gepubliceerd op 11 juli 2000
Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 30 april 1999, gesloten in het Paritair Comité voor de landbouw, betreffende de loopbaanonderbreking
16 APRIL 2000. - Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 30 april 1999, gesloten in het Paritair Comité voor de landbouw, betreffende de loopbaanonderbreking (1)
ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.
Gelet op de wet van 5 december 1968 betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités, inzonderheid op artikel 28;
Gelet op het koninklijk besluit van 6 februari 1997 tot vaststelling van een recht op onderbreking van de beroepsloopbaan in toepassing van artikel 7, § 2, 1° van de wet van 26 juli 1996 tot bevordering van de werkgelegenheid en tot preventieve vrijwaring van het concurrentievermogen;
Gelet op de wet van 10 augustus 1998 tot instelling van een recht op loopbaanonderbreking;
Gelet op het verzoek van het Paritair Comité voor de landbouw;
Op de voordracht van Onze Minister van Werkgelegenheid, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :
Artikel 1.Algemeen verbindend wordt verklaard de als bijlage overgenomen collectieve arbeidsovereenkomst van 30 april 1999, gesloten in het Paritair Comité voor de landbouw, betreffende de loopbaanonderbreking.
Art. 2.Onze Minister van Werkgelegenheid is belast met de uitvoering van dit besluit.
Gegeven te Aalst, 16 april 2000.
ALBERT Van Koningswege : De Minister van Werkgelegenheid, Mevr. L. ONKELINX _______ Nota (1) Verwijzingen naar het Belgisch Staatsblad : Wet van 5 december 1968, Belgisch Staatsblad van 15 januari 1969. Koninklijk besluit van 6 februari 1997, Belgisch Staatsblad van 18 februari 1997.
Koninklijk besluit van 10 augustus 1998, Belgisch Staatsblad van 8 september 1998.
Bijlage Paritair Comité voor de landbouw Collectieve arbeidsovereenkomst van 30 april 1999 Loopbaanonderbreking (Overeenkomst geregistreerd op 11 juni 1999 onder het nummer 50934/CO/144)
Artikel 1.Deze collectieve arbeidsovereenkomst is van toepassing op de werklieden en werksters en hun werkgevers die ressorteren onder het Paritair Comité voor de landbouw.
Art. 2.Deze collectieve arbeidsovereenkomst is gesloten in uitvoering van het koninklijk besluit van 10 augustus 1998 tot instelling van een recht op loopbaanonderbreking.
Art. 3.De ondertekenende partijen komen overeen dat het recht op loopbaanonderbreking of op de vermindering van de beroepsloopbaan alleen zal gelden voor de in de sector tewerkgestelde werknemers die in dienst zijn op een reguliere basis en met een arbeidsovereenkomst voor een onbepaalde duur.
Wat de werknemers betreft die in dienst zijn met een arbeidsovereenkomst voor een bepaalde duur, zal het recht alleen kunnen ingeroepen worden voor zover de arbeidsovereenkomst afgesloten is voor ten minste 6 maanden.
Art. 4.In toepassing van artikel 2, § 2, punt 2 van het koninklijk besluit van 6 februari 1997, komen de ondertekende partijen overeen dat : - de werknemer, bedoeld in artikel 3 van deze collectieve arbeidsovereenkomst, die gebruik wil maken van het recht op loopbaanonderbreking of op de vermindering van arbeidsprestaties, tenminste drie maanden vooraf aan de werkgever zijn vraag zal meedelen; - bij de beoordeling van de vraag van de werknemer, de werkgever kan vragen dat er rekening gehouden wordt met de arbeidsomstandigheden en de arbeidsintensiteit in de onderneming. De werkgever kan vragen dat de loopbaanonderbreking of de vermindering van arbeidsprestaties zou uitgesteld worden. Het uitstel kan maximaal vier maanden bedragen; - bij gelijktijdige aanvragen uitgaande van meerdere werknemers op hetzelfde ogenblik, er voorrang zal gegeven worden aan de werknemers die opteren voor een loopbaanonderbreking of vermindering van arbeidsprestaties met de bedoeling om gezinstaken op zich te nemen of om oudere of zieke familieleden te verzorgen.
Art. 5.De ondertekenende partijen bevelen aan de ondernemingen aan dat zij in toepassing van artikel 4 van het voormelde koninklijk besluit van 6 februari 1997 zelf afspraken maken inzake de praktische toepassing van het recht op loopbaanonderbreking of op de vermindering van de prestaties.
Het is wenselijk dat de organisatieregels op ondernemingsvlak worden vastgelegd.
Art. 6.Deze collectieve arbeidsovereenkomst heeft uitwerking met ingang van 1 januari 1999 en houdt op van kracht te zijn op 1 januari 2001.
Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 16 april 2000.
De Minister van Werkgelegenheid, Mevr. L. ONKELINX