Etaamb.openjustice.be
Koninklijk Besluit van 15 maart 2023
gepubliceerd op 04 april 2023

Koninklijk besluit houdende de toekenning van een toelage voor de personeelsleden van de penitentiaire administratie die tewerkgesteld zijn in een gevangenis op het grondgebied van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest

bron
federale overheidsdienst justitie
numac
2023015265
pub.
04/04/2023
prom.
15/03/2023
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

15 MAART 2023. - Koninklijk besluit houdende de toekenning van een toelage voor de personeelsleden van de penitentiaire administratie die tewerkgesteld zijn in een gevangenis op het grondgebied van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest


FILIP, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op de wet van 23 maart 2019Relevante gevonden documenten type wet prom. 23/03/2019 pub. 11/04/2019 numac 2019011569 bron federale overheidsdienst justitie Wet betreffende de organisatie van de penitentiaire diensten en van het statuut van het penitentiair personeel sluiten betreffende de organisatie van de penitentiaire diensten en van het statuut van het penitentiair personeel, artikel 27;

Gelet op het advies van de inspecteur van Financiën, gegeven op 7 november 2022;

Gelet op de akkoordbevinding van de Staatssecretaris voor Begroting, d.d. 29 november 2022;

Gelet op de akkoordbevinding van de Minister van Ambtenarenzaken, d.d. 21 november 2022;

Gelet op het protocol nr. 520 van 10 januari 2023 van het Sectorcomité III - Justitie;

Gelet op de vrijstelling van de regelgevingsimpactanalyse, bedoeld in artikel 8, § 1, 4°, van de wet van 15 december 2013Relevante gevonden documenten type wet prom. 15/12/2013 pub. 31/12/2013 numac 2013021138 bron federale overheidsdienst kanselarij van de eerste minister Wet houdende diverse bepalingen inzake administratieve vereenvoudiging sluiten houdende diverse bepalingen inzake administratieve vereenvoudiging;

Gelet op het advies 73.009/1 van de Raad van State, gegeven op 2 maart 2023, met toepassing van artikel 84, § 1, eerste lid, 2°, van de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973;

Overwegende het koninklijk besluit van 17 augustus 2019Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 17/08/2019 pub. 29/08/2019 numac 2019014179 bron federale overheidsdienst justitie Koninklijk besluit tot uitvoering van de bepalingen van de basiswet van 12 januari 2005 betreffende het gevangeniswezen en de rechtspositie van de gedetineerden inzake de bestemming van de gevangenissen en de plaatsing en de overplaatsing van de gedetineerden sluiten tot uitvoering van de bepalingen van de basiswet van 12 januari 2005 betreffende het gevangeniswezen en de rechtspositie van de gedetineerden inzake de bestemming van de gevangenissen en de plaatsing en de overplaatsing van de gedetineerden, gewijzigd bij het koninklijk besluit van 14 juni 2022;

Overwegende de inspanningen die blijvend geleverd moeten worden om de personeelskaders in te vullen en de bijkomende personeelsbehoeften als gevolg van de opening van de nieuwe gevangenis van Haren vanaf oktober 2022 en de detentiehuizen vanaf 2023;

Overwegende dat het langer openhouden van de voormalige gevangenis van Sint-Gillis wegens de huidige overbevolking de behoefte aan extra personeel onderstreept;

Overwegende de moeilijkheden die ondervonden worden, ondanks de vele inspanningen, om voldoende kandidaten zowel intern als extern aan te trekken voor meer dan 400 vacante plaatsen ten gevolge van de krappe arbeidsmarkt op het grondgebied van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest;

Overwegende de noodzaak om op zeer korte termijn extra personeel aan te werven om het personeelstekort op te vangen;

Overwegende bovendien dat vanaf het najaar 2022 verschillende uitdagingen moeten worden aangepakt in de gevangenissen op het grondgebied van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, en meer bepaald de verplaatsing van verschillende afdelingen naar de nieuwe gevangenis van Haren;

Overwegende dat het grootste penitentiair park van België gevestigd is op het grondgebied van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest;

Overwegende dat de personeelsleden die tewerkgesteld zijn in een gevangenis op het grondgebied van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest terecht komen in een tweetalige omgeving, die de samenwerking met collega's meer complex maakt en specifiek is voor het Brussels Hoofdstedelijk Gewest;

Overwegende de hogere rotatiesnelheid van het personeel in de gevangenissen in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, die wordt veroorzaakt omdat personeelsleden bereid zijn om er hun loopbaan te starten, maar snel een overplaatsing naar een gevangenis dichter bij huis vragen;

Overwegende de noodzaak om in het kader van de zinvolle detentie en de re-integratie in de maatschappij meer duurzame contacten met de gedetineerden te onderhouden;

Overwegende dat de toekenning van een toelage tot doel heeft het penitentiair personeel ertoe aan te moedigen te werken in een gevangenis of een detentiehuis dat gelegen is op het grondgebied van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest;

Overwegende dat ook andere veiligheidsberoepen en andere sectoren in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest kampen met rekruteringsproblemen en om die reden een Brusselpremie hebben ingevoerd (of dit overwegen), waardoor het gevangeniswezen een aanzienlijk concurrentieel nadeel ondervindt ;

Overwegend dat het voorgestelde systeem geïnspireerd is op het systeem dat van toepassing is bij de Politiediensten (RP Pol);

Op de voordracht van de Minister van Justitie en op het advies van de in Raad vergaderde Ministers, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :

Artikel 1.Dit besluit is van toepassing op de personeelsleden zoals gedefinieerd in artikel 2, 8°, van de wet van 23 maart 2019Relevante gevonden documenten type wet prom. 23/03/2019 pub. 11/04/2019 numac 2019011569 bron federale overheidsdienst justitie Wet betreffende de organisatie van de penitentiaire diensten en van het statuut van het penitentiair personeel sluiten betreffende de organisatie van de penitentiaire diensten en van het statuut van het penitentiair personeel die in functie zijn of een functie opnemen in een gevangenis op het grondgebied van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest.

Art. 2.Aan het personeelslid dat in functie is of een functie opneemt in een gevangenis dat gelegen is op het grondgebied van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest wordt een toelage toegekend waarvan het jaarlijks bedrag is vastgesteld in de tabel in de bijlage.

De periode die in aanmerking genomen moet worden voor de toekenning van de jaarlijkse toelage bedoeld in de bijlage, begint vanaf de dag dat het personeelslid voldoet aan de voorwaarden om de toelage te genieten. Indien het personeelslid zijn functie niet opneemt op de eerste dag van de maand, begint deze periode op de eerste dag van de volgende maand.

De toelage is verschuldigd aan het personeelslid dat vanaf 1 januari 2023 voldoet aan de voorwaarden om de toelage te genieten. Het bedrag van de toelage wordt vervolgens jaarlijks verhoogd, volgens de in de bijlage bepaalde progressie, op voorwaarde dat het personeelslid ononderbroken een functie heeft behouden in een gevangenis dat gelegen is op het grondgebied van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest. Voor de beoordeling van de ononderbroken uitoefening van de functie wordt een onderbreking van minder dan 15 dagen niet in aanmerking genomen.

Nadat het personeelslid gedurende een ononderbroken periode van vijf jaar een functie heeft uitgeoefend in een gevangenis dat gelegen is op het grondgebied van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, blijft het personeelslid het bedrag van de toelage bedoeld in de vijfde kolom van de tabel van de bijlage genieten zolang het in een gevangenis in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest is tewerkgesteld.

De toelage wordt maandelijks betaald, per twaalfde, tezelfdertijd als de bezoldiging.

De toelage is naar rato verschuldigd als de bezoldiging zelf naar rato wordt betaald.

De toelage komt in aanmerking voor de indexeringsregeling. Ze is verbonden aan de spilindex 138,01. Bij de berekening ervan wordt geen rekening gehouden met de derde decimaal in het eindresultaat.

Art. 3.De toelage is niet verschuldigd als: 1° het personeelslid om eender welke reden meer dan dertig opeenvolgende werkdagen afwezig is;de schorsing van de toelage gebeurt met terugwerkende kracht op de eerste dag van de afwezigheid; 2° ofwel als het personeelslid het voordeel van zijn bezoldiging verliest of een wachtgeld in het kader van de disponibiliteit wegens ziekte geniet;de schorsing van de toelage gebeurt vanaf de eerste dag.

Hij houdt op verschuldigd te zijn als niet langer aan de voorwaarden wordt voldaan.

Komen niet in aanmerking voor de registratie van de dertig werkdagen, bepaald in het eerste lid, 1° : 1° een ouderschapsverlof en een verlof verbonden aan de bescherming van het moederschap;2° de recuperaties die worden toegekend in het kader van de overschrijdingen van de grens die is bepaald in de wet van 14 december 2000Relevante gevonden documenten type wet prom. 14/12/2000 pub. 05/01/2001 numac 2000002134 bron ministerie van ambtenarenzaken Wet tot vaststelling van sommige aspecten van de organisatie van de arbeidstijd in openbare sector sluiten tot vaststelling van sommige aspecten van de organisatie van de arbeidstijd in de openbare sector;3° een jaarlijks vakantieverlof;4° een afwezigheid door een arbeidsongeval, een ongeval op de weg naar of van het werk of een beroepsziekte.

Art. 4.In geval van een terugkeer na een onderbreking van minstens 15 kalenderdagen in een functie die recht geeft op de toelage worden de vroegere aanwezigheidsperiodes geacht nooit bestaan te hebben en ontvangt het personeelslid het bedrag van de toelage bedoeld in de eerste kolom van de tabel in bijlage.

Art. 5.Dit besluit treedt in werking op de eerste dag van de maand na die waarin het is bekendgemaakt in het Belgisch Staatsblad.

Art. 6.De minister bevoegd voor justitie is belast met de tenuitvoerlegging van dit besluit.

Gegeven te Brussel, 15 maart 2023.

FILIP Van Koningswege : De Minister van Justitie, V. VAN QUICKENBORNE

Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld

^