelegenheid, Arbeid en Sociaal Overleg volgende documenten op : 1. de lijst van de werkgevers die gedurende het volledig vorig kalenderjaar genoten hebben van een financiële tegemoetkoming van het "fonds social";2. de lijst van de werkgevers die bij toepassing van artikel 14 het arbeidsvolume van hun werknemers die onder de toepassing vallen van dit besluit, hebben kunnen verminderen in de loop van het kalenderjaar voorafgaand aan het kalenderjaar waarin de lijst wordt opgeleverd, met opgave, per werkgever, van de informatie die de werkgever aan het "fonds social" verstrekt heeft bij toepassing van artikel 14, 1°, van het koninklijk besluit.
Art. 12.De werkgever is verplicht zonder verwijl de nuttige inlichtingen aan het "fonds social" te bezorgen. Dit geldt met name voor de contracten van de werknemers, de verbreking van arbeidsovereenkomsten, de vervangingen, de tenlastenemingen door het ziekenfonds, de wijzigingen van de groeperingen of ieder ander element dat kan leiden tot een wijziging van de subsidie.
Als deze bepalingen niet worden nageleefd, kan dit aanleiding geven tot sancties te bepalen door het fonds.
Art. 13.Tenzij het "fonds social" beslist de termijn te verkorten, moeten de nieuwe indienstnemingen en de verhoging van het globaal tewerkstellingsvolume verwezenlijkt worden binnen de zes maanden die volgen op de betekening van de aanvaarding van de aanvraag tot toekenning van een financiële tussenkomst, zoals bepaald in artikel 18 van het koninklijk besluit, behalve wanneer er schriftelijk een afwijking wordt gevraagd aan het "fonds social".
Art. 14.Het "fonds social" bepaalt de criteria waarmee rekening moet worden gehouden voor het goedkeuren van de aanvragen om toekenning van een financiële tussenkomst.
Het "fonds social" bepaalt het plafond van zijn tussenkomsten.
De jaarlijkse tussenkomst van het "fonds social" voor de betrekkingen toegekend krachtens het koninklijk besluit, mag de werkelijke loonkost van de werknemer, beperkt tot 64.937,84 EUR per voltijds equivalent, niet overschrijden.
Het "fonds social" kan, voor de werknemers aangeworven in toepassing van het koninklijk besluit van 5 februari 1997 houdende maatregelen met het oog op de bevordering van de tewerkstelling in de non-profit sector (Belgisch Staatsblad van 27 februari 1997) waarvan de verloning voor de betrokken werknemer op het einde van de carriere het plafond van 64.937,82 EUR rol overschrijden, een jaarlijkse tussenkomst toekennen die overeenstemt met de reële loonkost van de werknemer geplafonneerd op 31.532 EUR voor om voltijdse equivalent.
De tussenkomst van het sectoraal fonds is beperkt tot de effectieve en ermee gelijkgestelde bezoldigde prestaties.
De plafonds kunnen, bij beslissing van het beheerscomité, geïndexeerd worden volgens de regels bepaald in de collectieve arbeidsovereenkomst van 20 maart 1997 betreffende de koppeling van de bezoldigingen aan het indexcijfer van de consumptieprijzen (koninklijk besluit van 14 september 1997, Belgisch Staatsblad van 22 oktober 1997). De spilindex op 1 januari 2003 is 109,46 (basis 1996).
Onder "loonkost" wordt verstaan : het brutoloon van de werknemer verhoogd met de werkgeversbijdragen voor de sociale zekerheid. Het brutoloon omvat het loon alsook alle vergoedingen en voordelen die aan de werknemer verschuldigd zijn door of krachtens de wettelijke of reglementaire bepalingen alsook deze verschuldigd krachtens collectieve arbeidsovereenkomsten gesloten binnen het paritair orgaan waaronder de werkgever ressorteert.
Art. 15.De werkgevers of groeperingen van werkgevers die de bedoeling hebben om, in uitvoering van deze collectieve arbeidsovereenkomst, een bijkomende inspanning te doen voor de tewerkstelling, moeten per aangetekende brief gericht aan het "fonds social" een aanvraag doen om toekenning van een financiële tussenkomst.
Deze aanvraag om toekenning van een financiële tussenkomst moet worden opgesteld en ondertekend door de werknemer. Zij moet ten minste een precieze beschrijving bevatten van de voorziene indienstnemingen met het oog op het scheppen van nieuwe arbeidsplaatsen.
Het model van kandidaatstelling evenals de lijst van de documenten die er moeten worden aan toegevoegd, wordt opgesteld door het "fonds social".
Art. 16.Een kopie van de aanvraag om toekenning van een financiële tussenkomst wordt vooraf ter informatie en voor advies bezorgd aan de ondernemingsraad of, bij gebrek hieraan, aan de vakbondsafvaardiging of, bij gebrek hieraan, aan de werknemers.
De werknemers of hun vertegenwoordigers moeten hun opmerkingen binnen de 15 dagen na de betekening van de aanvraag om toekenning van een financiële tussenkomst schriftelijk mededelen aan de werkgever. De eventuele opmerkingen worden bij de aanvraag gevoegd.
Art. 17.De collectieve arbeidsovereenkomst van 5 juni 1998 houdende maatregelen ter bevordering van de tewerkstelling in de socio-culturele sector (koninklijk besluit van 14 oktober 1999, Belgisch Staatsblad van 21 december 1999), wordt opgeheven en vervangen door deze collectieve arbeidsovereenkomst.
Art. 18.Deze collectieve arbeidsovereenkomst treedt in werking op 1 januari 2003 en is gesloten voor onbepaalde duur.
Zij kan door elke partij worden opgezegd mits een opzeggingstermijn van drie maanden, betekend per aangetekende brief gericht aan de voorzitter van het Paritair Comité voor de socio-culturele sector.
Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 16 juli 2004.
De Minister van Werk, F. VANDENBROUCKE