Etaamb.openjustice.be
Koninklijk Besluit van 16 december 2022
gepubliceerd op 27 maart 2023

Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 2 december 2019, gesloten in het Paritair Comité voor het verzekeringswezen, betreffende het sectorakkoord 2019-2020

bron
federale overheidsdienst werkgelegenheid, arbeid en sociaal overleg
numac
2022205778
pub.
27/03/2023
prom.
16/12/2022
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

16 DECEMBER 2022. - Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 2 december 2019, gesloten in het Paritair Comité voor het verzekeringswezen, betreffende het sectorakkoord 2019-2020 (1)


FILIP, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op de wet van 5 december 1968Relevante gevonden documenten type wet prom. 05/12/1968 pub. 22/05/2009 numac 2009000346 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités, inzonderheid op artikel 28;

Gelet op het verzoek van het Paritair Comité voor het verzekeringswezen;

Op de voordracht van de Minister van Werk, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :

Artikel 1.Algemeen verbindend wordt verklaard de als bijlage overgenomen collectieve arbeidsovereenkomst van 2 december 2019, gesloten in het Paritair Comité voor het verzekeringswezen, betreffende het sectorakkoord 2019-2020.

Art. 2.De minister bevoegd voor Werk is belast met de uitvoering van dit besluit.

Gegeven te Brussel, 16 december 2022.

FILIP Van Koningswege : De Minister van Werk, P.-Y. DERMAGNE _______ Nota (1) Verwijzing naar het Belgisch Staatsblad : Wet van 5 december 1968Relevante gevonden documenten type wet prom. 05/12/1968 pub. 22/05/2009 numac 2009000346 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten, Belgisch Staatsblad van 15 januari 1969. Bijlage Paritair Comité voor het verzekeringswezen Collectieve arbeidsovereenkomst van 2 december 2019 Sectorakkoord 2019-2020 (Overeenkomst geregistreerd op 19 maart 2020 onder het nummer 157744/CO/306) 1. Toepassingsgebied Artikel 1.Deze collectieve arbeidsovereenkomst is van toepassing op de werkgevers en de werknemers van de ondernemingen die ressorteren onder het Paritair Comité voor het verzekeringswezen. 2. Koopkracht Art.2. Rekening houdend met de specifieke economische situatie van de sector wordt de loonnorm voorzien door het koninklijk besluit van 19 april 2019Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 19/04/2019 pub. 24/04/2019 numac 2019011989 bron federale overheidsdienst kanselarij van de eerste minister en federale overheidsdienst werkgelegenheid, arbeid en sociaal overleg Koninklijk besluit tot uitvoering van artikel 7, § 1, van de wet van 26 juli 1996 tot bevordering van de werkgelegenheid en tot preventieve vrijwaring van het concurrentievermogen sluiten als volgt uitgevoerd in dit akkoord.

Art. 3.De doelstelling van dit akkoord is een reële koopkrachtverhoging in de vorm van een niet-recurrente premie van 200 EUR netto, gekoppeld aan een recurrente jaarpremie van 100 EUR netto vanaf juni 2020. 2.1. Procedure en timing

Art. 4.§ 1. De werkgever kiest vrij het/de vehikel(s) via welke dit bedrag netto wordt betaald : - CAO 90 (bonus) [1]; - Winstdeelnames [3]; - Waardeverhoging van de maaltijdcheques - ecocheques; - Betaling via de groepsverzekering (pensioen, overlijden, invaliditeit, hospitalisatie,...), sportcheques, cultuurcheques : in dat geval is het akkoord van de vakbondsafvaardiging noodzakelijk (dit wil zeggen de representatieve werknemersorganisaties zoals bepaald in de wet van 5 december 1968Relevante gevonden documenten type wet prom. 05/12/1968 pub. 22/05/2009 numac 2009000346 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten, aanwezig in de onderneming); - Andere,... § 2. De werkgever informeert de bevoegde overlegorganen uiterlijk op 31 maart van het overeenkomstige jaar over het/de gekozen vehikel(s).

Art. 5.De werkgever communiceert de praktische regelingen betreffende de betaling uiterlijk op 31 mei van het overeenkomstige jaar aan de werknemers, en heeft de modaliteiten van het/de vehikel(s) indien nodig onderhandeld.

Art. 6.De betaling gebeurt elk jaar uiterlijk op 30 juni tenzij deze datum wegens technische redenen moet worden gewijzigd. 2.2. Niet-recurrente premie in 2020

Art. 7.§ 1. De werknemers ontvangen een netto niet-recurrent voordeel. § 2. Dit voordeel wordt toegekend aan de werknemers aanwezig op het ogenblik van de betaling en/of aan de werknemers die een maandloon ontvangen op het ogenblik van de betaling. Dit voordeel wordt ook toegekend aan de werknemers in zwangerschapsverlof of in vaderschapsverlof op het ogenblik van de betaling. § 3. Dit voordeel bedraagt 200 EUR en zal geproratiseerd worden op basis van de regels eigen aan het/de gekozen vehikel(s) of de regels toegepast in de onderneming.

Bij gebreke van dergelijke regels, in functie van het toepasselijke arbeidsregime op het moment van de betaling. § 4. Bij gebrek aan een vehikel via hetwelk dit bedrag netto wordt betaald in overeenstemming met artikel 4, kan de werkgever beslissen deze premie om te zetten in een bedrag van 300 EUR bruto (op basis van de verhouding 100 EUR netto = 150 EUR bruto). 2.3. Recurrente jaarpremie vanaf 2020

Art. 8.§ 1. De werknemers ontvangen een jaarlijks recurrent netto voordeel. § 2. Dit voordeel wordt toegekend aan de werknemers aanwezig op het ogenblik van de betaling en/of aan de werknemers die een maandloon ontvangen op het ogenblik van de betaling. Dit voordeel wordt ook toegekend aan de werknemers in zwangerschapsverlof of in vaderschapsverlof op het ogenblik van de betaling. § 3. Dit voordeel bedraagt 100 EUR en zal geproratiseerd worden op basis van de regels eigen aan het/de gekozen vehikel(s) of de regels toegepast in de onderneming.

Bij gebreke aan dergelijke regels, in functie van het toepasselijke arbeidsregime op het moment van de betaling. § 4. Bij gebrek aan een vehikel via hetwelk dit bedrag netto wordt betaald in overeenstemming met artikel 4, kan de werkgever beslissen om deze premie om te zetten in een bedrag van 150 EUR bruto (op basis van de verhouding 100 EUR netto = 150 EUR bruto).

Commentaar : in toepassing van de artikelen 7 en 8 met betrekking tot de koopkracht, betekent dit concreet voor een voltijds werknemer, - de toekenning van een totaalbedrag (optelsom van de niet-recurrente premie en van de recurrente premie) van 300 EUR netto gedurende het jaar 2020 (of maximum 450 EUR bruto); en - de toekenning van een bedrag van 100 EUR netto vanaf 2021 op jaarbasis en recurrent (of maximum 150 EUR bruto). 3. Werkbaar werk en mobiliteit 3.1. Tijdskrediet eindeloopbaan

Art. 9.In uitvoering van de collectieve arbeidsovereenkomst nr. 137 van 23 april 2019 die is gesloten op het niveau van de Nationale Arbeidsraad, sluiten de ondertekenende partijen een specifieke overeenkomst. 3.2. Stelsel werkloosheid met bedrijfstoeslag (SWT)

Art. 10.In uitvoering van de collectieve arbeidsovereenkomst nr. 135 van 23 april 2019 die is gesloten op het niveau van de Nationale Arbeidsraad, sluiten de ondertekenende partijen een specifieke overeenkomst. 3.3. Outplacement

Art. 11.De ondertekenende partijen hebben besloten om het door de collectieve arbeids overeenkomst van 5 februari 2018Relevante gevonden documenten type overeenkomst prom. 05/02/2018 pub. 16/01/2019 numac 2018015652 bron federale overheidsdienst sociale zekerheid Verordening tot vaststelling van de minimale dienstverlening voor verstrekkingen opgenomen in artikel 31 van de bijlage bij het koninklijk besluit van 14 september 1984 tot vaststelling van de nomenclatuur van de geneeskundige verstrekkingen type overeenkomst prom. 05/02/2018 pub. 03/04/2018 numac 2018030454 bron federale overheidsdienst sociale zekerheid Verordening tot wijziging van de verordening van 16 juni 2014 tot vastlegging van de formulieren met betrekking tot de aanvraagprocedures inzake de tegemoetkoming van de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen in de kosten van implantaten en invasieve medische hulpmiddelen, opgenomen in de lijst van verstrekkingen van vergoedbare implantaten en invasieve medische hulpmiddelen sluiten ingevoerde specifieke mechanisme betreffende de onderlinge verdeling en veralgemening van het sectorale outplacement voor alle ontslagen werknemers voort te zetten : de overeenkomst wordt verlengd tot en met 31 december 2021. Het beheerscomité van FOPAS evalueert onder meer de financiële aspecten ervan tegen eind 2020. 3.4. Vastheid van betrekking

Art. 12.Van 1 januari 2020 tot en met 31 december 2021 zullen de werkgevers die willen ontslaan om technische redenen van arbeidsorganisatie, vóór die ontslagen met de sociale partners onderhandelen om te zoeken naar gepaste oplossingen om de werkgelegenheid van de betrokken werknemers zoveel mogelijk te vrijwaren of hun heroriënteringsmogelijkheden te vergroten.

Indien geen overeenkomst kan worden bereikt, zullen er bovenop de ontslagvergoedingen sancties van toepassing zijn betreffende de vastheid van betrekking (zoals bepaald door artikel 15 van de collectieve arbeidsovereenkomst van 6 december 2010, zoals aangevuld door de collectieve arbeidsovereenkomst van 2 december 2019 betreffende de beroepsherinschakeling). 3.5. Balans professioneel leven - privéleven

Art. 13.Een paritaire werkgroep zal opgericht worden en belast met de selectie van de best practices op basis van de rapporten ontvangen van de comités voor preventie en bescherming op het werk (in het kader van de werkgroep "demografische uitdagingen - active ageing") en de discussies gehouden in dit kader door de comités voor de preventie en bescherming op het werk.

Deze werkgroep zal zijn rapport overmaken aan het paritair comité tegen eind oktober 2020. 3.6. Deconnectie

Art. 14.De Europese sectorale sociale partners hebben op 15 februari 2019 een gemeenschappelijke verklaring afgesloten getiteld "Follow up to the joint declaration on the social effects of digitalisation".

Deze verklaring voorziet dat "de digitalisering niet mag leiden tot een situatie waarin werknemers verplicht worden om op elk moment (24u/24) online te zijn". 3.7. Telewerk

Art. 15.De vertegenwoordigers van de werknemers worden geïnformeerd en geraadpleegd over de invoering van telewerk. De evolutie van telewerk vereist ook een dialoog tussen de sociale partners binnen de onderneming.

Onder "telewerk" wordt verstaan : structureel telewerk (zoals bedoeld door collectieve arbeidsovereenkomst nr. 85 [5]) en occasioneel telewerk (zoals bedoeld door de wet van 5 maart 2017Relevante gevonden documenten type wet prom. 05/03/2017 pub. 15/03/2017 numac 2017011012 bron federale overheidsdienst werkgelegenheid, arbeid en sociaal overleg Wet betreffende werkbaar en wendbaar werk sluiten betreffende werkbaar en wendbaar werk [6]). 3.8. Digitalisering/AI

Art. 16.De sociale partners denken binnen een werkgroep verder na over de diverse aspecten van de digitalisering en artificiële intelligentie in de verzekeringssector. 3.9. Valorisatie van de verworven competenties

Art. 17.De ondertekenende partijen verbinden zich ertoe binnen FOPAS een mechanisme in te richten dat de verworven competenties valoriseert om de beroepsherinschakeling van ontslagen werknemers aan te moedigen en om deze competenties te erkennen door middel van een certificering afgeleverd door het paritair comité. 4. Opleidingen 4.1. Voortzetting en groeiproject opleidingsinspanningen

Art. 18.§ 1. De ondertekenende partijen verbinden zich er met deze collectieve arbeidsovereenkomst toe om de bestaande opleidingsinspanningen binnen de verzekeringssector, die in het vorige sectorakkoord overeengekomen zijn, voort te zetten.

Ze verlengen namelijk de volgende bepalingen : - het opleidingskrediet van 4 dagen (artikel 19); - de procedure voor verzoek om en toegang tot opleiding (artikelen 20 en 21); - de financiering van het fonds voor de vorming van risicogroepen, FOPAS, voor de jaren 2019 (de collectieve arbeidsovereenkomst van 13 september 2019) en 2020 (de gesloten specifieke collectieve arbeidsovereenkomst). § 2. De ondertekenende partijen voorzien daarnaast in een groeitraject naar aanleiding van de verlenging van de kredietlijn voor opleidingen binnen de onderneming (artikel 23) en voor de ondersteuning van vakbondsopleiding (artikel 24). § 3. De partijen erkennen via dit hoofdstuk de artikelen 12 en 13 van de wet van 5 maart 2017Relevante gevonden documenten type wet prom. 05/03/2017 pub. 15/03/2017 numac 2017011012 bron federale overheidsdienst werkgelegenheid, arbeid en sociaal overleg Wet betreffende werkbaar en wendbaar werk sluiten betreffende werkbaar en wendbaar werk uit te voeren. 4.2. Opleidingskrediet

Art. 19.Een opleidingskrediet, uitgedrukt in aantal dagen per jaar, wordt voor het jaar 2020 collectief op bedrijfsvlak bepaald. Dit gebeurt als volgt : personeelsbestand met een arbeidsovereenkomst uitgedrukt in voltijds equivalent op 30 juni van het voorgaande jaar, vermenigvuldigd met 4.

Dit krediet omvat zowel de opleidingen op de werkplaats als de externe opleidingen.

Art. 20.Elke werknemer heeft het recht om tegenover zijn werkgever zijn opleidingsbehoeften op gemotiveerde wijze uit te drukken binnen het kader van een jaarlijkse behoefte-evaluatie.

Een verslag hierover zal samen met de jaarlijkse economische en financiële inlichtingen aan de ondernemingsraad worden voorgelegd. Dat verslag zal onder meer gegevens bevatten over het aantal opleidingsdagen die tijdens het jaar werden georganiseerd, de verschillende soorten opleidingen, het aantal betrokken werknemers en het aandeel geweigerde verzoeken alsook de reden voor de weigering.

Art. 21.De opleiding is toegankelijk voor alle werknemers zolang zij een link heeft met het beroepsleven binnen de onderneming.

De werknemer kan, wanneer zijn rechtstreekse hiërarchie de opleiding weigert, een beroep indienen bij de directie Human Resources van zijn onderneming. Indien de werkgever bij zijn weigering blijft, dient hij zijn beslissing schriftelijk te motiveren ten aanzien van de werknemer. 4.3. Financiering FOPAS

Art. 22.Op basis van de wet van 27 december 2006Relevante gevonden documenten type wet prom. 27/12/2006 pub. 28/12/2006 numac 2006021363 bron federale overheidsdienst kanselarij van de eerste minister Wet houdende diverse bepalingen (1) type wet prom. 27/12/2006 pub. 28/12/2006 numac 2006021365 bron federale overheidsdienst kanselarij van de eerste minister Wet houdende diverse bepalingen (1) sluiten houdende diverse bepalingen (deel I), titel XIII, hoofdstuk VIII, 1ste afdeling, is op 13 september 2019 een specifieke collectieve arbeidsovereenkomst gesloten die de jaarlijkse bijdrage aan FOPAS op 0,15 pct. vaststelt voor het jaar 2019.

In uitvoering van dit akkoord wordt ook voor het jaar 2020 een specifieke overeenkomst gesloten die de jaarlijkse bijdrage aan FOPAS op 0,15 pct. vaststelt. 4.4. Budgettaire kredietlijn opleiding binnen de onderneming

Art. 23.§ 1. De ondertekenende partijen verlengen de budgettaire kredietlijn voor opleiding binnen de onderneming waarbij dezelfde voorwaarden gelden als in het vorige akkoord (waarnaar in de volgende paragrafen wordt verwezen). Het gaat om een punt dat wordt uitgevoerd onder de verantwoordelijkheid van het beheerscomité van FOPAS. § 2. De in § 1 bedoelde budgettaire kredietlijn heeft betrekking op de werknemers die ressorteren onder de collectieve arbeidsovereenkomst van 19 februari 1979 (dit zijn alle werknemers uitgezonderd de werknemers die vallen onder de directie, zoals gedefinieerd in artikel 2 van de overeenkomst in kwestie). § 3. De in § 1 bedoelde budgettaire kredietlijn financiert de interne opleidingen die aansluiten bij de filosofie van of die een aanvulling vormen op de al door of via FOPAS georganiseerde opleidingen. § 4. De onderneming krijgt een in euro uit te drukken en door FOPAS volgens onderstaande formule te berekenen budgettaire lijn : gemiddelde FOPAS-opleidingskost vermenigvuldigd met het aantal opleidingen georganiseerd door/via FOPAS voor de werknemers van de ondernemingen gedeeld door 2. § 5. Op vraag van de onderneming zal FOPAS dit krediet storten op basis van bewijsstukken (overeenkomstig de regels die zijn vastgelegd door het beheerscomité van FOPAS). § 6. De ondernemingsraad, of bij afwezigheid hiervan de vakbondsafvaardiging, zal een verslag ontvangen over de aldus gefinancierde opleidingen en de betrokken werknemers. § 7. Het krediet wordt gefinancierd met de reserves van FOPAS. Eind 2020 evalueert het beheerscomité dit stelsel, waarbij het rekening zal houden met de financiële haalbaarheid en de doeltreffendheid ervan (opleidingspercentage, beoogde werknemers,...).

Deze evaluatie wordt aan het paritair comité bezorgd. 4.5. Fonds voor vakbondsopleiding

Art. 24.§ 1. Voor de jaren 2019-2020 wordt voorzien in een toelage van 1 000 000 EUR voor het fonds voor vakbondsopleiding.

Deze toelage is als volgt verdeeld : - een storting van 500 000 EUR door Assuralia voor vakbondsactiviteiten; - een storting van 500 000 EUR door FOPAS voor vakbondsopleiding. § 2. Deze bedragen worden gestort op voorwaarde dat de hieronder vermelde bepalingen in acht genomen zijn (jaarverslag over de verdeling en de aanwending van de bedragen, volgend lid, en sociale vrede, volgend artikel).

De vakbondsorganisaties bezorgen in de loop van het eerste kwartaal van 2021 aan Assuralia een jaarverslag over de verdeling en de aanwending van de bedragen op basis van het overeengekomen model. § 3. Een paritaire werkgroep zal opgericht worden en belast met het bepalen van objectieve criteria die het in de toekomst moeten mogelijk maken om de bedragen voor de vakbondsopleidingen gefinancierd door FOPAS te becijferen (kost opleidingsmiddel, aantal deelnemers, logistieke kost, zaal,...).

Deze werkgroep is ook belast met de opdracht na te denken over eventuele objectieve criteria betreffende de financiering die ten laste van Assuralia komt.

Deze werkgroep zal verslag uitbrengen bij het paritair comité tegen november 2020. 5. Sociale vrede Art.25. De partijen en hun mandatarissen zien ervan af om tijdens de duur van deze de overeenkomst een collectief conflict uit te lokken, uit te roepen of te steunen dat, op het vlak van de sector of van de afzonderlijke ondernemingen, kracht bijzet aan eisen betreffende punten die door de bestaande collectieve sectorovereenkomsten worden geregeld. 6. Marge voor de ontwikkeling van de loonkosten Art.26. De partijen erkennen dat de bepalingen van het koninklijk besluit van 19 april 2019Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 19/04/2019 pub. 24/04/2019 numac 2019011989 bron federale overheidsdienst kanselarij van de eerste minister en federale overheidsdienst werkgelegenheid, arbeid en sociaal overleg Koninklijk besluit tot uitvoering van artikel 7, § 1, van de wet van 26 juli 1996 tot bevordering van de werkgelegenheid en tot preventieve vrijwaring van het concurrentievermogen sluiten die de maximummarge voor de loonkostenontwikkeling voor de jaren 2019-2020 vaststellen en van de wet van 26 juli 1996 tot bevordering van de werkgelegenheid en tot preventieve vrijwaring van het concurrentievermogen in acht genomen worden.

Dit betekent dat er geen enkele aanvullende eis met gevolgen voor de loonkosten op het niveau van de ondernemingen zal worden ingediend betreffende de elementen en punten die door dit sectorakkoord en de bijbehorende collectieve overeenkomsten worden geregeld. 7. Geldigheidsduur Art.27. Deze collectieve arbeidsovereenkomst treedt in werking op 1 januari 2019 en treedt buiten werking op 31 december 2020, uitgezonderd de volgende bepalingen : - vastheid van betrekking (artikel 12) en outplacement (artikel 11) : van 1 januari 2020 tot en met 31 december 2021; - recurrente jaarpremie (artikel 3, 4, 5, 6 en 8), gesloten voor onbepaalde tijd als ook artikel 1 (toepassingsgebied).

Deze bepalingen kunnen opgezegd worden door één van de partijen, mits een opzeg van drie maanden, betekend aan de voorzitter van het Paritair Comité voor het verzekeringswezen via aangetekend schrijven per post.

Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 16 december 2022.

De Minister van Werk, P.-Y. DERMAGNE _______ Nota's [1] Collectieve arbeidsovereenkomst nr. 90 van 20 december 2007 betreffende de niet-recurrente resultaatsgebonden voordelen (Belgisch Staatsblad van 21 februari 2008). [3] Ingevoerd door de wet van 22 mei 2001Relevante gevonden documenten type wet prom. 22/05/2001 pub. 09/06/2001 numac 2001003254 bron ministerie van financien Wet betreffende de werknemersparticipatie in het kapitaal en in de winst van de vennootschappen sluiten betreffende de werknemersparticipatie in het kapitaal en in de winst van de vennootschappen en haar koninklijke uitvoeringsbesluiten. [5] Collectieve arbeidsovereenkomst nr. 85 van 9 november 2005 betreffende het telewerk, gewijzigd door collectieve arbeidsovereenkomst nr. 85bis van 27 februari 2008. [6] Artikel 22 tot 28.

^