Etaamb.openjustice.be
Koninklijk Besluit van 15 maart 1999
gepubliceerd op 27 maart 1999

Koninklijk besluit tot uitvoering van artikel 2 van het koninklijk besluit van 27 april 1997 tot instelling van een Ombudsdienst Pensioenen met toepassing van artikel 15, 5° van de wet van 26 juli 1996 tot modernisering van de sociale zekerheid en tot vrijwaring van de leefbaarheid van de wettelijke pensioenstelsels

bron
ministerie van sociale zaken, volksgezondheid en leefmilieu
numac
1999022216
pub.
27/03/1999
prom.
15/03/1999
ELI
eli/besluit/1999/03/15/1999022216/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

15 MAART 1999. - Koninklijk besluit tot uitvoering van artikel 2 van het koninklijk besluit van 27 april 1997 tot instelling van een Ombudsdienst Pensioenen met toepassing van artikel 15, 5° van de wet van 26 juli 1996 tot modernisering van de sociale zekerheid en tot vrijwaring van de leefbaarheid van de wettelijke pensioenstelsels


ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op het koninklijk besluit van 27 april 1997 tot instelling van een Ombudsdienst Pensioenen met toepassing van artikel 15, 5°, van de wet van 26 juli 1996 tot modernisering van de sociale zekerheid en tot vrijwaring van de leefbaarheid van de wettelijke pensioenstelsels, bekrachtigd bij de wet van 12 december 1997, inzonderheid op artikel 2;

Gelet op het advies van de Inspecteur van Financiën, gegeven op 10 juli 1998;

Gelet op het akkoord van Onze Minister van Begroting, gegeven op 15 juli 1998;

Gelet op het akkoord van Onze Minister van Ambtenarenzaken, gegeven op 14 juli 1998;

Gelet op het protocol nr. 314 van 18 februari 1999 van het Comité voor de federale, de gemeenschaps- en de gewestelijke overheidsdiensten;

Gelet op wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973, inzonderheid op artikel 3, § 1, vervangen door de wet van 4 juli 1989 en gewijzigd bij de wet van 4 augustus 1996;

Gelet op de dringende noodzakelijkheid gemotiveerd door het feit dat de installatie van de Ombudsdienst pensioenen zich in een laatste fase bevindt, dat de leden van de Ombudsdienst pensioenen bij het aanvaarden van hun opdracht moeten weten op welke logistieke steun ze kunnen rekenen ten einde te kunnen evalueren of ze hun opdracht naar behoren zullen kunnen vervullen en dat het voor de goede werking van de dienst noodzakelijk is dat er zekerheid bestaat over het aantal en de kwalificatie van de ambtenaren die de ombudsleden zullen bijstaan;

Op de voordracht van Onze Minister van Volksgezondheid en Pensioenen en op het advies van Onze in Raad vergaderde Ministers, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :

Artikel 1.Ter uitvoering van de taken van de Ombudsdienst Pensioenen worden aan de dienst ter beschikking gesteld : - 4 ambtenaren van niveau 1; - 4 ambtenaren van niveau 2+ of 2.

Vanaf 1 januari 2000 worden er, na evaluatie en mits akkoord van de Minister van Ambtenarenzaken en de Minister van Begroting, twee bijkomende ambtenaren ter beschikking gesteld, behorend tot het niveau 2 of 3.

Art. 2.De ambtenaren van de overheidsdiensten behorende tot het federaal administratief Openbaar Ambt beoogd in artikel 1 van de wet van 22 juli 1993 houdende bepaalde maatregelen inzake ambtenarenzaken kunnen ter beschikking gesteld worden van de artikel 1 beoogde dienst.

Art. 3.Een oproep tot de kandidaten wordt bekendgemaakt in het Belgisch Staatsblad, met vaststelling van de voorwaarden tot indiening van de kandidaturen.

De Minister die de pensioenen onder zijn bevoegdheid heeft, duidt, op gemotiveerd advies van de Ombudsleden, onder de kandidaten diegenen aan die ter beschikking gesteld worden van de Ombudsdienst Pensioenen.

Indien er onvoldoende kandidaten zijn kan de Minister die de Pensioenen onder zijn bevoegdheid heeft de nodige ambtenaren van de Administratie der Pensioenen van het Ministerie van Financiën aanduiden en, mits het akkoord van de betrokken beheersorganen, van de Rijksdienst voor Pensioenen en van het Rijksinstituut voor de Sociale Verzekeringen der Zelfstandigen.

Art. 4.Zolang de in artikel 1 bedoelde ambtenaren ter beschikking staan van de Ombudsdienst Pensioenen staan zij uitsluitend onder hiërarchisch gezag van de leden van de Ombudsdienst.

Art. 5.De in artikel 1 bedoelde ambtenaren worden op de datum van ter beschikkingstelling ambtshalve met verlof voor opdracht van algemeen belang geplaatst. De bepalingen die de bezoldigingsregeling van het personeel van de ministeries regelen zijn op hen van toepassing evenals de bepalingen tot regeling van het administratief statuut van het Rijkspersoneel, met uitzondering echter van deze die betrekking hebben op de tuchtregeling.

Daarenboven hebben de ambtenaren van niveau 1 recht op een jaarlijke toelage van F 53 000, de personeelsleden van niveau 2+ en 2 op een jaarlijks toelage van F 25 000 en de personeelsleden van niveau 3 op een jaarlijkse toelage van F 14 000.

De mobiliteitsregeling die geldt voor de wedden van het personeel der ministeries geldt eveneens voor de in het vorige lid bedoelde toelagen. Zij worden gekoppeld aan de spolindex 138,01.

Art. 6.De Minister die de pensioenen onder zijn bevoegdheid heeft kan hetzij op vraag van de ambtenaar, hetzij op gemotiveerd advies van de Ombudsleden, op ieder ogenblik een einde maken aan de ter beschikkingstelling en aan het verlof voor opdracht van algemeen belang.

Art. 7.Dit besluit heeft uitwerking met ingang van 1 maart 1999.

Art. 8.Onze Minister van Pensioenen is belast met de uitvoering van dit besluit.

Gegeven te Brussel, 15 maart 1999.

ALBERT Van Koningswege : De Minister van Volksgezondheid en Pensioenen, M. COLLA

^