gepubliceerd op 22 november 2006
Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 2 juni 2005, gesloten in het Paritair Comité voor de maatschappijen voor hypothecaire leningen, sparen en kapitalisatie, met betrekking tot de aanwending van de bijdragen voor 2005 voor de risicogroepen
15 SEPTEMBER 2006. - Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 2 juni 2005, gesloten in het Paritair Comité voor de maatschappijen voor hypothecaire leningen, sparen en kapitalisatie, met betrekking tot de aanwending van de bijdragen voor 2005 voor de risicogroepen (1)
ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.
Gelet op de wet van 5 december 1968 betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités, inzonderheid op artikel 28;
Gelet op het verzoek van het Paritair Comité voor de maatschappijen voor hypothecaire leningen, sparen en kapitalisatie;
Op de voordracht van Onze Minister van Werk, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :
Artikel 1.Algemeen verbindend wordt verklaard de als bijlage overgenomen collectieve arbeidsovereenkomst van 2 juni 2005, gesloten in het Paritair Comité voor de maatschappijen voor hypothecaire leningen, sparen en kapitalisatie, met betrekking tot de aanwending van de bijdragen voor 2005 voor de risicogroepen.
Art. 2.Onze Minister van Werk is belast met de uitvoering van dit besluit.
Gegeven te Châteauneuf-de-Grasse, 15 september 2006.
ALBERT Van Koningswege : De Minister van Werk, P. VANVELTHOVEN _______ Nota (1) Verwijzing naar het Belgisch Staatsblad : Wet van 5 december 1968, Belgisch Staatsblad van 15 januari 1969. Bijlage Paritair Comité voor de maatschappijen voor hypothecaire leningen, sparen en kapitalisatie Collectieve arbeidsovereenkomst van 2 juni 2005 Betrekking tot de aanwending van de bijdragen voor 2005 voor de risicogroepen (Overeenkomst geregistreerd op 26 juli 2005 onder het nummer 75686/CO/308) HOOFDSTUK I. - Voorafgaande bepalingen en toepassingsgebied
Artikel 1.De partijen hebben de uitdrukkelijke wil om een collectieve arbeidsovereenkomst af te sluiten in het kader van de regelgeving met betrekking tot de risicogroepen teneinde de werking van het sectoraal vormingsfonds EPOS over de periode 2005 te bestendigen.
Art. 2.Deze collectieve arbeidsovereenkomst is van toepassing op de werkgevers en de werknemers van de ondernemingen die ressorteren onder het Paritair Comité voor de maatschappijen voor hypothecaire leningen, sparen en kapitalisatie.
Onder "werknemers" wordt verstaan : het mannelijk en vrouwelijk werklieden-, bediende- en kaderpersoneel. HOOFDSTUK II. - Maatregelen voor de risicogroepen
Art. 3.§ 1. Naar analogie met wat overeengekomen werd in de collectieve arbeidsovereenkomst van 19 mei 1995 met betrekking tot de aanwending voor de jaren 1995 en 1996 van respectievelijk 0,15 pct. en 0,20 pct. bijdrage voor de risicogroepen, komen de ondertekende partijen overeen om voor 2005, 0,10 pct. van de bruto loonmassa van de werknemers binnen de sector aan te wenden, voor de opleiding en tewerkstelling van de risicogroepen, zoals bepaald in artikel 4 van de collectieve arbeidsovereenkomst van 3 juni 1992.
Dit alles in uitvoering van hoofdstuk II, afdeling 1 van de wet houdende diverse bepalingen betreffende het sociaal overleg (Kamer doc 51 1767).
De partijen komen uitdrukkelijk overeen dat de bijdrage van 0,10 pct. over de eerste drie kwartalen van 2005 niet verschuldigd is. De bijdragen over het vierde kwartaal van 2005 worden vastgelegd op 0,40 pct. § 2. De partijen erkennen het principe van het recht op vorming in het kader van EPOS-cursussen en het paritair comité gelast het "Projectbegeleidingscomité" van EPOS een voorstel uit te werken dat rekening houdt met de behoeften van het personeel en de noodwendigheden van de bedrijven. § 3. De partijen zijn er over akkoord dat minstens de helft van de bedragen waarvoor elk bedrijf een beroep doet op EPOS-vorming, besteed moet worden ten voordele van het uitvoerend personeel en dat al de personeelsleden vlot kennis moeten kunnen nemen van het volledig EPOS-aanbod, dit alles onder toezicht van de ondernemingsraad. § 4. Indien het verzoeningsbureau vaststelt dat een bepaald bedrijf zijn verplichtingen zoals omschreven in § 3 niet nakomt, zal dat bedrijf bovenop de normale storting aan EPOS nog eens eenzelfde bijdrage betalen, maar dan beperkt tot de periode waarin verder tekortgekomen wordt aan de verplichtingen. HOOFDSTUK III. - Slotbepalingen
Art. 4.De partijen verbinden zich ertoe tijdens de duur van deze collectieve arbeidsovereenkomst geen bijkomende eisen te stellen over de punten die in deze overeenkomst voorkomen.
Art. 5.Deze collectieve arbeidsovereenkomst treedt in werking op 1 januari 2005 en houdt op van kracht te zijn op 31 december 2005.
Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 15 september 2006.
De Minister van Werk, P. VANVELTHOVEN