Etaamb.openjustice.be
Koninklijk Besluit van 16 december 1998
gepubliceerd op 14 januari 1999

Koninklijk besluit houdende de vergunning om het MOB2-mobilofoonnet aan te leggen en te exploiteren

bron
ministerie van verkeer en infrastructuur
numac
1998014348
pub.
14/01/1999
prom.
16/12/1998
ELI
eli/besluit/1998/12/16/1998014348/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
links
Raad van State (chrono)
Document Qrcode

16 DECEMBER 1998. - Koninklijk besluit houdende de vergunning om het MOB2-mobilofoonnet aan te leggen en te exploiteren


VERSLAG AAN DE KONING Sire, In 1987 heeft de voormalige Regie van Telegrafie en Telefonie een analoog mobilofoonnet in werking gesteld, MOB2 genaamd, dat met de norm NMT450 werkte (« Nordic Mobile Telephone » in de 450 MHz-band).

In 1994 heeft de dochteronderneming Belgacom Mobile van het autonome overheidsbedrijf een digitaal mobilofoonnetwerk commercieel opengesteld, Proximus genaamd, op basis van de pan-Europese norm GSM900 (« Global System for Mobile Communications » in de 900 MHz-band). Die nieuwe maatschappij heeft ook de exploitatie van het analoge MOB2-netwerk overgenomen.

Sedertdien is de mobilofonie geschrapt van de lijst van de diensten die voor Belgacom gereserveerd zijn ingevolge de wet van 12 december 1994, die de wet van 21 maart 1991 betreffende de hervorming van sommige economische overheidsbedrijven heeft gewijzigd. Op die nieuwe basis is het koninklijk besluit van 7 maart 1995 betreffende het opzetten en exploiteren van GSM-mobilofoonnetten genomen. Dergelijke vergunningen zijn toegekend op 27 november 1995 aan de onderneming Mobistar, die de Regering als tweede GSM-operator heeft geselecteerd, en op 2 juli 1996 aan de maatschappij Belgacom Mobile voor zijn Proximus-netwerk.

Er is nog een koninklijk besluit aangenomen op 8 september 1997 om de exploitatie te regelen van het analoge MOB2-mobilofoonnet van Belgacom Mobile.

Er wordt op gewezen dat de Regering het niet opportuun heeft geacht om in het geval van de analoge mobilofonie de dienst voor concurrentie open te stellen, met name wegens het verouderde karakter van die technologie en het tekort aan radiofrequenties.

Het doel van het besluit dat U wordt voorgelegd bestaat er net in aan de maatschappij Belgacom Mobile de vergunning te verlenen om het analoge MOB2-net aan te leggen en te exploiteren en dit overeenkomstig het nieuwe artikel 89, § 1 van de wet van 21 maart 1991, zoals gewijzigd door artikel 35 van de wet van 19 december 1997.

Sedert de invoering van digitale GSM-mobilofoonnetten hebben die zoveel commercieel succes geboekt dat het aantal abonnees van het analoge MOB2-net van Belgacom Mobile sterk is afgenomen : daardoor nadert het ogenblik waarop de voorwaarden voor economische rentabiliteit niet meer vervuld zullen worden voor dat reeds oude netwerk.

Rekening houdend met de kwaliteit van de diensten die door beide GSM-netten in concurrentie worden geboden en de interessante tarieven die door beide betreffende operatoren worden toegepast, moet aan Belgacom Mobile de mogelijkheid worden geboden om tot de eventuele sluiting van zijn analoge MOB2-net te beslissen. Daarom is het besluit dat U wordt voorgelegd in essentie bedoeld om in afdeling 3 van de bijlage de praktische voorwaarden te bepalen voor de eventuele sluiting van dat netwerk. De aldus vastgelegde voorwaarden zijn er vooral op gericht de betreffende abonnees voldoende op voorhand te verwittigen.

Er wordt ook aan herinnerd dat een derde operator voor digitale mobilofonie pas een vergunning heeft gekregen op basis van de DCS1800-norm, die een variant is van het GSM-systeem in de 1800 MHz-band : de toekenning van die nieuwe vergunning maakt het voorwerp uit van het koninklijk besluit van 24 oktober 1997 betreffende het opzetten en de exploitatie van DCS-1800-mobilofonienetten.

Ik heb de eer te zijn, Sire, van Uwe Majesteit, de zeer eerbiedige en zeer getrouwe dienaar, De Minister van Economie en Telecommunicatie, E. DI RUPO

16 DECEMBER 1998. - Koninklijk besluit houdende de vergunning om het MOB2-mobilofoonnet aan te leggen en te exploiteren ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op de wet van 21 maart 1991 betreffende de hervorming van sommige economische overheidsbedrijven, zoals gewijzigd bij de wet van 12 december 1994 en bij de wet van 19 december 1997, inzonderheid op artikel 89, § 1;

Gelet op het koninklijk besluit van 8 september 1997 betreffende de aanleg en de exploitatie van het MOB2-mobilofoonnet;

Op de voordracht van Onze minister van Economie en Telecommunicatie en op het advies van Onze in Raad vergaderde ministers, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :

Artikel 1.De vergunning om het MOB2-mobilofoonnet aan te leggen en te exploiteren wordt toegekend aan de Naamloze Vennootschap Belgacom Mobile, hierna de Operator genoemd.

Art. 2.De Operator houdt zich aan de bepalingen van het koninklijk besluit van 8 september 1997 betreffende de aanleg en de exploitatie van het MOB2-mobilofoonnet, alsook aan de bijlage bij dit besluit.

Art. 3.Dit besluit treedt in werking de dag waarop het in het Belgisch Staatsblad wordt bekendgemaakt.

Art. 4.Onze Minister van Telecommunicatie is belast met de uitvoering van dit besluit.

Gegeven te Brussel, 16 december 1998.

ALBERT Van Koningswege : De Minister van Economie en Telecommunicatie, E. DI RUPO

Bijlage bij het koninklijk besluit van 16 december 1998 houdende vergunning om het MOB2-mobilofoonnet aan te leggen en te exploiteren Voorwaarden van de MOB2-vergunning 1. Definities Ter aanvulling van de definities van artikel 1 van het koninklijk besluit van 8 september 1997 betreffende de aanleg en de exploitatie van het MOB2-mobilofoonnet, wordt voor de toepassing van deze bijlage, verstaan onder : 1° het koninklijk besluit : het koninklijk besluit van 8 september 1997 betreffende de aanleg en de exploitatie van het MOB2-mobilofoonnet;2° de Verlener : de Belgische Staat. 2. Doel van de dienst en draagwijdte van de Vergunning 2.1. Draagwijdte van de Vergunning Voor de duur van deze Vergunning en binnen de grenzen van het Rijksgebied is het de Operator toegestaan de exploitatie voort te zetten van het analoge MOB2-mobilofoonnetwerk dat werkt op basis van de NMT-450-norm (« Nordic Mobile Telephone » in de frequentieband van 450 MHz). 2.2. Toepasselijke regels (a) De Operator verbindt er zich toe alle bepalingen van het koninklijk besluit en van de bijlagen ervan te zullen naleven alsook de overige voorwaarden die in deze Vergunning zijn vastgelegd.(b) De Operator erkent uitdrukkelijk dat nieuwe wetten en reglementeringen kunnen worden aangenomen of ten uitvoer gelegd door de bevoegde overheden van de Verlener en dat deze die Vergunning mogen wijzigen, met name om ervoor te zorgen dat de aanleg en exploitatie van het MOB2-netwerk voldoen aan de wetgeving van de Gemeenschap. Wanneer een dergelijke wet of reglementering van kracht wordt zal deze Vergunning worden gewijzigd in de mate die nodig is om zich te voegen naar de eisen van de Gemeenschap, onverminderd de bepalingen die van nature uit van rechtswege van toepassing zouden zijn. Het verzuim van de Operator om zich naar de aldus gewijzigde Vergunning te voegen zal worden beschouwd als een overtreding van een belangrijke bepaling van de Vergunning. Naar gelang van de aard van de betreffende wijziging kan het Instituut een overgangsperiode toestaan waarin de Operator alle vereiste maatregelen kan treffen. (c) De Operator erkent uitdrukkelijk dat de Vergunning rechtstreeks op eigen initiatief door de Minister kan worden gewijzigd voor een gegronde reden die een duidelijke noodzaak vormt, zonder een verdere procedure, in de minimale mate die vereist is om het openbare belang te dienen, en dit enkel wanneer de Minister niet over redelijke middelen beschikt om dezelfde doeleinden inzake openbaar belang zonder wijziging in de Vergunning te bereiken.(d) De Operator erkent uitdrukkelijk dat de Vergunning hem niet ontslaat van de naleving van de overige wettelijke en reglementaire verplichtingen die op zijn activiteiten van toepassing zijn. 2.3. Wijziging in de controle op het MOB2-netwerk De rechten die krachtens deze Vergunning worden toegekend zijn in handen van de Operator intuitu personae. De Operator mag de in deze Vergunning toegekende rechten, de eigendom van het MOB2-netwerk of de exploitatierechten voor het MOB2-netwerk, geheel of gedeeltelijk, ongeacht via verkoop, lease-back of op enige andere manier niet overdragen, noch afstaan. Elke overdracht, verkoop, afstand van aandelen die aanleiding geeft tot een wijziging in de controle op de Operator of tot een wijziging in de structuur van het kapitaal van de Operator moet ten minste een maand voordat die verrichting plaatsvindt aan de Minister worden meegedeeld. 2.4. Duur en verlenging van de Vergunning Overeenkomstig artikel 3, § 2 van het koninklijk besluit was deze Vergunning geldig voor een aanvankelijke duur van tien (10) jaar (« Aanvankelijke duur »), te rekenen vanaf 1 juli 1987, de dag waarop het MOB2-netwerk commercieel is geopend. Zoals bepaald in artikel 3, § 2 van het koninklijk besluit, wordt deze Vergunning uitgereikt gedurende een eerste verlengingstermijn van vijf jaar die op 1 juli 1997 is beginnen te lopen en die kan nog met stilzwijgend akkoord worden verlengd met opeenvolgende termijnen van vijf jaar. 3. Nadere regels met betrekking tot de sluiting van het MOB2-netwerk (a) De Operator mag weigeren om nieuwe abonnees op zijn MOB2-netwerk te aanvaarden vanaf de dag waarop dit besluit in werking treedt.(b) De Operator verbindt er zich uitdrukkelijk toe zijn MOB2-netwerk niet te zullen sluiten vóór 1 januari 1999.(c) De sluiting van het MOB2-netwerk moet ten minste zes maanden op voorhand, schriftelijk door de Operator worden aangekondigd aan al zijn klanten en aan het Instituut.De mededeling aan het Instituut geschiedt door middel van een ter post aangetekende brief. Wanneer het Instituut binnen de termijn van een maand na die mededeling geen bezwaren heeft geuit, wordt de beslissing van de Operator als goedgekeurd beschouwd. (d) Op de dag waarop het MOB2-netwerk wordt gesloten vervallen alle rechten van de Operator met betrekking tot de radiofrequenties die hem krachtens artikel 7, § 1 van het koninklijk besluit waren toegekend alsook in verband met de capaciteit van het nationale nummeringsplan, die hem krachtens artikel 10, § 1 van het koninklijk besluit was toegekend.Bijgevolg kunnen vanaf die datum de betreffende radiofrequenties en oproepnummers door het Instituut aan exploitanten van telecommunicatiediensten worden toegekend op grond van de behoeften en het openbaar belang in het kader van de toepasselijke wettelijke en reglementaire bepalingen. (e) Voor het jaar waarin de sluiting van het MOB2-netwerk plaatsvindt zullen de diverse rechten die overeenkomstig de van kracht zijnde wettelijke bepalingen aan het Instituut verschuldigd zijn, worden vastgesteld naar rato van het aantal maanden waarin het netwerk operationeel zal blijven, waarbij elke onvolledige maand voor een volle maand wordt aangerekend.(f) De Operator brengt al zijn abonnees van het MOB2-netwerk ervan op de hoogte dat hun eindapparatuur niet langer in het Koninkrijk zullen mogen worden gebruikt vanaf de datum waarop het betreffende netwerk wordt gesloten.De Operator brengt ook de Nederlandse openbare operator PTT Telecom daarvan op de hoogte. (g) Na de aankondiging van de sluiting van het MOB2-netwerk overeenkomstig punt (c) van dit artikel stelt het Instituut de Nationale Regelgevende Overheid inzake telecommunicatie van het Koninkrijk der Nederlanden daarvan in kennis. Gezien om te worden gevoegd bij Ons besluit van 16 december 1998 houdende vergunning om het MOB2-mobilofoonnet aan te leggen en te exploiteren.

ALBERT Van Koningswege : De Minister van Economie en Telecommunicatie, E. DI RUPO

^