gepubliceerd op 08 februari 2011
Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 24 juni 2010, gesloten in het Paritair Comité voor het gas- en elektriciteitsbedrijf, tot wijziging van de collectieve arbeidsovereenkomst van 8 februari en 8 november 2007 tot wijziging en coördinatie van de collectieve arbeidsovereenkomst van 30 juni 2005 betreffende de aanvullende pensioenen van de werknemers op wie de collectieve arbeidsovereenkomst van 29 september 2003 betreffende de arbeids- en loonvoorwaarden van toepassing is
16 DECEMBER 2010. - Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 24 juni 2010, gesloten in het Paritair Comité voor het gas- en elektriciteitsbedrijf, tot wijziging van de collectieve arbeidsovereenkomst van 8 februari en 8 november 2007 tot wijziging en coördinatie van de collectieve arbeidsovereenkomst van 30 juni 2005 betreffende de aanvullende pensioenen van de werknemers op wie de collectieve arbeidsovereenkomst van 29 september 2003 betreffende de arbeids- en loonvoorwaarden van toepassing is (1)
ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.
Gelet op de wet van 5 december 1968Relevante gevonden documenten type wet prom. 05/12/1968 pub. 22/05/2009 numac 2009000346 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités, inzonderheid op artikel 28;
Gelet op het verzoek van het Paritair Comité voor het gas- en elektriciteitsbedrijf;
Op de voordracht van de Minister van Werk, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :
Artikel 1.Algemeen verbindend wordt verklaard de als bijlage overgenomen collectieve arbeidsovereenkomst van 24 juni 2010, gesloten in het Paritair Comité voor het gas- en elektriciteitsbedrijf, tot wijziging van de collectieve arbeidsovereenkomst van 8 februari en 8 november 2007 tot wijziging en coördinatie van de collectieve arbeidsovereenkomst van 30 juni 2005 betreffende de aanvullende pensioenen van de werknemers op wie de collectieve arbeidsovereenkomst van 29 september 2003 betreffende de arbeids- en loonvoorwaarden van toepassing is.
Art. 2.De Minister bevoegd voor Werk is belast met de uitvoering van dit besluit.
Gegeven te Brussel, 16 decmber 2010.
ALBERT Van Koningswege : De Vice-Eerste Minister en Minister van Werk en Gelijke Kansen, belast met het Migratie- en asielbeleid, Mevr. J. MILQUET _______ Nota (1) Verwijzing naar het Belgisch Staatsblad : Wet van 5 december 1968Relevante gevonden documenten type wet prom. 05/12/1968 pub. 22/05/2009 numac 2009000346 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten, Belgisch Staatsblad van 15 januari 1969. Bijlage Paritair Comité voor het gas- en elektriciteitsbedrijf Collectieve arbeidsovereenkomst van 24 juni 2010 Wijziging van de collectieve arbeidsovereenkomst van 8 februari en 8 november 2007 tot wijziging en coördinatie van de collectieve arbeidsovereenkomst van 30 juni 2005 betreffende de aanvullende pensioenen van de werknemers op wie de collectieve arbeidsovereenkomst van 29 september 2003 betreffende de arbeids- en loonvoorwaarden van toepassing is (Overeenkomst geregistreerd op 2 juli 2010 onder het nummer 100229/CO/326) HOOFDSTUK I. - Toepassingsgebied
Artikel 1.Deze collectieve arbeidsovereenkomst is van toepassing op de gebaremiseerde personeelsleden, op wie de collectieve arbeidsovereenkomst van 29 september 2003, gesloten in het Paritair Comité voor het gas- en elektriciteitsbedrijf, betreffende de arbeids- en loonvoorwaarden van toepassing is, algemeen verbindend verklaard bij koninklijk besluit van 1 september 2004 en bekendgemaakt in het Belgisch Staatsblad van 20 oktober 2004 (nr. 72104/CO/326). HOOFDSTUK II. - Begrippen en definities
Art. 2.Voor de toepassing van deze collectieve arbeidsovereenkomst wordt verstaan onder : "gebaremiseerde werknemer", de werknemer : a) aangeworven vanaf 1 januari 2002 bij : - bedrijven ressorterend onder de bevoegdheid van het Paritair Comité voor het gas- en elektriciteitsbedrijf vóór 1 januari 2004; - bedrijven, ressorterend onder de bevoegdheid van het Paritair Comité voor het gas- en elektriciteitsbedrijf, die voortkomen uit de hier-voorgenoemde bedrijven; - bedrijven, ressorterend onder de bevoegdheid van het Paritair Comité voor het gas- en elektriciteitsbedrijf, die personeel overnemen, op basis van de collectieve arbeidsovereenkomst nr. 32bis van 7 juni 1985, gesloten in de Nationale Arbeidsraad, betreffende de waarborg van rechten van de werknemers in geval van verandering van werkgever wegens een conventionele transfer van onderneming en die de rechten regelt van de werknemers die overgenomen worden in geval van overname van het actief na faillissement of gerechtelijk concordaat door afstand van het actief; - en die niet met een contract van onbepaalde duur tewerkgesteld is op 31 augustus 2006 in de intercommunale Sibelga en getransfereerd op 1 september 2006 of later naar de firma Brussels Network Operations; - en die niet aangesloten is bij het pensioenplan met vaste prestaties (genaamd "Plan 2000") beheerd door de OFP "Pensioenkas Tractebel" op 30 juni 2008 en die in dienst is, op dezelfde datum of later ten gevolge van een overdracht van de onderneming Electrabel NV, GDFSUEZ CC of Energy Europe Invest; b) aangeworven bij : - bedrijven, ressorterend onder de bevoegdheid van het Paritair Comité voor het gas- en elektriciteitsbedrijf vanaf 1 januari 2004; - bedrijven, ressorterend onder de bevoegdheid van het Paritair Comité voor het gas- en elektriciteitsbedrijf, die voortkomen uit de hiervoor genoemde bedrijven; - bedrijven, ressorterend onder de bevoegdheid van het Paritair Comité voor het gas- en elektriciteitsbedrijf, die, op basis van de collectieve arbeidsovereenkomst nr. 32bis personeel hebben overgenomen; c) aangeworven vanaf 1 januari 2004 bij : - de onderneming SPE; - een onderneming, ressorterend onder de bevoegdheid van het Paritair Comité voor het gas- en elektriciteitsbedrijf, en die voortkomt uit de onderneming SPE; - een onderneming, ressorterend onder de bevoegdheid van het Paritair Comité voor het gas- en elektriciteitsbedrijf, die, op basis van de voormelde collectieve arbeidsovereenkomst nr. 32bis personeel van SPE heeft overgenomen; - en op wie een bijzonder pensioenstelsel voorzien in de op ondernemingsvlak gesloten collectieve arbeidsovereenkomst van 29 november 2006, niet van toepassing is. HOOFDSTUK III. - Voorwerp
Art. 3.Deze collectieve arbeidsovereenkomst heeft tot voorwerp de aanpassing van het pensioenreglement als bijlage bij de collectieve arbeidsovereenkomst van 8 februari en 8 november 2007 tot wijziging en coördinatie van de collectieve arbeidsovereenkomst van 30 juni 2005 betreffende de aanvullende pensioenen van de werknemers op wie de collectieve arbeidsovereenkomst van 29 september 2003 betreffende de arbeids- en loonvoorwaarden van toepassing is. HOOFDSTUK IV. - Aanpassingen van het pensioenreglement
Art. 4.Het artikel 2.2.1 "Theoretische pensioendatum", wordt vervolledigd met de volgende alinea : "Indien de deelnemer evenwel in dienst blijft na die datum, zal de aansluiting verlengd worden tot op het moment dat de deelnemer de onderneming effectief verlaat. Deze datum zal dan beschouwd worden als de datum van pensionering in de zin van dit reglement."
Art. 5.Het artikel 2.2.5 "Echtgenoot", wordt gewijzigd als volgt : "Wordt beschouwd als echtgenoot in de zin van dit reglement, de persoon die gehuwd is met de deelnemer, op voorwaarde dat de echtgenoten noch uit de echt, noch van tafel en bed gescheiden zijn." De 2e alinea wordt geschrapt.
Art. 6.Het artikel 2.2.6 "Wettelijk samenwonende en partner", wordt, wat betreft de 1e en 2e alinea, gewijzigd als volgt : "Wordt beschouwd als wettelijk samenwonende in de zin van dit reglement, de persoon die leeft met de deelnemer, overeenkomstig de wettelijke bepalingen die de wettelijke samenwoning regelen.
Wordt beschouwd als partner in de zin van dit reglement, de persoon, met uitsluiting van een persoon die tot de 3e graad inbegrepen een verwantschap heeft met de deelnemer, die onder hetzelfde dak leeft "als koppel" met de deelnemer, op voorwaarde dat noch de deelnemer, noch de partner getrouwd zijn en op voorwaarde dat, op het moment van het overlijden, de ononderbroken samenwoning tenminste één jaar duurt."
Art. 7.Het artikel 2.2.10 "Coëfficiënt van gemiddelde deeltijdse prestatie (tpm)", wordt gewijzigd als volgt : "De coëfficiënt van gemiddelde deeltijdse prestatie (tpm) wordt berekend op basis van de periodes van dienst tijdens de loopbaan onder arbeidsovereenkomst met onbepaalde duur van de deelnemer in de sector gas en elektriciteit vastgesteld op 30 juni die voorafgaat aan de laatste jaarlijkse herberekening van de prestaties. Hij dient om de verzekerde overlijdenskapitalen te bepalen rekening houdend met de periodes van deeltijdse tewerkstelling.
Hij wordt als volgt berekend : tpm = som in maanden en dagen/30 van alle toegelaten periodes (1) gewogen aan hun effectieve tewerkstellingsratios (tpa) of aan hun gemiddelde tewerkstellingsratios (2) tpm = som in maanden en dagen /30 van dezelfde toegelaten periodes (1) aan tewerkstellingsratio = 1 (1) Dit wil zeggen de loopbaanstappen, arbeidscontracten en schorsingen, waarvan de tewerkstellingsratio hoger is dan 0 (ongeacht of deze periodes vóór of na de 20e verjaardag vallen en of zij al dan niet volledig in aanmerking worden genomen) evenals de gelijkgestelde periodes van voltijds tijdskrediet einde loopbaan.(2) Voor de gelijkgestelde periodes van tijdskrediet wordt de ratio gebruikt van de gemiddelde tewerkstelling van de periode voorafgaand aan het begin van de schorsing.Dit geldt eveneens voor de periodes van in ter beschikkingstelling in het kader van het oude stelsel van vervroegd vertrek."
Art. 8.Het artikel 7.1. "Overlijdenskapitaal", wordt gewijzigd als volgt : "Dit reglement voorziet in de toekenning aan de begunstigde(n) van een kapitaal (KO) bij overlijden van de deelnemer vóór zijn vertrek met pensioen. 7.1.1. Gehuwde deelnemers of wettelijk samenwonenden of partners Het overlijdenskapitaal toegekend aan de begunstigde(n) is gelijk aan 3 maal de jaarlijkse referentiebezoldiging, het geheel gewogen door de coëfficiënt van gemiddelde deeltijdse prestatie, hetzij KO = 3 T. tpm 7.1.2. Alleenstaande deelnemers Het overlijdenskapitaal is gelijk aan eenmaal de jaarlijkse referentiebezoldiging van de deelnemer, vermenigvuldigd met de coëfficiënt van gemiddelde deeltijdse prestatie, hetzij KO = 1 T. tpm".
Art. 9.Het artikel 9.1. "Begunstigden" wordt, wat betreft punt A, gewijzigd als volgt : "De begunstigden van de prestaties, bij overlijden van de deelnemer vóór het vertrek met pensioen, met uitzondering van de tijdelijke wezenrenten, zijn in volgorde van voorrang : 1. de noch uit de echt, noch wettelijk van tafel en bed gescheiden echtgeno(o)t(e) of de wettelijk samenwonende;2. de wettelijke, geadopteerde of erkende natuurlijke kinderen van de deelnemer, en bij plaatsvervulling, hun nakomelingen voor het gedeelte dat zou toegekomen zijn aan de begunstigde in wiens plaats zij treden;3. de partner (in de zin van dit reglement) van de deelnemer;4. de vader en de moeder van de deelnemer, elk voor de helft. Bij vooroverlijden van één van hen, komt de totaliteit van de verzekerde bedragen aan de overlevende toe; 5. de wettelijke erfgenamen ten persoonlijke titel, met uitsluiting van de Staat;6. het financieringsfonds. Op verzoek van de deelnemer zijn afwijkingen aan deze begunstigingsvolgorde mogelijk, alsook de aanduiding van een andere begunstigde (natuurlijk persoon) en tevens de verdeling van de prestaties onder verschillende begunstigden, zijn mogelijk mits het sturen van een aangetekende brief aan de maatschappij. Indien de deelnemer gebruik zou hebben gemaakt van deze mogelijkheden en nadien zou huwen of een kind krijgen, houdt de afwijking zonder formaliteit op te bestaan en wordt de normale begunstigingsvolgorde opnieuw toegepast."
Art. 10.Het artikel 10.1. "Vrijstelling van de betaling van de premies", wordt gewijzigd als volgt : "De patronale toelagen en de persoonlijke bijdragen gestort aan de pensioeninstelling zullen niet verschuldigd zijn, na de wachttijd van één jaar en evenredig met de invaliditeitsgraad, tijdens de periodes van volledige opschorting van de uitvoering van de arbeidsovereenkomst die niet gedekt zijn door een gewaarborgd loon en die volledige kalendermaanden dekken tot de 24e maand inbegrepen.
De toelagen en bijdragen met betrekking tot de periodes van arbeidsongeschiktheid die voorvloeien uit een ziekte of een ongeval en niet gedekt zijn door een gewaarborgd loon, die volledige kalendermaanden dekken tot en met 24 maanden en die het behoud van de verzekerde prestaties mogelijk maken op het moment waarop de arbeidsongeschiktheid zich voordoet, zullen ten laste genomen worden door de rechtspersoon die belast is met de uitvoering van de solidariteitstoezegging."
Art. 11.Het artikel 10.2. "Invaliditeitsrente", wordt gewijzigd als volgt : "De jaarlijkse invaliditeitsrente (Ci) wordt bepaald als volgt : - Bij ziekte of ongeval in het privéleven : De jaarlijkse invaliditeitsrente (Ci), na de wachttijd van één jaar, wordt bepaald als volgt : Ci = 10 pct. van min (T; Pl ZIV) + 70 pct. van max (0; T - Pl ZIV) Pl ZIV is het wettelijk plafond waarop de vergoedingen van het R.I.Z.I.V. berekend worden. - Bij arbeidsongeval of beroepsziekte : Ci = 70 pct. van max (0; T - Pl AO) Pl AO is het wettelijk plafond waarop de vergoedingen inzake arbeidsongevallen berekend worden.
Bij gedeeltelijke invaliditeit zal het bedrag van de rente aangepast worden aan de invaliditeitsgraad.
Voor de deelnemers die deeltijds werken, wordt de rente gewogen door een coëfficiënt van huidige deeltijdse arbeid (tpa), zoals gedefinieerd in artikel 2.2.9, maar op basis van de dag die voorafgaat aan het begin van de invaliditeit.
Elk herval of nieuwe ziekte die zich voordoet binnen de 6 maanden van de werkhervatting wordt opgeteld bij de voorgaande afwezigheid om zo te berekenen of de werknemer een afwezigheid van één jaar bereikt.
Van deze prestaties worden deze afgetrokken die worden toegekend in het kader van het reglement dat de solidariteitstoezegging vastlegt." HOOFDSTUK V. - Geldigheidsduur
Art. 12.Tenzij andersluidende bepalingen, wordt deze collectieve arbeidsovereenkomst gesloten voor onbepaalde duur en heeft ze uitwerking met ingang van 1 januari 2010.
Deze collectieve arbeidsovereenkomst kan geheel of gedeeltelijk worden opgezegd, door elk van de partijen, middels een opzeggingstermijn van 6 maanden, per aangetekende brief gericht aan de voorzitter van het Paritair Comité van het gas- en elektriciteitsbedrijf.
Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 16 december 2010 De Vice-Eerste Minister en Minister van Werk en Gelijke Kansen, belast met het Migratie- en asielbeleid, Mevr. J. MILQUET