Etaamb.openjustice.be
Koninklijk Besluit van 16 december 2010
gepubliceerd op 08 februari 2011

Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 1 juli 2010, gesloten in het Paritair Comité voor het drukkerij-, grafische kunst- en dagbladbedrijf, tot oprichting van een fonds voor bestaanszekerheid genaamd "Fonds 2e pijler PC 130 labeur" en tot bepaling van zijn statuten (1)

bron
federale overheidsdienst werkgelegenheid, arbeid en sociaal overleg
numac
2010205249
pub.
08/02/2011
prom.
16/12/2010
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

16 DECEMBER 2010. - Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 1 juli 2010, gesloten in het Paritair Comité voor het drukkerij-, grafische kunst- en dagbladbedrijf, tot oprichting van een fonds voor bestaanszekerheid genaamd "Fonds 2e pijler PC 130 labeur" (afgekort F2PL) en tot bepaling van zijn statuten (1)


ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op de wet van 7 januari 1958Relevante gevonden documenten type wet prom. 07/01/1958 pub. 31/03/2011 numac 2011000170 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de Fondsen voor bestaanszekerheid Officieuze coördinatie in het Duits sluiten betreffende de fondsen voor bestaanszekerheid, inzonderheid op artikel 2;

Gelet op de wet van 5 december 1968Relevante gevonden documenten type wet prom. 05/12/1968 pub. 22/05/2009 numac 2009000346 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités, inzonderheid op artikel 28;

Gelet op het verzoek van het Paritair Comité voor het drukkerij-, grafische kunst- en dagbladbedrijf;

Op de voordracht van de Minister van Werk, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :

Artikel 1.Algemeen verbindend wordt verklaard de als bijlage overgenomen collectieve arbeidsovereenkomst van 1 juli 2010, gesloten in het Paritair Comité voor het drukkerij-, grafische kunst-, en dagbladbedrijf, tot oprichting van een fonds voor bestaanszekerheid genaamd "Fonds 2e pijler PC 130 labeur" (afgekort F2PL) en tot bepaling van zijn statuten.

Art. 2.De Minister bevoegd voor Werk is belast met de uitvoering van dit besluit.

Gegeven te Brussel, 16 december 2010.

ALBERT Van Koningswege : De Vice-Eerste Minister en Minister van Werk en Gelijke Kansen, belast met het Migratie- en asielbeleid, Mevr. J. MILQUET _______ Nota (1) Verwijzingen naar het Belgisch Staatsblad : Wet van 7 januari 1958Relevante gevonden documenten type wet prom. 07/01/1958 pub. 31/03/2011 numac 2011000170 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de Fondsen voor bestaanszekerheid Officieuze coördinatie in het Duits sluiten, Belgisch Staatsblad van 7 februari 1958. Wet van 5 december 1968Relevante gevonden documenten type wet prom. 05/12/1968 pub. 22/05/2009 numac 2009000346 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten, Belgisch Staatsblad van 15 januari 1969.

Bijlage Paritair Comité voor het drukkerij-, grafische kunst- en dagbladbedrijf Collectieve arbeidsovereenkomst van 1 juli 2010 Oprichting van een fonds voor bestaanszekerheid genaamd "Fonds 2e pijler PC 130 labeur" (afgekort F2PL) en tot bepaling van zijn statuten (Overeenkomst geregistreerd op 14 juli 2010 onder het nummer 100487/CO/130)

Artikel 1.Toepassingsgebied Deze collectieve arbeidsovereenkomst is van toepassing op werkgevers en werknemers in ondernemingen binnen de bevoegdheid van het Paritair Comité voor het drukkerij-, grafische kunst- en dagbladbedrijf, met uitsluiting van de werkgevers en werknemers die vallen onder het toepassingsgebied van de collectieve arbeidsovereenkomst voor de dagbladpers ondertekend op 18 oktober 2007 in de voornoemde paritaire commissie en is geregistreerd onder nr. 85853/CO/130 (koninklijk besluit van 1 juli 2008 - Belgisch Staatsblad van 14 oktober 2008).

Art. 2.Doelstelling Deze collectieve arbeidsovereenkomst voert een fonds "tweede pijler" in voor de arbeiders die onder het Paritair Comité voor het drukkerij-, grafische kunst- en dagbladbedrijf, met uitzondering van de dagbladpers vallen, hierna "Fonds 2e pijler PC 130 labeur" genoemd.

Art. 3.Inwerkingtreding en duur Deze collectieve arbeidsovereenkomst treedt in werking op 1 juli 2010 en is gesloten voor onbepaalde tijd.

Art. 4.Beëindiging van de collectieve arbeidsovereenkomst Deze collectieve arbeidsovereenkomst kan worden opgezegd door elke partij met een opzeggingstermijn van zes maanden per ter post aangetekend schrijven, gericht aan de voorzitter van het Paritair Comité voor het drukkerij-, grafische kunst- en dagbladbedrijf en aan de ondertekenende organisaties van deze collectieve overeenkomst.

De beëindiging van deze collectieve arbeidsovereenkomst leidt automatisch tot de ontbinding van het "Fonds 2e pijler PC 130 labeur".

Art. 5.Algemeen bindend De partijen verzoeken dat deze collectieve arbeidsovereenkomst algemeen verbindend wordt verklaard.

Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 16 december 2010.

De Vice-Eerste Minister en Minister van Werk en Gelijke Kansen, belast met het Migratie- en asielbeleid, Mevr. J. MILQUET

Bijlage aan de collectieve arbeidsovereenkomst van 1 juli 2010, gesloten in het Paritair Comité voor het drukkerij-, grafische kunst- en dagbladbedrijf, tot oprichting van een fonds voor bestaanszekerheid genaamd "Fonds 2e pijler PC 130 labeur" (afgekort F2PL) en tot bepaling van zijn statuten Statuten van het "Fonds 2de pijler PC 130 labeur" (F2PL) HOOFDSTUK I. - Invoering, de naam, de maatschappelijke zetel, het doel en de duur

Artikel 1.Er wordt een fonds voor bestaanszekerheid opgericht met naam "Fonds 2de pijler PC 130 labeur" (afgekort F2PL) in overeenstemming met de bepalingen van de wet van 7 januari 1958Relevante gevonden documenten type wet prom. 07/01/1958 pub. 31/03/2011 numac 2011000170 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de Fondsen voor bestaanszekerheid Officieuze coördinatie in het Duits sluiten betreffende de fondsen voor bestaanszekerheid.

Art. 2.De maatschappelijke zetel van het "Fonds 2e pijler PC 130 labeur" is gevestigd te 1070 Brussel, Barastraat 175.

Art. 3."Fonds 2e pijler PC 130 labeur" is opgericht om de rol van inrichter van het sectorpensioenplan te vervullen zoals bepaald door de collectieve arbeidsovereenkomst van 1 juli 2010 die voorziet dat er een sectorpensioenplan wordt opgezet voor de arbeiders werkend in ondernemingen die onder de bevoegdheid van het paritair comité voor het drukkerij-, grafische kunst- en dagbladbedrijf vallen, met uitzondering van de dagbladpers.

Art. 4.De rol van de inrichter van het sectorpensioenplan is beperkt tot : - de organisatie van de overdracht van gegevens die nodig zijn voor de uitvoering en de werking van het sectorpensioenplan; - de organisatie van de overdracht van financiële middelen; - controle op de algemene werking en de resultaten van de pensioeninstelling die verantwoordelijk is voor het sectorpensioenplan; - informatieverstrekking aan deelnemers en hun werkgevers over het sectorpensioenplan; - vaststelling van voorwaarden en procedures die nodig zijn bij de uitvoering van de rol van de inrichter. HOOFDSTUK II. - Toepassingsveld

Art. 5.Deze statuten zijn van toepassing op : 1° werkgevers die vallen onder de werkingssfeer van de collectieve arbeidsovereenkomst van 1 juli 2010 die voorziet dat er een sectorpensioenplan wordt opgezet voor de arbeiders werkend in ondernemingen die onder de bevoegdheid van het Paritair Comité voor het drukkerij-, grafische kunst- en dagbladbedrijf vallen, met uitzondering van de dagbladpers.2° arbeiders en arbeidsters van de werkgever als bedoeld in punt 1°. HOOFDSTUK III. - Voordelen

Art. 6.Het sectorpensioenplan definieert het voordeel opgebouwd in het "Fonds 2e pijler PC 130 labeur".

De werknemers die kunnen profiteren van dit voordeel zijn de arbeiders en arbeidsters in dienst bij de werkgevers die vallen binnen het toepassingsgebied van de collectieve arbeidsovereenkomst van 1 juli 2010 die voorziet dat er een sectorpensioenplan wordt opgezet voor de arbeiders werkend in ondernemingen die onder de bevoegdheid van het Paritair Comité voor het drukkerij-, grafische kunst- en dagbladbedrijf vallen, met uitzondering van de dagbladpers.

De collectieve arbeidsovereenkomst hierboven, vermeldt de aard van dit voordeel, de regels voor de toekenning en vereffening van dit voordeel. HOOFDSTUK IV. - Beheer

Art. 7.Het "Fonds 2e pijler PC 130 labeur" wordt beheerd door een raad van bestuur bestaande uit zowel werknemers- als werkgeversvertegenwoordigers.

Deze raad is samengesteld uit acht leden, vier vertegenwoordigers van de werkgevers en vier vertegenwoordigers van de werknemers.

De raad van bestuur bevat ook acht plaatsvervangende leden die worden benoemd onder dezelfde voorwaarden en voor dezelfde duur als de effectieve leden. Bij afwezigheid, zullen de plaatsvervangende leden optreden in plaats van de effectieve leden en dezelfde bevoegdheden uitoefenen.

Het paritair comité benoemt onder zijn leden en plaatsvervangende leden de leden en plaatsvervangende leden voor de raad van bestuur van het fonds.

Het mandaat eindigt op hetzelfde moment als hun mandaat als lid van het paritair comité. Echter, de leden van de raad van bestuur blijven in functie tot het paritair comité de bestuurders van de raad van bestuur vernieuwen.

In geval van overlijden of ontslag van een bestuurder, voorziet het paritair comité in de vervanging ervan door de benoeming van een lid van het paritair comité van dezelfde groep als de overledene of uitgaande bestuurder.

Art. 8.De voorzitter, benoemd door de raad van bestuur, wordt gekozen onder de werkgeversvertegenwoordigers.

De raad van bestuur benoemt, op voorstel van de vertegenwoordiging van de werkgevers, een secretaris. Hij is verantwoordelijk voor het dagelijks beheer van het fonds. De secretaris hoeft niet noodzakelijk lid te zijn van de raad van bestuur.

Art. 9.De raad van bestuur wordt bijeengeroepen door de voorzitter.

In de afwezigheid van de voorzitter, wordt de raad van bestuur bijeengeroepen door de secretaris en wordt voorgezeten door het oudste lid in functie van de werkgeversvertegenwoordiging.

De voorzitter roept de raad van bestuur ten minste eenmaal per kwartaal, of binnen de twee weken indien minstens twee leden hierom verzoeken, bijeen.

De uitnodiging bevat de agenda van de vergadering.

De notulen van de vergaderingen worden voorbereid door de secretaris en bezorgd aan de bestuurders binnen 30 dagen na de vergadering. Zij worden ondertekend door de voorzitter of door twee bestuurders.

Beslissingen zijn slechts geldig indien zij door minstens twee bestuurders van elke representatieve groep worden goedgekeurd en op voorwaarde dat het onderwerp op de agenda van de vergadering werd gezet.

Art. 10.De raad van bestuur bezit uitgebreide bevoegdheden voor het beheer en de administratie van het "Fonds 2e pijler PC 130 labeur" en kan alle maatregelen nemen die hij nodig acht voor de goede werking van het fonds.

De voorzitter of de gedelegeerde bestuurder daarvoor aangesteld, vertegenwoordigt de raad van bestuur in alle acties en treedt op in rechte van de raad van bestuur.

De raad van bestuur kan alle of een deel van zijn bevoegdheden aan één of meer van zijn leden of zelfs aan derden doorgeven.

Art. 11.De bestuurders nemen geen enkele persoonlijke aansprakelijkheid voor de verplichtingen van het fonds. Hun aansprakelijkheid is beperkt tot de uitvoering van het mandaat dat zij hebben ontvangen.

Hun mandaat wordt niet betaald. HOOFDSTUK V. - Financiële stromen

Art. 12.De bijdragen aan de financiering van het sectorpensioenplan worden vastgesteld in de collectieve arbeidsovereenkomst van het Paritair Comité voor het drukkerij-, grafische kunst- en dagbladbedrijf en moeten verplicht betaald worden (uitgezonderd dagbladpers).

Art. 13.De bijdragen worden geheven en geïnd door de Rijksdienst voor Sociale Zekerheid.

Art. 14.Zoals voorgeschreven door artikel 7 van de wet van 7 januari 1958Relevante gevonden documenten type wet prom. 07/01/1958 pub. 31/03/2011 numac 2011000170 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de Fondsen voor bestaanszekerheid Officieuze coördinatie in het Duits sluiten betreffende de fondsen voor bestaanszekerheid, zijn de methoden van berekening, inning en invordering van deze bijdragen en de eventuele verhogingen van de bijdragen en de verwijlinteresten dezelfde als die van toepassing zijn op de sociale zekerheidsbijdragen.

Art. 15.Deze bijdragen worden betaald aan de pensioeninstelling die verantwoordelijk is voor de administratie van het sectorpensioenplan na de inhouding van een beheerskost van 5 pct. ten voordelen van "Fonds 2e pijler PC 130 labeur".

De raad van bestuur kan de pensioeninstelling aanstellen zodat hij de bijdragen rechtstreeks van de Rijksdienst voor Sociale Zekerheid ontvangt. In dit geval, zal de pensioeninstelling de beheerskosten aan het "Fonds 2e pijler PC 130 labeur" betalen. HOOFDSTUK VI. - Begroting en boekhouding

Art. 16.Het boekjaar begint op 1 januari en eindigt 31 december.

Echter, tijdens het eerste jaar zal het boekjaar beginnen op 1 juli 2010 en eindigen op 31 december 2011.

Art. 17.Ieder jaar ten laatste tijdens de maand maart, moet de begroting worden ingediend ter goedkeuring door het paritair comité.

Art. 18.De rekeningen van het afgelopen jaar worden afgesloten per 31 december. De raad van bestuur en de revisor of boekhouder aangewezen door het paritair comité krachtens artikel 12 van de wet van 7 januari 1958Relevante gevonden documenten type wet prom. 07/01/1958 pub. 31/03/2011 numac 2011000170 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de Fondsen voor bestaanszekerheid Officieuze coördinatie in het Duits sluiten betreffende de fondsen voor bestaanszekerheid, stellen elk jaar een schriftelijk verslag op over de uitvoering van hun missie over het afgelopen jaar. De rekeningen en jaarverslagen moeten ten laaste tijdens de maand juni ter goedkeuring worden voorgelegd aan het paritair comité. HOOFDSTUK VII. - Ontbinding

Art. 19.In geval van ontbinding van het "Fonds 2e pijler PC 130 labeur", benoemt het paritair comité voor het drukkerij-, grafische kunst- en dagbladbedrijf de vereffenaars, bepalen hun bevoegdheden en vergoedingen, en geeft een bestemming aan de middelen van het "Fonds 2e pijler PC 130 labeur".

Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 16 december 2010.

De Vice-Eerste Minister en Minister van Werk en Gelijke Kansen, belast met het Migratie- en asielbeleid, Mevr. J. MILQUET

^