Etaamb.openjustice.be
Koninklijk Besluit van 16 april 2020
gepubliceerd op 16 juni 2020

Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 5 juli 2019, gesloten in het Paritair Comité voor de bedienden der metaalfabrikatennijverheid, betreffende de koopkracht

bron
federale overheidsdienst werkgelegenheid, arbeid en sociaal overleg
numac
2020201206
pub.
16/06/2020
prom.
16/04/2020
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

16 APRIL 2020. - Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 5 juli 2019, gesloten in het Paritair Comité voor de bedienden der metaalfabrikatennijverheid, betreffende de koopkracht (1)


FILIP, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op de wet van 5 december 1968Relevante gevonden documenten type wet prom. 05/12/1968 pub. 22/05/2009 numac 2009000346 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités, inzonderheid op artikel 28;

Gelet op het verzoek van het Paritair Comité voor de bedienden der metaalfabrikatennijverheid;

Op de voordracht van de Minister van Werk, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :

Artikel 1.Algemeen verbindend wordt verklaard de als bijlage overgenomen collectieve arbeidsovereenkomst van 5 juli 2019, gesloten in het Paritair Comité voor de bedienden der metaalfabrikatennijverheid, betreffende de koopkracht.

Art. 2.De minister bevoegd voor Werk is belast met de uitvoering van dit besluit.

Gegeven te Brussel, 16 april 2020.

FILIP Van Koningswege : De Minister van Werk, N. MUYLLE _______ Nota (1) Verwijzing naar het Belgisch Staatsblad : Wet van 5 december 1968Relevante gevonden documenten type wet prom. 05/12/1968 pub. 22/05/2009 numac 2009000346 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten, Belgisch Staatsblad van 15 januari 1969. Bijlage Paritair Comité voor de bedienden der metaalfabrikatennijverheid Collectieve arbeidsovereenkomst van 5 juli 2019 Koopkracht (Overeenkomst geregistreerd op 31 juli 2019 onder het nummer 153162/CO/209)

Artikel 1.Toepassingsgebied Deze collectieve arbeidsovereenkomst is van toepassing op de ondernemingen en hun werknemers met een arbeidsovereenkomst voor bediende die behoren tot het Paritair Comité voor de bedienden der metaalfabrikatennijverheid.

Onder "bedienden" wordt verstaan : de mannelijke en vrouwelijke gebaremiseerde en baremiseerbare bedienden.

In ondernemingen met een vakbondsafvaardiging voor bedienden kan in paritair overleg het toepassingsgebied uitgebreid worden tot niet-gebaremiseerde en niet-baremiseerbare bedienden en dit volgens de volgende procedure in 2 stappen : 1. Zowel de werkgever als alle in de vakbondsafvaardiging voor bedienden vertegenwoordigde vakbonden moeten akkoord gaan om een bespreking aan te gaan met betrekking tot een eventuele uitbreiding van het hogervermelde toepassingsgebied;2. Als en slechts als zij hierover akkoord gaan, moeten zij vervolgens akkoord gaan over de omschrijving van het toepassingsgebied van de ondernemingsenveloppe en/of loonsverhoging. In ondernemingen zonder vakbondsafvaardiging voor bedienden is het toepassingsgebied conform de overeenkomsten of gebruiken die bestaan op het vlak van de ondernemingen.

Deze bovenvermelde procedure en beslissing kunnen gevolgd en genomen worden, hetzij vóór, hetzij tijdens, hetzij na de procedure voorzien in artikel 3. Deze procedure en beslissing dient gevolgd en genomen te worden vóór 30 september 2019 of de overeengekomen latere datum.

Art. 2.Voorwerp Deze collectieve arbeidsovereenkomst wordt gesloten met in acht name van het koninklijk besluit van 19 april 2019Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 19/04/2019 pub. 24/04/2019 numac 2019011989 bron federale overheidsdienst kanselarij van de eerste minister en federale overheidsdienst werkgelegenheid, arbeid en sociaal overleg Koninklijk besluit tot uitvoering van artikel 7, § 1, van de wet van 26 juli 1996 tot bevordering van de werkgelegenheid en tot preventieve vrijwaring van het concurrentievermogen sluiten tot uitvoering van artikel 7, § 1 van de wet van 26 juli 1996 tot bevordering van de werkgelegenheid en tot preventieve vrijwaring van het concurrentievermogen (Belgisch Staatsblad van 24 april 2019).

Ondertekenende partijen vragen dat onderhavige collectieve arbeidsovereenkomst bij koninklijk besluit algemeen verbindend wordt verklaard.

Art. 3.Ondernemingsenveloppe A. Bepaling van de enveloppe De ondernemingen kunnen op 1 juli 2019 de beschikbare maximale loonmarge van 1,1 pct. van de loonmassa op een bedrijfsspecifieke manier invullen via een recurrente ondernemingsenveloppe. De besteding ervan kan enkel op ondernemingsvlak onderhandeld worden.

Onder "loonmassa" wordt begrepen : de effectieve bruto wedden (met inbegrip van de eindejaarspremies, de ploegenpremies, het overloon, enz.) en bijhorende sociale lasten (sociale zekerheidsbijdragen werkgever en andere sociale lasten).

B. Procedure voor onderhandeling van de ondernemingsenveloppe § 1. Besteding van de enveloppe De ondernemingsenveloppe kan gedifferentieerd ingevuld worden volgens groepen van bedienden of op individueel vlak en dit volgens de onderstaande procedure.

Ondernemingen met een vakbondsafvaardiging De besteding van de recurrente enveloppe wordt op ondernemingsvlak bepaald in paritair overleg volgens de verbintenissen opgenomen in de bijlage aan deze collectieve arbeidsovereenkomst.

De procedure voor de ondernemingsonderhandelingen over de besteding van de recurrente enveloppe verloopt in 2 stappen : Voorafgaandelijk moeten op ondernemingsvlak zowel de werkgever als alle in de vakbondsafvaardiging voor bedienden vertegenwoordigde vakbonden akkoord gaan met een bedrijfsspecifieke besteding van de enveloppe.

In de multizetelondernemingen wordt de beslissing genomen op groepsniveau. Deze beslissing heeft niet alleen betrekking op het al dan niet onderhandelen, maar ook op het niveau waarop deze onderhandelingen zullen gevoerd worden.

Indien besloten wordt tot ondernemingsoverleg, moet dit overleg ten laatste op 30 september 2019 leiden tot een collectieve arbeidsovereenkomst.

Partijen kunnen vóór 30 september 2019 overeenkomen om deze termijn van overleg te verlengen. Ook in dit geval moeten de gemaakte afspraken alleszins ingaan op 1 juli 2019.

Ondernemingen zonder vakbondsafvaardiging De besteding van de recurrente enveloppe wordt op ondernemingsvlak bepaald volgens de principes van berekening en omzetting opgenomen in de bijlage aan deze collectieve arbeidsovereenkomst.

De besteding van de recurrente enveloppe dient : - ofwel goedgekeurd te worden door het paritair comité; - ofwel vastgelegd in een collectieve arbeidsovereenkomst, te sluiten uiterlijk op 30 september 2019. Een afschrift van de aldus gesloten collectieve arbeidsovereenkomst moet onmiddellijk ter informatie overgemaakt worden aan de voorzitter van het nationaal paritair comité.

De onderneming die een goedkeuring van haar bedrijfsspecifieke besteding van de recurrente enveloppe vraagt, dient bij de voorzitter van het nationaal paritair comité vóór 1 oktober 2019 een dossier in te dienen met toelichting over : - de omvang van de ondernemingsenveloppe ondersteund met de stavingstukken zoals de jaarrekeningen of loonlastattesten; - de wijze van bedrijfsspecifieke besteding en de totale omvang van de kosten hieraan verbonden; - de wijze waarop de werknemers geraadpleegd en betrokken werden bij het voorstel van bedrijfsspecifieke besteding.

Het paritair comité behandelt de dossiers uiterlijk tegen 31 oktober 2019 en spreekt zich op een gemotiveerde wijze uit over het dossier.

Het paritair comité kan voor de behandeling van deze dossiers een werkgroep oprichten waarvan het doel, de samenstelling en de werkingsregels vastgelegd worden in de notulen van de vergadering van het paritair comité. § 2. Aanbeveling De sociale partners bevelen aan om bij de invulling van de ondernemingsenveloppe absolute voorrang te geven aan de harmonisering van die loon- en arbeidsvoorwaarden waarvoor er nog een verschil bestaat tussen arbeiders en bedienden en in geen geval bestaande verschillen te vergroten of nieuwe verschillen in te voeren. § 3. Betwistingen Elke betwisting over de interpretatie van de berekening van het recurrent budget zal voorgelegd worden aan de gewestelijke paritaire sectie van het paritair comité, volgens de modaliteiten vastgelegd in de bijlage aan deze collectieve arbeidsovereenkomst.

C. Suppletieve regeling De effectieve bruto maandwedden van de bedienden worden verhoogd met 1,1 pct. op 1 juli 2019 : - indien het overleg op ondernemingsvlak tegen 30 september 2019 of de overeengekomen latere datum niet uitmondt in een collectieve arbeidsovereenkomst; - of bij gebrek aan goedkeuring door het paritair comité van het voorstel van bedrijfsspecifieke besteding.

De niet in procent uitgedrukte ploegen- en productiepremies worden eveneens verhoogd met 1,1 pct. op 1 juli 2019, tenzij hierover op ondernemingsvlak andersluidende conventionele afspraken bestaan.

De verhoging ten belope van 1,1 pct. wordt toegepast na de indexering.

Art. 4.Alternatieve besteding van ecocheques Het sectoraal systeem ecocheques wordt geregeld door de collectieve arbeids overeenkomst van 3 juli 2017Relevante gevonden documenten type overeenkomst prom. 03/07/2017 pub. 14/07/2017 numac 2017030484 bron federale overheidsdienst sociale zekerheid Verordening tot wijziging van de verordening van 28 juli 2003 tot uitvoering van artikel 22, 11° van de wet betreffende de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen, gecoördineerd op 14 juli 1994 sluiten, geregistreerd onder het nummer 140871/CO/209.

Ondernemingen die ertoe gehouden zijn ecocheques toe te kennen op basis van deze collectieve arbeidsovereenkomst, kunnen kiezen voor een alternatieve en equivalente besteding van onbepaalde duur van de ecocheques De alternatieve besteding gebeurt op basis van een bedrag van 250 EUR per bediende en per jaar (kosten en werkgeverslasten inbegrepen, met uitzondering van de administratieve kosten).

De onderhandeling over de alternatieve besteding van de ecocheques gebeurt volgens dezelfde procedure en timing als deze voorzien voor de onderhandeling van de ondernemingsenveloppe.

Art. 5.Uitzonderingen bij aanwending van de loonmarge voor sectorale eindejaarspremies § 1. In afwijking van artikel 3 wordt de maximale loonmarge van 1,1 pct. aangewend voor de verhoging van de sectorale eindejaarspremie voor de ondernemingen die gelegen zijn in de provincies Namen, Henegouwen, Luxemburg en Luik.

Deze provinciale sectorale eindejaarspremies zullen verhoogd worden tot 1,77 pct. voor de eindejaarspremie te betalen in 2019 en tot 2,36 pct. voor de eindejaarspremie te betalen in 2020.

De provinciale collectieve arbeidsovereenkomsten over de eindejaarspremie zullen in deze zin aangepast worden.

De ondernemingen die niet de volledige 1,1 pct. moeten aanwenden om de minimale sectorale provinciale eindejaarspremies te kunnen garanderen, dienen het saldo te besteden aan een recurrente ondernemingsenveloppe conform artikel 3.

Bij gebrek aan een collectieve arbeidsovereenkomst of bij gebrek aan goedkeuring door het paritair comité van het voorstel van bedrijfsspecifieke besteding, worden de effectieve bruto maandwedden van de bedienden verhoogd met het overblijvende saldo. § 2. In afwijking van artikel 3 wordt 0,34 pct. van de maximale loonmarge van 1,1 pct. aangewend voor de verhoging van de sectorale eindejaarspremie voor de ondernemingen die gelegen zijn in de provincie Vlaams-Brabant, de provincie Waals-Brabant en het Brussels Hoofdstedelijk Gewest.

De minimale sectorale eindejaarspremie bedraagt voor deze ondernemingen 8,33 pct. van de jaarlijkse brutowedde voor de eindejaarspremies betaald vanaf 2019.

De collectieve arbeidsovereenkomst tot toekenning van een eindejaarspremie in de provincies Vlaams-Brabant, Waals-Brabant en het Brussels Hoofdstedelijk Gewest zal in deze zin aangepast worden.

Het saldo van 0,76 pct. van de maximale loonmarge dient besteed te worden aan een recurrente ondernemingsenveloppe conform artikel 3.

De ondernemingen die niet de volledige 0,34 pct. moeten aanwenden om de minimale sectorale eindejaarspremie te kunnen garanderen, dienen bijkomend het niet gebruikt saldo te besteden aan deze recurrente ondernemingsenveloppe.

Bij gebrek aan een collectieve arbeidsovereenkomst of bij gebrek aan goedkeuring door het paritair comité van het voorstel van bedrijfsspecifieke besteding, worden de effectieve bruto maandwedden van de bedienden verhoogd met het overblijvend saldo waarvan sprake in de vorige alinea.

Art. 6.Uitzonderingen inzake de koopkracht § 1. De in deze collectieve arbeidsovereenkomst overeengekomen bepalingen inzake de loonsverhoging van 1,1 pct. zijn niet van toepassing op de ondernemingen die zich in de economische onmogelijkheid bevinden om deze voordelen toe te kennen.

De gewestelijke verzoeningsbureaus zijn belast met de bepaling van de ondernemingen die zich volledig of gedeeltelijk in deze toestand bevinden. Zij dienen daarbij rekening te houden met duidelijk aanwijsbare feiten en de toestand van de onderneming.

Ondernemingen in herstructurering kunnen via onderhandelingen met de vakbondsafvaardiging voor bedienden de bepalingen inzake koopkracht anders aanwenden. Bij gebrek aan een vakbondsafvaardiging voor bedienden kunnen zij zich tot de gewestelijke verzoeningsbureaus wenden om, op aanwijsbare feiten, een afwijking of een herschikking van deze voordelen te bekomen. § 2. De in deze collectieve arbeidsovereenkomst overeengekomen bepalingen inzake de loonsverhoging van 1,1 pct. zijn evenmin van toepassing op ondernemingen die gedekt zijn door een sociaal programma-akkoord voor de jaren 2019 en 2020.

De gewestelijke verzoeningsbureaus zijn bevoegd om de eventuele toepassingsmoeilijkheden te regelen. § 3. De ondernemingen die op hun niveau reeds een collectieve arbeidsovereenkomst gesloten hebben die voorziet in loonsverhogingen en/of andere voordelen en waarvoor in de collectieve arbeidsovereenkomst uitdrukkelijk overeengekomen werd dat deze geïmputeerd zouden worden op de bepalingen inzake de loonsverhoging van 1,1 pct. of dat de financiering ervan zou gebeuren via een vermindering van de totale kost van het nationaal akkoord, worden vrijgesteld van de toepassing van de bepalingen inzake de koopkracht ten belope van de waarde voorzien in de ondernemingsovereenkomst.

Art. 7.Duur Deze collectieve arbeidsovereenkomst wordt gesloten voor onbepaalde duur, met ingang van 1 juli 2019.

Zij kan opgezegd worden mits een aangetekend schrijven aan de voorzitter van het nationaal paritair comité en waarvoor een opzegtermijn van 6 maanden geldt.

Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 16 april 2020.

De Minister van Werk, N. MUYLLE

Bijlage aan de collectieve arbeidsovereenkomst van 5 juli 2019, gesloten in het Paritair Comité voor de bedienden der metaalfabrikatennijverheid, betreffende de koopkracht De onderhandeling van de enveloppe op ondernemingsvlak De werkgevers- en werknemersvertegenwoordigers op nationaal, provinciaal en lokaal vlak verbinden er zich toe om volgende regels toe te passen en te doen toepassen bij de onderhandeling van de enveloppe op het ondernemingsvlak. 1. Berekening en omzetting a) Indien zowel de werkgevers als alle in de vakbondsafvaardiging voor bedienden van de onderneming vertegenwoordigde vakbonden op ondernemingsvlak akkoord gaan over een onderhandeling over de besteding van de enveloppe, kunnen de ondernemingen en hun vakbondsafvaardiging voor bedienden op hun vlak onderhandelen over de aanwending van de budgettaire enveloppe ten belope van 1,1 pct.van de loonmassa van de bedienden. Over deze aanwending kan enkel op ondernemingsvlak onderhandeld worden. b) Onder "loonmassa" wordt begrepen : de effectieve bruto lonen (met inbegrip van de eindejaarspremies, de ploegenpremies, het overloon, enz.) en bijhorende sociale lasten (sociale zekerheidsbijdragen werkgever en andere sociale lasten).

De voor de aanwending gebruikte loonmassa moet alleszins gerelateerd worden aan de voltijds equivalente bedienden in dienst op 1 juli 2019. c) Deze enveloppe mag aangewend worden voor de financiering van bijkomende voordelen, loonsverhogingen of andere verbeteringen van de op ondernemingsvlak bestaande arbeidsvoorwaarden.d) Het percentage van de enveloppe mag niet worden overschreden, zodat : - enerzijds het recurrent effect op de gemiddelde loonkost van de bedienden niet hoger mag zijn dan het percentage van de enveloppe; - anderzijds de loonmassa voor de periode gaande van 1 januari 2019 tot 31 december 2020 ingevolge de toekenning van de enveloppe niet mag stijgen met meer dan het percentage van de enveloppe. e) In de onderhandeling over de invulling van de enveloppe dient er geen rekening gehouden te worden met het effect van automatische verhogingen als gevolg van de op ondernemingsvlak toepasbare barema's.2. Onderhandelingsprocedure a) Voorafgaandelijk aan elke onderhandeling, moeten zowel de werkgever als alle in de vakbondsafvaardiging voor bedienden vertegenwoordigde vakbonden op ondernemingsvlak akkoord gaan over een onderhandeling over de besteding van de enveloppe. In de multizetelondernemingen wordt de beslissing genomen op groepsniveau. Deze beslissing heeft niet alleen betrekking op het al dan niet onderhandelen, maar ook over het niveau waar deze onderhandelingen zullen gevoerd worden.

In deze fase kan ook overeen gekomen worden om de termijn van overleg, die door de sociale partners werd vastgelegd op 30 september 2019, te verlengen. In elk geval zal een eventueel gesloten akkoord moeten ingaan op 1 juli 2019. b) Op voorwaarde dat zowel de werkgever als alle in de vakbondsafvaardiging voor bedienden vertegenwoordigde vakbonden akkoord gaan om ondernemingsonderhandelingen over de besteding van de enveloppe te voeren, kunnen deze starten vanaf het sluiten van dit nationaal akkoord.Ze dienen volledig afgerond te zijn ten laatste op 30 september 2019 of de overeengekomen latere datum. c) De onderhandelingen verlopen conform de bestaande tradities van overleg in de onderneming.d) Zo het overleg leidt tot een akkoord, dienen de gemaakte afspraken vastgelegd te worden in een collectieve arbeidsovereenkomst.e) Een afschrift van de aldus gesloten collectieve arbeidsovereenkomst moet onmiddellijk ter informatie overgemaakt worden aan de voorzitter van het nationaal paritair comité.3. Geschillenprocedure a) Indien in de loop van de onderhandelingen over de aanwending van de enveloppe op ondernemingsvlak een geschil zou ontstaan waarbij binnen een redelijke termijn geen oplossing gevonden kan worden, wordt beroep gedaan op tussenkomst van regionale vertegenwoordigers van de representatieve werknemers- en werkgeversorganisaties.b) Indien de tussenkomst van regionale vertegenwoordigers van de representatieve werknemers- en werkgeversorganisaties geen einde stelt aan het geschil, wordt de normale verzoeningsprocedure op gewestelijk vlak gevolgd.Bij dreigend conflict kan evenwel beroep gedaan worden op de spoedprocedure (verzoening binnen de 48 uur). c) De vertegenwoordigers van de representatieve werkgevers- en werknemersorganisaties van het gewestelijk verzoeningsbureau dienen in de eerste plaats te onderzoeken of het geschil zich situeert binnen de toegekende budgettaire enveloppe.Indien dit niet het geval is, wordt het overleg terug binnen het paritair afgesproken kader geplaatst en opnieuw naar de onderneming verwezen. Zo dit wel het geval is, wordt de bemiddeling ten gronde gevoerd. d) Indien in de loop van bovengenoemde procedure er een geschil ontstaat inzake de interpretatie van de berekeningen voor de invulling van de op ondernemingsvlak bepaalde enveloppe, wordt onmiddellijk beroep gedaan op de tussenkomst van het gewestelijk verzoeningsbureau.e) Op geen enkel niveau kan toegestaan worden dat de uiterste datum voor het sluiten van een collectieve arbeidsovereenkomst overschreden wordt. Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 16 april 2020.

De Minister van Werk, N. MUYLLE

^