gepubliceerd op 16 mei 2006
Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 15 november 2001, gesloten in het Paritair Subcomité voor de diensten voor gezins- en bejaardenhulp van de Vlaamse Gemeenschap, betreffende de toekenning van een sociaal voordeel
16 FEBRUARI 2006. - Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 15 november 2001, gesloten in het Paritair Subcomité voor de diensten voor gezins- en bejaardenhulp van de Vlaamse Gemeenschap, betreffende de toekenning van een sociaal voordeel (1)
ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.
Gelet op de wet van 5 december 1968 betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités, inzonderheid op artikel 28;
Gelet op het verzoek van het Paritair Subcomité voor de diensten voor gezins- en bejaardenhulp van de Vlaamse Gemeenschap;
Op de voordracht van Onze Minister van Werk, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :
Artikel 1.Algemeen verbindend wordt verklaard de als bijlage overgenomen collectieve arbeidsovereenkomst van 15 november 2001, gesloten in het Paritair Subcomité voor de diensten voor gezins- en bejaardenhulp van de Vlaamse Gemeenschap, betreffende de toekenning van een sociaal voordeel.
Art. 2.Onze Minister van Werk is belast met de uitvoering van dit besluit.
Gegeven te Brussel, 16 februari 2006.
ALBERT Van Koningswege : De Minister van Werk, P. VANVELTHOVEN _______ Nota (1) Verwijzing naar het Belgisch Staatsblad : Wet van 5 december 1968, Belgisch Staatsblad van 15 januari 1969. Bijlage Paritair Subcomité voor de diensten voor gezins- en bejaardenhulp van de Vlaamse Gemeenschap Collectieve arbeidsovereenkomst van 15 november 2001 Toekenning van een sociaal voordeel (Overeenkomst geregistreerd op 18 april 2002 onder het nummer 62108/CO/318.02)) HOOFSTUK I. - Toepassingsgebied
Artikel 1.§ 1. Deze collectieve arbeidsovereenkomst is van toepassing op het vrouwelijk en mannelijk arbeiders- en bediendepersoneel en op hun werkgevers die ressorteren onder het Paritair Subcomité voor de diensten voor gezins- en bejaardenhulp van de Vlaamse Gemeenschap en die worden gesubsidieerd door de Vlaamse Gemeenschap. § 2. Zij is eveneens van toepassing op het personeel dat prestaties levert voor een in § 1 bedoelde werkgever in het raam van een bijzonder tewerkstellingsstatuut zoals GESCO en andere. HOOFDSTUK II. - Toepassingsmodaliteiten en bedrag
Art. 2.Aan de in artikel 1 bedoelde werknemers wordt ten laste van de werkgevers een sociaal voordeel toegekend.
Art. 3.Het totaal jaarlijks bedrag van het sociaal voordeel wordt toegekend aan de rechthebbenden die op 31 december van het sociaal dienstjaar, lopende van 1 januari tot 31 december, terzelfder tijd en gedurende twaalf maanden : a) lid zijn van één van de representatieve werknemersorganisaties vertegenwoordigd in het Paritair Subcomité voor de diensten voor gezins- en bejaardenhulp van de Vlaamse Gemeenschap;b) krachtens een arbeidsovereenkomst verbonden zijn aan een in artikel 1 bedoelde werkgever of prestaties leveren voor dergelijke werkgever, zoals bedoeld in artikel 1, § 2.
Art. 4.Aan de rechthebbenden die, gedurende het sociaal dienstjaar, minder dan twaalf maanden voldoen aan de in artikel 3, a) en b) vermelde voorwaarden, wordt het sociaal voordeel verleend op basis van één twaalfde van het totaal jaarlijks bedrag per gepresteerde of gelijkgestelde maand.
Genieten onder dezelfde voorwaarden het sociaal voordeel, de tijdens het sociaal dienstjaar gepensioneerde rechthebbenden, alsook de werknemers die in de loop van het jaar hun ontslag hebben ingediend ingevolge medische redenen.
Art. 5.Hebben geen recht op de premie, zij die in de loop van het dienstjaar zelf hun ontslag hebben ingediend, alsook de werknemers die hun ontslag hebben gekregen door dringende redenen.
Art. 6.Voor de berekening van het sociaal voordeel, bedoeld in de artikelen 3 tot 5, wordt elke begonnen maand gelijkgesteld met een volledig gewerkte maand.
Art. 7.Worden met gewerkte dagen gelijkgesteld, de perioden gedurende dewelke de arbeidsovereenkomst werd geschorst wegens ziekte, arbeidsongeval of werkloosheid, met een maximum van één jaar.
Worden niet met gewerkte dagen gelijkgesteld, de periodes van loopbaanonderbreking.
Art. 8.Het bedrag van het sociaal voordeel wordt vanaf het sociaal dienstjaar 2001 als volgt vastgesteld : - totaal jaarlijks bedrag : 86,76 EUR; - per één twaalfde : 7,23 EUR.
Art. 9.Uiterlijk op 15 februari volgend op het sociaal dienstjaar, worden de attesten "sociaal voordeel" in dubbel exemplaar door de werkgevers individueel aan alle werknemers uitgereikt.
Art. 10.Op voorlegging van het door de werkgever afgeleverd attest "sociaal voordeel", betalen de representatieve werknemersorganisaties, vertegenwoordigd in het Paritair Subcomité voor de diensten voor gezins- en bejaardenhulp van de Vlaamse Gemeenschap, vanaf 1 april het sociaal voordeel aan de rechthebbende werknemers uit.
Indien een rechthebbende op dat ogenblik overleden is, wordt het sociaal voordeel betaald aan de overlevende partner.
Het attest "sociaal voordeel" wordt, bij wijze van onderlinge controle door de representatieve werknemersorganisaties, vertegenwoordigd in het Paritair Subcomité voor de diensten voor gezins- en bejaardenhulp van de Vlaamse Gemeenschap, afgestempeld.
Art. 11.De representatieve werknemersorganisaties, vertegenwoordigd in het Paritair Subcomité voor de diensten voor gezins- en bejaardenhulp van de Vlaamse Gemeenschap, zenden een afrekening van de uitbetaalde bedragen aan de respectievelijke werkgevers die het door de werknemersorganisaties vooruitbetaalde bedrag terugbetalen aan die werknemersorganisaties voor 30 maart volgend op het jaar waarin de operatie "sociaal voordeel" plaatshad.
Als administratieve kost wordt 0,87 EUR per uitbetaalde premie toegekend aan de representatieve werknemersorganisatie. HOOFDSTUK III. - Geldigheid
Art. 12.Deze collectieve arbeidsovereenkomst treedt in werking op 1 januari 2002 en is gesloten voor onbepaalde tijd.
Zij vervangt de collectieve arbeidsovereenkomst van 18 juni 1998, algemeen verbindend verklaard bij koninklijk besluit van 10 februari 2000, verschenen in het Belgisch Staatsblad van 6 april 2000.
Zij kan door elk van de partijen worden opgezegd mits een opzegtermijn van drie maanden, betekend bij een ter post aangetekende brief, gericht aan de voorzitter van het Paritair Subcomité voor de diensten voor gezins- en bejaardenhulp van de Vlaamse Gemeenschap.
Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 16 februari 2006.
De Minister van Werk, P. VANVELTHOVEN