gepubliceerd op 15 januari 2003
Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 6 juli 1999, gesloten in het Paritair Comité voor de zelfstandige kleinhandel, betreffende de bijdrage voor het Sociaal Fonds voor de zelfstandige kleinhandel
15 OKTOBER 2002. - Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 6 juli 1999, gesloten in het Paritair Comité voor de zelfstandige kleinhandel, betreffende de bijdrage voor het Sociaal Fonds voor de zelfstandige kleinhandel (1)
ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.
Gelet op de wet van 5 december 1968 betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités, inzonderheid op artikel 28;
Gelet op het verzoek van Paritair Comité voor de zelfstandige kleinhandel;
Op de voordracht van Onze Minister van Werkgelegenheid, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :
Artikel 1.Algemeen verbindend wordt verklaard de als bijlage overgenomen collectieve arbeidsovereenkomst van 6 juli 1999, gesloten in het Paritair Comité voor de zelfstandige kleinhandel, betreffende de bijdrage voor het Sociaal Fonds voor de zelfstandige kleinhandel.
Art. 2.Onze Minister van Werkgelegenheid is belast met de uitvoering van dit besluit.
Gegeven te Brussel, 15 oktober 2002.
ALBERT Van Koningswege : De Minister van Werkgelegenheid, Mevr. L. ONKELINX _______ Nota (1) Verwijzing naar het Belgisch Staatsblad : Wet van 5 december 1968, Belgisch Staatsblad van 15 januari 1969. Bijlage Paritair Comité voor de zelfstandige kleinhandel Collectieve arbeidsovereenkomst van 6 juli 1999 Bijdrage voor het Sociaal Fonds voor de zelfstandige kleinhandel (Overeenkomst geregistreerd op 28 oktober 1999 onder het nummer 52843/CO/201) HOOFDSTUK I. - Toepassingsgebied
Artikel 1.Deze collectieve arbeidsovereenkomst is van toepassing op de werkgevers en op de bedienden van de ondernemingen welke ressorteren onder het Paritair Comité voor de zelfstandige kleinhandel.
Voor de toepassing van deze collectieve arbeidsovereenkomst wordt onder « bedienden » verstaan de mannelijke en vrouwelijke bedienden.
Art. 2.Deze collectieve arbeidsovereenkomst wijzigt de collectieve arbeidsovereenkomst van 4 december 1997 betreffende de bijdrage voor het Sociaal Fonds voor de zelfstandige kleinhandel. HOOFDSTUK II. - Bijdrage voor het sociaal fonds
Art. 3.Vanaf 1 januari 1999 wordt de totale bijdrage voor het sociaal fonds voor alle ondernemingen op 0,20 pct. gebracht. Voor de ondernemingen uit de niet voeding sector (Nacecode 52320 tot en met 52740) en vanaf 20 personeelsleden, wordt de totale bijdrage voor het sociaal fonds voor bestaanszekerheid op 0,40 pct.gebracht.
Vanaf 1 januari 2000 wordt de totale bijdrage voor het sociaal fonds voor alle ondernemingen op 0,10 pct. gebracht. Voor de ondernemingen uit de niet voeding sector (Nacecode 52320 tot en met 52740) en vanaf 20 personeelsleden, wordt de totale bijdrage voor het sociaal fonds voor bestaanszekerheid op 0,50 pct. gebracht.
De bijdragen van het sociaal fonds worden geïnd en ingevorderd door de Rijksdienst voor Sociale Zekerheid volgens zijn eigen inningsmodaliteiten. HOOFDSTUK III Bijdrage ten voordele van de tewerkstelling van risicogroepen
Art. 4.Vanaf 1 januari 1999 wordt de bijdrage van de werkgevers ten voordele van de tewerkstelling van risicogroepen vastgesteld op 0,20 pct. van het volledige loon der bedienden bedoeld in artikel 23 van de wet van 29 juni 1981 houdende de algemene beginselen van de sociale zekerheid voor werknemers.
Vanaf 1 januari 2000 wordt de bijdrage van de werkgevers ten voordele van de tewerkstelling van risicogroepen vastgesteld op 0,10 pct. van het volledige loon der bedienden bedoeld in artikel 23 van de wet van 29 juni 1981 houdende de algemene beginselen van de sociale zekerheid voor werknemers.
Art. 5.Het Sociaal Fonds nr. 201 opgericht binnen het Paritair Comité voor de zelfstandige kleinhandel wordt belast met de vaststelling van de uitvoeringsmodaliteiten voor de aanwending van de opbrengst van de bijdrage van respectievelijk 0,20 pct. voor 1999 en 0,10 pct. voor 2000 bestemd voor de tewerkstelling van risicogroepen en dit op volgende wijze : - 1/3 van de loonmassa voor de toekenning aan de werknemers van de sector van een premie voor de opvang van kinderen op jonge leeftijd; - 1/3 van de loonmassa voor de beroepsopleiding; - 1/3 van de loonmassa voor de tewerkstellingspremies. HOOFDSTUK IV. - Bijdrage voor de financiering van de werking van de regionale overlegorganen
Art. 6.Vanaf 1 januari 1999 wordt de bijdrage van de werkgevers behorende tot de niet voeding sector (Nacecode 52320 tot en met 52740) en vanaf 20 personeelsleden, voorzien voor de financiering van de werking van de regionale overlegorganen vastgesteld op 0,20 pct.
Vanaf 1 januari 2000 wordt de bijdrage van de werkgevers behorende tot de niet voeding sector (Nacecode 52320 tot en met 52740) en vanaf 20 personeelsleden, voorzien voor de financiering van de werking van de regionale overlegorganen vastgesteld op 0,40 pct. HOOFDSTUK V. - Slotbepalingen
Art. 7.Deze collectieve arbeidsovereenkomst treedt in werking op 1 januari 1999 en treedt buiten werking op 31 december 2000.
Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 15 oktober 2002.
De Minister van Werkgelegenheid, Mevr. L. ONKELINX