gepubliceerd op 21 augustus 1997
Koninklijk besluit tot wijziging van artikel 79bis, § 3, van het koninklijk besluit van 25 november 1991 houdende de werkloosheidsreglementering
16 JULI 1997. Koninklijk besluit tot wijziging van artikel 79bis, § 3, van het koninklijk besluit van 25 november 1991 houdende de werkloosheidsreglementering (1)
ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.
Gelet op de besluitwet van 28 december 1944 betreffende de maatschappelijke zekerheid der arbeiders, inzonderheid op artikel 7, gewijzigd bij de wetten van 14 juli 1951, 14 februari 1961, 16 april 1963, 11 januari 1967, 10 oktober 1967, de koninklijke besluiten nr. 13 van 11 oktober 1978 en nr. 28 van 24 maart 1982, de wetten van 22 januari 1985, 30 december 1988, 26 juni 1992 en 30 maart 1994 en het koninklijk besluit van 14 november 1996 en artikel 8 ingevoegd bij de wet van 30 maart 1994;
Gelet op het koninklijk besluit van 25 november 1991 houdende de werkloosheidsreglementering, inzonderheid op artikel 79bis, 3, vervangen bij het koninklijk besluit van 27 januari 1997;
Gelet op het advies van het beheerscomité van de Rijksdienst voor arbeidsvoorziening;
Gelet op het advies van de Inspectie van Financiën, gegeven op 6 juni 1997;
Gelet op de dringendheid, gemotiveerd door het feit dat dit besluit de mogelijke activiteiten in het kader van een PWA uitbreidt tot de seizoensgebonden activiteiten, onder meer het oogsten, ten voordele van de landbouwsector en dat het dus noodzakelijk is dat alle betrokken partijen op de hoogte gebracht worden van deze mogelijkheid voor het begin van de oogst in deze sector;
Gelet op het advies van de Raad van State, gegeven op 30 juni 1997, met toepassing van artikel 84, eerste lid, 2°, van de gecoördineerde wetten op de Raad van State;
Op de voordracht van Onze Minister van Tewerkstelling en Arbeid en op het advies van Onze in Raad vergaderde Ministers, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :
Artikel 1.Artikel 79bis, 3, van het koninklijk besluit van 25 november 1991 houdende de werkloosheidsreglementering, vervangen bij het koninklijk besluit van 27 januari 1997, wordt vervangen door de volgende bepalingen : « 3. De volgende activiteiten mogen in toepassing van artikel 79 worden verricht : 1° ten behoeve van natuurlijke personen a) thuishulp met huishoudelijk karakter;b) hulp voor de bewaking of de begeleiding van zieken of kinderen;c) hulp voor het verrichten van administratieve formaliteiten;d) hulp voor klein tuinonderhoud; 2° ten behoeve van de lokale overheden, de activiteiten van « stadswacht » volgens de bepaling van artikel 79ter;. 3° ten behoeve van de lokale overheden, activiteiten beantwoordend aan de noden waaraan niet tegemoet gekomen wordt door de reguliere arbeidscircuits, inzonderheid ingevolge het tijdelijke en exceptionele karakter van de nood of ingevolge het feit dat deze nood door recente maatschappelijke evoluties ontstaan of merkelijk toegenomen is. Kunnen inzonderheid als dergelijke activiteiten worden beschouwd, de bescherming van het leefmilieu, de buurtveiligheid en het tegemoetkomen aan buurtnoden, de begeleiding van kinderen, jongeren en van sociaal zwakkeren, alsmede socio-culturele activiteiten die van occasionele aard of van beperkte omvang zijn; 4° ten behoeve van onderwijsinstellingen, verenigingen zonder winstoogmerk en andere niet-commerciële verenigingen, activiteiten die door hun aard of hun omvang of door hun occasioneel karakter gewoonlijk verricht worden door vrijwilligers, inzonderheid de activiteiten van personen die hulp verlenen ter gelegenheid van sociale, culturele, sportieve, caritatieve of levensbeschouwelijke manifestaties;5° ten behoeve van de tuinbouwsektor, de activiteiten uitgeoefend binnen het Paritair Comité voor het tuinbouwbedrijf, met uitsluiting van de champignonteelt en het aanplanten en onderhouden van parken en tuinen en ten behoeve van de landbouwsector, de seizoensgebonden activiteiten overeenstemmend met arbeidspieken bij het planten en het oogsten en de andere tijdelijke activiteiten, volgens de modaliteiten en formaliteiten vastgesteld door de Ministers van Tewerkstelling en Arbeid en van Landbouw. De activiteiten bedoeld in het eerste lid, 3° en 4° kunnen uitgeoefend worden wanneer het plaatselijk werkgelegenheidsagentschap niet heeft vastgesteld dat ze in de betreffende gemeente worden aangetroffen in de reguliere arbeidscircuits. »
Art. 2.Dit besluit treedt in werking de eerste dag van de maand volgend op die gedurende welke het in het Belgisch Staatsblad is bekendgemaakt.
Art. 3.Onze Minister van Tewerkstelling en Arbeid is belast met de uitvoering van dit besluit.
Gegeven te Brussel, 16 juli 1997.
ALBERT Van Koningswege : De Minister van Tewerkstelling en Arbeid, Mevr. M. SMET Voor de raadpleging van de voetnoot, zie beeld