gepubliceerd op 18 oktober 2006
Koninklijk besluit betreffende de onteigening van terreinen voor rekening van de Belgische Staat voor wie de Regie der Gebouwen tussenkomt
15 SEPTEMBER 2006. - Koninklijk besluit betreffende de onteigening van terreinen voor rekening van de Belgische Staat voor wie de Regie der Gebouwen tussenkomt
ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.
Gelet op de wet van 26 juli 1962 betreffende de rechtspleging bij hoogdringende omstandigheden inzake onteigening ten algemenen nutte, inzonderheid op de artikelen 1 en 5;
Gelet op de wet van 1 april 1971 houdende oprichting van een Regie der Gebouwen;
Overwegende de behoeften van de Federale Overheidsdienst Justitie in termen van aanvullende lokalen die dienst doen als justitiepaleis;
Overwegende de consensus die bestaat tussen de administratieve autoriteiten over het principe om het bestaande paleis uit te breiden op de aangrenzende terreinen;
Overwegende derhalve dat de aankoop van deze terreinen onontbeerlijk is om over te gaan tot de uitbreiding van het bestaande paleis;
Overwegende de dringende noodzaak in termen van behloeften voor het departement van Justitie;
Overwegende dat de toekenning van de kredieten van het meerjarenplan Justitie betreffende het project hiertoe vervroegd werd naar het lopende jaar;
Op de voordracht vna Onze Vice-Eerste Minister en Minister van Financiën, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :
Artikel 1.Omwille van het algemeen nut is het onontbeerlijk onmiddelliljk bezit te nemen van bebouwde en onbebouwde terreinen die nodig zijn voor de bouw van een justitiepaleis te Eupen, zoals zij in het geel aangegeven zijn op het hierbij gevoegde plan nr. E9/8.885, geheel of gedeeltelijk gekadastreerd onder de 1e afdeling van de stad Eupen sectie B perceelnummers 69 a3, 69 h3, 69 k3, 70 c, 71 k, 71 l, 71 m en 71 n; plan dat geviseerd werd door onze Vice-Eerste Minister en Minister van Financiën.
Dientengevolge zal de onteigening van de bovenvermelde onroerende goederen geschieden conform de bepalingen van artikel 5 van voormelde wet van 26 juli 1962.
Art. 2.Onze Vice-Eerste Minister en Minister van Financiën is belast met de uitvoering van dit besluit.
Gegeven te Châteauneuf-de-Grasse, 15 september 2006.
ALBERT Van Koningswege : De Vice-Eerste Minister en Minister van Financiën, D. REYNDERS