Etaamb.openjustice.be
Koninklijk Besluit van 15 mei 2003
gepubliceerd op 21 mei 2003

Koninklijk besluit tot uitvoering van artikel 4, vijfde lid van het koninklijk besluit van 18 december 1996 houdende maatregelen met het oog op de invoering van een sociale identiteitskaart ten behoeve van alle sociaal verzekerden, met toepassing van de artikelen 38, 40, 41 en 49 van de wet van 26 juli 1996 houdende de modernisering van de sociale zekerheid en tot vrijwaring van de wettelijke pensioenstelsels

bron
federale overheidsdienst sociale zekerheid
numac
2003022576
pub.
21/05/2003
prom.
15/05/2003
ELI
eli/besluit/2003/05/15/2003022576/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

15 MEI 2003. - Koninklijk besluit tot uitvoering van artikel 4, vijfde lid van het koninklijk besluit van 18 december 1996 houdende maatregelen met het oog op de invoering van een sociale identiteitskaart ten behoeve van alle sociaal verzekerden, met toepassing van de artikelen 38, 40, 41 en 49 van de wet van 26 juli 1996 houdende de modernisering van de sociale zekerheid en tot vrijwaring van de wettelijke pensioenstelsels


ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op de wet van 26 juli 1996 houdende de modernisering van de sociale zekerheid en tot vrijwaring van de wettelijke pensioenstelsels, inzonderheid op de artikelen 38, 40, 41 en 49;

Gelet op het koninklijk besluit van 18 december 1996 houdende maatregelen met het oog op de invoering van een sociale identiteitskaart ten behoeve van alle sociaal verzekerden, met toepassing van de artikelen 38, 40, 41 en 49 van de wet van 26 juli 1996 houdende de modernisering van de sociale zekerheid en tot vrijwaring van de wettelijke pensioenstelsels, inzonderheid op artikel 4, vijfde lid;

Gelet op het koninklijk besluit van 31 januari 1997 tot uitvoering van de artikelen 4, vijfde lid en 16 van het koninklijk besluit van 18 december 1996 houdende maatregelen met het oog op de invoering van een sociale identiteitskaart ten behoeve van alle sociaal verzekerden, met toepassing van de artikelen 38, 40, 41 en 49 van de wet van 26 juli 1996 houdende de modernisering van de sociale zekerheid en tot vrijwaring van de wettelijke pensioenstelsels;

Gelet op de wet van 25 april 1963 betreffende het beheer van de instellingen van openbaar nut van sociale zekerheid en sociale voorzorg, inzonderheid op artikel 15;

Gelet op de hoogdringendheid;

Gelet op het advies van de Inspecteur van Financiën gegeven op 29 april 2003;

Gelet op de akkoordbevinding van Onze Minister van begroting, gegeven op 8 mei 2003;

Gelet op de wetten van de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973, inzonderheid op artikel 3, § 1, vervangen bij de wet van 4 juli 1989 en gewijzigd bij de wet van 4 augustus 1996;

Gelet op de dringende noodzakelijkheid;

Overwegende dat de uitreiking van de vernieuwde sociale identiteitskaarten reeds op 1 mei 2003 van start gaat en dat de verzekeringsinstellingen voordien moeten kunnen beschikken over de nodige middelen om deze kaarten te bekostigen;

Op de voordracht van Onze Minister van Sociale Zaken en Pensioenen, van Onze Minister, belast met Middenstand en op het advies van Onze in Raad vergaderde Ministers, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :

Artikel 1.De kosten voor het aanmaken en verzenden van de sociale identiteitskaarten in de periode 2003-2007 worden als volgt verdeeld : 1° De verzekeringsinstellingen nemen 15.126.000 euro te hunnen laste; 2° Het Rijksinstituut voor ziekte- en invaliditeitsverzekering neemt de kosten ten laste die hoger liggen dan 15.126.000 euro met een maximum van 1.500.000 euro. Die kosten moeten door de verzekeringsinstellingen worden bewezen en moeten worden goedgekeurd door de Minister van Sociale Zaken en Pensioenen, na advies van de regeringscommissaris benoemd bij het Instituut op voordracht van de Minister die de begroting in zijn bevoegdheden heeft. Bij een negatief advies kan de Minister van Sociale Zaken en Pensioenen de kosten pas goedkeuren na akkoord van de Minister van Begroting.

Art. 2.Als voorfinanciering van de kosten bedoeld in artikel 1, 1° stort het Rijksinstituut voor ziekte- en invaliditeitsverzekering in 2003 terugvorderbare voorschotten aan de verzekeringsinstellingen : - ten laste van de algemene regeling : 1.854.000 euro; - ten laste van de regeling der zelfstandigen : 206.000 euro.

Deze voorschotten worden verdeeld volgens het aantal rechthebbenden op de geneeskundige verstrekkingen van elke verzekeringsinstelling op 30 juni 2003.

De verzekeringsinstellingen betalen in de periode 2005 tot 2007 jaarlijks één derde van de ontvangen voorschotten terug.

Art. 3.De kosten bedoeld in artikel 1, 2° worden aan de verzekeringsinstellingen terugbetaald in 2003. Zij worden verdeeld over de algemene regeling en de regeling der zelfstandigen van de sector geneeskundige verzorging en per verzekeringsinstelling naar rato van het aantal rechthebbenden op de geneeskundige verstrekkingen op 30 juni 2003.

Art. 4.Het koninklijk besluit van 31 januari 1997 tot uitvoering van de artikelen 4, vijfde lid en 16 van het koninklijk besluit van 18 december 1996 houdende maatregelen met het oog op de invoering van een sociale identiteitskaart ten behoeve van alle sociaal verzekerden, met toepassing van de artikelen 38, 40, 41 en 49 van de wet van 26 juli 1996 houdende de modernisering van de sociale zekerheid en tot vrijwaring van de wettelijke pensioenstelsels, wordt opgeheven.

Art. 5.Dit besluit treedt in werking de dag waarop het in het Belgisch Staatsblad wordt bekendgemaakt.

Art. 6.Onze Minister van Sociale Zaken en Pensioenen en Onze Minister, belast met Middenstand, zijn, ieder wat hem betreft, belast met de uitvoering van dit besluit.

Gegeven te Brussel, 15 mei 2003.

ALBERT Van Koningswege : De Minister van Sociale Zaken en Pensioenen, F. VANDENBROUCKE De Minister, belast met Middenstand, R. DAEMS

^