gepubliceerd op 17 maart 2017
Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 22 februari 2016, gesloten in het Paritair Comité voor de maatschappijen voor hypothecaire leningen, sparen en kapitalisatie, betreffende het akkoord 2015-2016
16 FEBRUARI 2017. - Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeids overeenkomst van 22 februari 2016Relevante gevonden documenten type overeenkomst prom. 22/02/2016 pub. 04/04/2016 numac 2016022077 bron federale overheidsdienst sociale zekerheid Verordening tot wijziging van de verordening van 28 juli 2003 tot uitvoering van artikel 22, 11° van de wet betreffende de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen, gecoördineerd op 14 juli 1994 sluiten, gesloten in het Paritair Comité voor de maatschappijen voor hypothecaire leningen, sparen en kapitalisatie, betreffende het akkoord 2015-2016 (1)
FILIP, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.
Gelet op de wet van 5 december 1968Relevante gevonden documenten type wet prom. 05/12/1968 pub. 22/05/2009 numac 2009000346 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités, inzonderheid op artikel 28;
Gelet op het verzoek van het Paritair Comité voor de maatschappijen voor hypothecaire leningen, sparen en kapitalisatie;
Op de voordracht van de Minister van Werk, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :
Artikel 1.Algemeen verbindend wordt verklaard de als bijlage overgenomen collectieve arbeids overeenkomst van 22 februari 2016Relevante gevonden documenten type overeenkomst prom. 22/02/2016 pub. 04/04/2016 numac 2016022077 bron federale overheidsdienst sociale zekerheid Verordening tot wijziging van de verordening van 28 juli 2003 tot uitvoering van artikel 22, 11° van de wet betreffende de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen, gecoördineerd op 14 juli 1994 sluiten, gesloten in het Paritair Comité voor de maatschappijen voor hypothecaire leningen, sparen en kapitalisatie, betreffende het akkoord 2015-2016.
Art. 2.De minister bevoegd voor Werk is belast met de uitvoering van dit besluit.
Gegeven te Brussel, 16 februari 2017.
FILIP Van Koningswege : De Minister van Werk, K. PEETERS _______ Nota (1) Verwijzing naar het Belgisch Staatsblad : Wet van 5 december 1968Relevante gevonden documenten type wet prom. 05/12/1968 pub. 22/05/2009 numac 2009000346 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten, Belgisch Staatsblad van 15 januari 1969. Bijlage Paritair Comité voor de maatschappijen voor hypothecaire leningen, sparen en kapitalisatie Collectieve arbeids overeenkomst van 22 februari 2016Relevante gevonden documenten type overeenkomst prom. 22/02/2016 pub. 04/04/2016 numac 2016022077 bron federale overheidsdienst sociale zekerheid Verordening tot wijziging van de verordening van 28 juli 2003 tot uitvoering van artikel 22, 11° van de wet betreffende de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen, gecoördineerd op 14 juli 1994 sluiten Akkoord 2015-2016 (Overeenkomst geregistreerd op 20 mei 2016 onder het nummer 132992/CO/308) HOOFDSTUK I. - Toepassingsgebied
Artikel 1.Deze collectieve arbeidsovereenkomst is van toepassing op de werkgevers en de werknemers van de ondernemingen die ressorteren onder het Paritair Comité voor de maatschappijen voor hypothecaire leningen, sparen en kapitalisatie.
Onder "werknemers" wordt verstaan : het mannelijk en vrouwelijk werklieden-, bediende- en kaderpersoneel. HOOFDSTUK II. - Duurzaam en leefbaar werk
Art. 2.De sociale partners komen overeen om in 2016 de werkzaamheden van de werkgroep die een studie zal uitvoeren over de werkdruk en het stressbeheer in de sector spaarbanken verder te zetten.
Deze werkgroep zal zich inspireren op de collectieve arbeidsovereenkomst nr. 72 betreffende het beheer van de preventie van stress op het werk die op 30 maart 1999 in de Nationale Arbeidsraad ondertekend is.
De werkgroep zal hierbij rekening houden met de eigen karakteristieken (bijvoorbeeld grootte) van de sector.
De resultaten van de studie zullen op het niveau van de onderneming (comité PBW) en in het Paritair Comité voor de maatschappijen voor hypothecaire leningen, sparen en kapitalisatie (globaal) besproken worden.
Art. 3.De sociale partners wensen een ruime denkoefening te houden over de evolutie van de arbeidsorganisatie in de financiële sector. In dit kader willen de sociale partners informatie verzamelen over de technologieën die dit beïnvloeden en nadenken over de gevolgen op de organisatie van het werk.
De sociale partners zullen hierover in de loop van 2016 een programma opmaken teneinde na te gaan op welke manier dit in het Paritair Comité voor de maatschappijen voor hypothecaire leningen, sparen en kapitalisatie het best kan worden georganiseerd. HOOFDSTUK III. -Levenslang leren
Art. 4.De sociale partner zijn zich ervan bewust dat voorgezette opleiding een troef is voor zowel de werknemers als de werkgevers en dat dit als een gedeelde verantwoordelijkheid moet worden beschouwd.
De sociale partners scharen zich achter de gemeenschappelijke conclusies en aanbevelingen van de Europese sociale partners, verwoord in het document "EU Social Partners Joint Conclusions & Recommendations of the Lifelong Learning/Enlargement Joint Project" dat op 6 november 2015 werd ondertekend.
In het verlengde daarvan wensen de sociale partners in het Paritair Comité voor de maatschappijen voor hypothecaire leningen, sparen en kapitalisatie het voor de werknemers gemakkelijker te maken om de getuigschriften te bewaren van de diverse opleidingsprogramma's die ze tijdens hun loopbaan hebben gevolgd. Samen zullen ze zich beraden over de invoering van een systeem dat de toegang tot die gegevens kan/moet vergemakkelijken. HOOFDSTUK IV. - Sociale betrekkingen
Art. 5.De sociale partners binnen het Paritair Comité voor de maatschappijen voor hypothecaire leningen, sparen en kapitalisatie erkennen en onderschrijven het belang van een goede werking van het sociaal overleg op het niveau van de individuele ondernemingen.
Zij verbinden zich er toe om de collectieve arbeidsovereenkomsten inzake de sociale betrekkingen uit te voeren op alle niveaus. Indien er zich problemen stellen in de individuele ondernemingen, dan kan, indien er geen oplossing gevonden wordt op ondernemingsvlak, het dossier worden voorgelegd aan het verzoeningsbureau van het paritair comité.
Het mandaat van syndicale afgevaardigde mag geen aanleiding geven tot enig nadeel of speciale voordelen voor diegene die het uitoefent. Dit betekent dat de afgevaardigden recht hebben op de normale promoties en bevorderingen van de categorie werknemers waartoe zij behoren. Dit houdt tegelijk in dat voor de berekening van pro rata's inzake dertiende maand, vakantiegeld en extralegale voordelen, de dagen waarop syndicale activiteiten worden uitgeoefend (met uitzondering van stakingsdagen) niet in mindering zullen worden gebracht.
Art. 6.Aan het fonds voor syndicale vorming zal het hierna volgend bedrag gestort worden, te verdelen onder de representatieve werknemersorganisaties, in verhouding tot hun vertegenwoordiging in de sector. Voor 2015 en 2016 is dit bedrag telkens 62 000 EUR. De werkgevers die onder het Paritair Comité voor de maatschappijen voor hypothecaire leningen, sparen en kapitalisatie vallen, zullen dit bedrag verschuldigd zijn volgens het proportioneel aandeel van hun aantal personeelsleden uitgedrukt in een equivalent van voltijdse eenheden, ten opzichte van het totaal op respectievelijk 1 januari 2015 en 1 januari 2016.
Een werkgever die per 1 januari 2015, respectievelijk 1 januari 2016, onder de bevoegdheid van het Paritair Comité voor de maatschappijen voor hypothecaire leningen, sparen en kapitalisatie valt, is de proportionele bijdrage, waarvan hierboven sprake, verschuldigd voor het gehele jaar.
De Belgische Spaarbankenvereniging wordt gemachtigd tot inning van de bijdragen van de individuele bedrijven.
De bijdragen zullen uiterlijk op 31 december van het jaar waarop ze betrekking hebben aan het fonds voor syndicale vorming gestort worden.
Art. 7.De sociale partners komen uitdrukkelijk overeen dat uitoefening van een effectief en/of plaatsvervangend mandaat in het paritair comité wordt beschouwd als arbeidstijd. Een uitnodiging door de FOD WASO levert de toestemming om deel te nemen aan deze vergaderingen met behoud van loon en terugbetaling van de eventuele verplaatsingskosten. HOOFDSTUK V. - Mobiliteit
Art. 8.De ondertekenende sociale partners komen overeen om een werkgroep te vormen met als opdracht na te gaan op welke punten de bestaande collectieve arbeids overeenkomst van 19 september 2001Relevante gevonden documenten type overeenkomst prom. 19/09/2001 pub. 07/11/2001 numac 2001022820 bron ministerie van sociale zaken, volksgezondheid en leefmilieu Verordening tot wijziging van de verordening van 17 maart 1999 tot uitvoering van artikel 22, § 2, a), van de wet van 11 april 1995 tot invoering van het "handvest" van de sociaal verzekerde type overeenkomst prom. 19/09/2001 pub. 23/02/2002 numac 2002022726 bron ministerie van sociale zaken, volksgezondheid en leefmilieu Verordening tot wijziging, wat de invoering van de euro betreft, van de verordening van 16 april 1997 tot uitvoering van artikel 80, 5°, van de wet betreffende de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen, gecoördineerd op 14 juli 1994 sluiten tot vaststelling van de tussenkomst van de werkgever in de vervoerskosten van de werknemers kan worden geactualiseerd.
Art. 9.De ondertekenende sociale partners wijzen op het toenemend belang om de mobiliteit te verbeteren. Zij bevelen de ondernemingen aan om, kaderend binnen de wetgevende initiatieven ter zake, op hun niveau de mogelijkheid van alternatieve vormen van vervoer ernstig te onderzoeken, eventueel eigen vervoersplannen uit te werken, inclusief de eventuele mogelijkheden op alternatieve werkvormen zoals glijtijden, telewerk, enz.
Op sectorniveau zal een werkgroep worden opgericht met het oog op de inventarisatie van de bestaande alternatieve werkvormen (telewerk, thuiswerk, satellietwerk,...), dit met het oog op de ontwikkeling van een sectoraal kader.
Hiertoe wordt de mogelijkheid geboden om in het kader van dergelijke eigen ondernemingsakkoorden, zowel in min als in meer af te wijken van de sectorale regeling uitgewerkt bij collectieve arbeids overeenkomst van 19 september 2001Relevante gevonden documenten type overeenkomst prom. 19/09/2001 pub. 07/11/2001 numac 2001022820 bron ministerie van sociale zaken, volksgezondheid en leefmilieu Verordening tot wijziging van de verordening van 17 maart 1999 tot uitvoering van artikel 22, § 2, a), van de wet van 11 april 1995 tot invoering van het "handvest" van de sociaal verzekerde type overeenkomst prom. 19/09/2001 pub. 23/02/2002 numac 2002022726 bron ministerie van sociale zaken, volksgezondheid en leefmilieu Verordening tot wijziging, wat de invoering van de euro betreft, van de verordening van 16 april 1997 tot uitvoering van artikel 80, 5°, van de wet betreffende de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen, gecoördineerd op 14 juli 1994 sluiten betreffende de tussenkomst van de werkgever in de vervoerskosten van de werknemers. Zo is het in dit kader bijvoorbeeld mogelijk op om het niveau van de onderneming een systeem van mobiliteitsbudget te ontwikkelen, in een fietsvergoeding te voorzien, enz.
Deze akkoorden worden afgesloten met de syndicale afvaardiging. In de ondernemingen waar geen syndicale afvaardiging aanwezig is, maakt de werkgever zijn intentie tot het afsluiten van een vervoersplan schriftelijk kenbaar aan de voorzitter van het Paritair Comité voor de maatschappijen voor hypothecaire leningen, sparen en kapitalisatie. De voorzitter zal binnen de veertien dagen na ontvangst van dergelijke kennisgeving, een afschrift hiervan aan de woordvoerders in het paritair comité overmaken.
Art. 10.De sociale partners die deze overeenkomst ondertekenen roepen de ondernemingen op om in het kader van een duurzame mobiliteit, waar mogelijk het gebruik van het openbaar vervoer te promoten en hiervoor de nodige stimulansen te voorzien binnen het kader van het mobiliteitsbeleid van de onderneming.
Zo kan bijvoorbeeld het toepassen van het derdebetalerssyteem bij het gebruik van openbaar vervoer worden aanbevolen, voor zover het wetgevend en reglementair kader dat dit systeem mogelijk maakt, van kracht blijft. HOOFDSTUK VI. - Slotbepalingen
Art. 11.De partijen verbinden zich ertoe tijdens de duur van deze collectieve arbeidsovereenkomst geen bijkomende eisen te stellen over de punten die in deze overeenkomst voorkomen.
Art. 12.Deze collectieve arbeidsovereenkomst treedt in werking op 1 januari 2015 en houdt op van kracht te zijn op 31 december 2016.
Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 16 februari 2017.
De Minister van Werk, K. PEETERS