Etaamb.openjustice.be
Koninklijk Besluit van 15 juni 2022
gepubliceerd op 21 september 2022

Koninklijk besluit van 15 juni 2022 houdende de samenstelling en de maximumbedragen van de kosten van het onderzoek bedoeld in artikel 34, eerste lid van het Consulair Wetboek alsook de nadere regels met betrekking tot de betaling en terugbetaling van deze kosten

bron
federale overheidsdienst buitenlandse zaken, buitenlandse handel en ontwikkelingssamenwerking
numac
2022015065
pub.
21/09/2022
prom.
15/06/2022
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

15 JUNI 2022. - Koninklijk besluit van 15 juni 2022 houdende de samenstelling en de maximumbedragen van de kosten van het onderzoek bedoeld in artikel 34, eerste lid van het Consulair Wetboek alsook de nadere regels met betrekking tot de betaling en terugbetaling van deze kosten


VERSLAG AAN DE KONING Sire, Ik heb de eer U hierbij een ontwerp van koninklijk besluit voor te leggen in uitvoering van het financiële luik van de wijziging aan artikel 34, zesde lid van het Consulair Wetboek door de wet van 3 juli 2019Relevante gevonden documenten type wet prom. 03/07/2019 pub. 22/08/2019 numac 2019014067 bron federale overheidsdienst buitenlandse zaken, buitenlandse handel en ontwikkelingssamenwerking Wet tot wijziging van de wet van 21 december 2013 houdende het Consulair Wetboek en van de wet van 10 februari 2015 met betrekking tot geautomatiseerde verwerkingen van persoonsgegevens die noodzakelijk zijn voor de Belgische paspoorten en reisdocumenten sluiten tot wijziging van de wet van 21 december 2013 houdende het Consulair Wetboek.

Met dit koninklijk besluit worden de samenstelling en maximumbedragen van de kosten van het onderzoek waarvan sprake in artikel 34, eerste lid van het Consulair Wetboek bepaald, alsook de nadere regels met betrekking tot de betaling en terugbetaling van deze kosten.

De Belgische overheden kunnen slechts werken op basis van correcte documenten. Naast het onderzoek naar de vorm eigen aan de legalisatie, rijzen er soms ernstige twijfels over de inhoudelijke authenticiteit van buitenlande rechterlijke beslissingen of buitenlandse authentieke akten. In dat geval laat artikel 34, eerste lid van het Consulair Wetboek toe om een onderzoek te voeren naar de echtheid, conformiteit aan de lokale wetgeving of inhoudelijke authenticiteit van het document.

Artikelsgewijze bespreking Het KB start in artikel 1 met de kosten voor het uitvoeren van een onderzoek.

Het bedrag van de kosten van het onderzoek dat ten laste valt van de persoon die een document voorlegt aan een Belgische overheid, wordt vastgelegd op 50 euro per document.

Het is de bedoeling dat dit bedrag van 50 euro herzien wordt in lijn met de evolutie van de gemiddelde reële kosten voor een onderzoek. Die zijn gelinkt aan de situatie op het terrein. Zo kan bijvoorbeeld een veranderende veiligheidssituatie een impact hebben op de kosten of kunnen de kosten onderhevig zijn aan inflatie. Werken met een gemiddelde kost in plaats van een individuele kostenraming per onderzoek zorgt niet enkel voor een efficiëntere werkwijze maar houdt de kosten die de persoon die het document voorlegt moet betalen overzichtelijk.

De betalingswijze wordt gedelegeerd aan de overheid die de aanvraag tot onderzoek behandelt, zijnde de consulaire beroepspost of de dienst "legalisatie en bestrijding documentaire fraude" van de FOD Buitenlandse Zaken, Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking.

Er dient namelijk rekening te worden gehouden met de reglementaire en technologische evolutie van betaalmogelijkheden zowel in binnen- als buitenland.

Artikel 2.

Vanaf het moment dat de persoon die het document heeft voorgelegd, schriftelijk ingelicht wordt over de noodzaak van een onderzoek, begint de betaaltermijn van dertig kalenderdagen te lopen.

Zolang er geen betaling plaatsvond of de betaling onvolledig is, wordt het onderzoek niet uitgevoerd.

Indien de betaling niet binnen de vastgelegde termijn correct is gebeurd, wordt dit vermeld op de akte als resultaat van het geopende maar niet uitgevoerde onderzoek. Dit is belangrijke informatie waarover de ontvangende overheid van het document ingelicht moet worden. De ernstige twijfel kon immers niet weggenomen worden.

Artikel 3 bepaalt de nadere regels voor de terugbetaling van de kosten.

Een onderzoek kan uitwijzen dat een document vals en/of niet conform en/of inhoudelijk niet authentiek is, maar het kan ook dat een onderzoek niets problematisch aan het licht brengt. In dat laatste geval is de terugbetaling van het bedrag van 50 euro voorzien binnen de dertig kalenderdagen na de teruggave van het document met het onderzoeksresultaat.

De persoon die bij een Belgische overheid een frauduleus en/of niet-conform en/of inhoudelijk niet authentiek document voorgelegd heeft, draagt de verantwoordelijkheid voor het indienen hiervan en komt niet in aanmerking voor terugbetaling.

Artikel 4 is gewijd aan de samenstelling van de kosten en de maximumbedragen die mogen uitgegeven worden aan de onderzoeken.

De reële kosten van een onderzoek zijn samengesteld uit de som van de bedragen uitgegeven door één of meerdere van de entiteiten vermeld in artikel 34, derde lid van het Consulair Wetboek, namelijk de consulaire beroepspost zelf, een consulaire beroepspost van een lidstaat van de Europese Unie of een door de consulaire beroepspost aangeduide natuurlijke of rechtspersoon die de nodige expertise bezit.

Er kan bijvoorbeeld beroep gedaan worden op de consulaire beroepspost van een EU-lidstaat in landen of regio's waar België zelf niet ter plaatse vertegenwoordigd is of waar die lidstaat over nuttige expertise of logistieke capaciteit beschikt. Het kan ook noodzakelijk zijn om een externe expert in te schakelen.

Het verschil tussen de kosten van het onderzoek die ten laste vallen van de persoon die het document indient en de reële kosten is ten laste van de FOD Buitenlandse Zaken, Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking.

Het vastleggen van de maximumbedragen als een veelvoud van de consulaire rechten van de legalisaties laat toe om een bij wet vastgesteld bedrag als basis voor de berekening te nemen.

Tegelijkertijd laat deze formule de nodige precisie toe om de maximumbedragen te kunnen differentiëren naargelang landen of regio's.

Zo kunnen bijvoorbeeld de kosten in het binnenland hoger liggen dan in de hoofdstad, of in bepaalde regio's door bijvoorbeeld de moeilijke bereikbaarheid. Om van start te gaan wordt gebruik gemaakt van een uniform maximumbedrag.

Wanneer de reële kosten het in dit KB vastgelegd plafond zouden overschrijden, kan een onderzoek als financieel onuitvoerbaar beschouwd worden. Er moet immers een redelijke balans zijn tussen het beoogde doel en de kosten die dit met zich meebrengt.

Ik heb de eer te zijn, Sire, Van Uwe Majesteit, de zeer eerbiedige en zeer getrouwe dienaar, De Eerste Minister, belast met Buitenlandse Zaken en Europese Zaken, A. DE CROO

RAAD VAN STATE afdeling Wetgeving Advies 70.485/4 van 8 december 2021 over een ontwerp van koninklijk besluit `houdende de samenstelling en de maximumbedragen van de kosten van het onderzoek bedoeld in artikel 34, eerste lid van het Consulair Wetboek alsook de nadere regels met betrekking tot de betaling en terugbetaling van deze kosten' Op 16 november 2021 is de Raad van State, afdeling Wetgeving, door de Vice eersteminister en Minister van Buitenlandse Zaken, Europese Zaken en Buitenlandse Handel, en de Federale Culturele Instellingen verzocht binnen een termijn van dertig dagen een advies te verstrekken over een ontwerp van koninklijk besluit `houdende de samenstelling en de maximumbedragen van de kosten van het onderzoek bedoeld in artikel 34, eerste lid van het Consulair Wetboek alsook de nadere regels met betrekking tot de betaling en terugbetaling van deze kosten'.

Het ontwerp is door de vierde kamer onderzocht op 8 december 2021. De kamer was samengesteld uit Martine BAGUET, kamervoorzitter, Luc CAMBIER en Bernard BLERO, staatsraden, en Charles Henri VAN HOVE, toegevoegd griffier.

Het verslag is uitgebracht door Xavier DELGRANGE, eerste auditeur-afdelingshoofd.

De overeenstemming tussen de Franse en de Nederlandse tekst van het advies is nagezien onder toezicht van Bernard BLERO. Het advies, waarvan de tekst hierna volgt, is gegeven op 8 december 2021.

Aangezien de adviesaanvraag ingediend is op basis van artikel 84, § 1, eerste lid, 2°, van de wetten `op de Raad van State', gecoördineerd op 12 januari 1973, beperkt de afdeling Wetgeving overeenkomstig artikel 84, § 3, van de voornoemde gecoördineerde wetten haar onderzoek tot de rechtsgrond van het ontwerp, de bevoegdheid van de steller van de handeling en de te vervullen voorafgaande vormvereisten.

Wat die drie punten betreft, geeft het ontwerp aanleiding tot de volgende opmerkingen.

VOORAFGAAND VORMVEREISTE Zoals de gemachtigde van de minister heeft beaamd, dient de staatssecretaris voor Begroting het ontwerp akkoord te bevinden.

Men dient erop toe te zien dat dit vormvereiste wordt vervuld.

ONDERZOEK VAN HET ONTWERP DISPOSITIEF Artikel 4 1. Op de vraag of inderdaad de minister ermee belast wordt het maximumbedrag vast te stellen die voor een onderzoek mogen worden uitgegeven, en zo ja, of het dispositief dan niet in die zin moet worden verduidelijkt, heeft de gemachtigde van de minister het volgende geantwoord: "Als antwoord op uw vraag tot verduidelijking kan ik u inderdaad melden dat het de Minister toekomt geval per geval lagere plafonds of maximumbedragen per land/regio voor het onderzoek vast te leggen. Het bedrag mag evenwel niet hoger zijn dan dertigmaal het tarief van de consulaire rechten voor een legalisatie die door de Belgische consulaire vertegenwoordigingen in het buitenland dienen te worden geheven, zoals vastgelegd in Bijlage I, punt 15 van het Consulair Wetboek (300 euro) zonder dat het KB gewijzigd wordt.

Een verduidelijking in die zin zal worden toegevoegd." In het artikel moet dus een bepaling worden toegevoegd die de minister er expliciet mee belast het maximumbedrag vast te stellen die voor een onderzoek mogen worden uitgegeven. 2. De gemachtigde is ook verzocht meer uitleg te geven over de strekking van het vierde lid, waarin wordt bepaald dat "[o]nderzoeken (...) om financiële redenen als onuitvoerbaar beschouwd [kunnen] worden wanneer de reële kosten het maximumbedrag zouden overschrijden". Ze heeft het volgende geantwoord: "Indien het maximumbedrag voor een onderzoek zou worden overschreden zou het gevolg zijn dat het onderzoek niet gevoerd kan worden, niet dat het document per definitie niet aanvaard kan worden. Indien het onderzoek onuitvoerbaar is om deze reden, wordt dat als dusdanig vermeld in de conclusie die wordt overgemaakt aan de verzoekende partij.

De verwerking van het (desgevallend gelegaliseerd of geapostilleerd) document dient de nodige aandacht te krijgen bij de bevoegde ontvangende overheid die autonoom oordeelt over al dan niet erkenning van de buitenlandse akte of rechterlijke beslissing in Belgisch recht (in toepassing van afdeling 6 van het Wetboek van internationaal privaatrecht)." Van die uitleg wordt akte genomen.

De griffier, De voorzitter, Charles-Henri VAN HOVE Martine BAGUET

15 JUNI 2022. - Koninklijk besluit houdende de samenstelling en de maximumbedragen van de kosten van het onderzoek bedoeld in artikel 34, eerste lid van het Consulair Wetboek alsook de nadere regels met betrekking tot de betaling en terugbetaling van deze kosten FILIP, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op het Consulair Wetboek, artikel 34, zesde lid, gewijzigd bij de wet van 3 juli 2019Relevante gevonden documenten type wet prom. 03/07/2019 pub. 22/08/2019 numac 2019014067 bron federale overheidsdienst buitenlandse zaken, buitenlandse handel en ontwikkelingssamenwerking Wet tot wijziging van de wet van 21 december 2013 houdende het Consulair Wetboek en van de wet van 10 februari 2015 met betrekking tot geautomatiseerde verwerkingen van persoonsgegevens die noodzakelijk zijn voor de Belgische paspoorten en reisdocumenten sluiten;

Gelet op het advies van de Inspecteur van Financiën, gegeven op 29 september 2021;

Gelet op de akkoordbevinding van de Staatssecretaris van Begroting, d.d. 23 februari 2022;

Gelet op het advies nr. 70.485/4 van de Raad van State, gegeven op 8 december 2021 met toepassing van artikel 84, § 1, eerste lid, 2°, van de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973;

Overwegende het koninklijk besluit van 8 maart 2020Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 08/03/2020 pub. 13/03/2020 numac 2020020614 bron federale overheidsdienst buitenlandse zaken, buitenlandse handel en ontwikkelingssamenwerking Koninklijk besluit tot vaststelling van de wijze waarop de legalisatie wordt uitgevoerd en de mogelijke weigeringsgronden van legalisatie sluiten tot vaststelling van de wijze waarop de legalisatie wordt uitgevoerd en de mogelijke weigeringsgronden van legalisatie;

Overwegende het koninklijk besluit van 26 december 2015Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 26/12/2015 pub. 27/01/2016 numac 2016011041 bron federale overheidsdienst buitenlandse zaken, buitenlandse handel en ontwikkelingssamenwerking Koninklijk besluit tot wijziging van de tarieven gevoegd bij de wet van 21 december 2013 houdende het Consulair Wetboek type koninklijk besluit prom. 26/12/2015 pub. 03/11/2020 numac 2020043402 bron federale overheidsdienst buitenlandse zaken, buitenlandse handel en ontwikkelingssamenwerking Koninklijk besluit tot wijziging van de tarieven gevoegd bij de wet van 21 december 2013 houdende het Consulair Wetboek. - Duitse vertaling sluiten tot wijziging van de tarieven gevoegd bij de wet van 21 december 2013 houdende het Consulair Wetboek;

Overwegende dat een onderzoek gevoerd kan worden in het kader van artikel 34, eerste lid, van het Consulair Wetboek bij ernstige twijfel van een Belgische overheid over de echtheid, conformiteit aan de lokale wetgeving en/of de inhoudelijke authenticiteit van een buitenlandse rechterlijke beslissing of buitenlandse authentieke akte, en tot doel heeft om voorgelegde frauduleuze of niet-conforme buitenlandse rechterlijke beslissingen of buitenlandse authentieke akten te weren die voorgelegd worden aan een Belgische overheid of Belgische consulaire beroepspost;

Overwegende dat het principe dat de fraudeur betaalt een ontradingsmaatregel is in het kader van de strijd tegen de documentaire fraude;

Overwegende dat de problematiek van documentaire fraude wereldwijd voortdurend onderhevig is aan nieuwe evoluties en ontwikkelingen;

Op de voordracht van de Minister van Buitenlandse Zaken, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :

Artikel 1.De persoon die een document waarover ernstige twijfel rijst heeft ingediend bij een Belgische overheid betaalt de kosten voor het uitvoeren van het onderzoek bedoeld in artikel 34, eerste lid van het Consulair Wetboek.

De kosten bedragen 50 euro.

De betalingswijze wordt bepaald door de overheid die de aanvraag tot onderzoek behandelt, zijnde de consulaire beroepspost of de dienst "legalisatie en bestrijding documentaire fraude" van de FOD Buitenlandse Zaken, Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking.

Art. 2.De termijn waarbinnen de volledige som ontvangen moet zijn, wordt vastgesteld op dertig kalenderdagen.

Deze begint te lopen vanaf het moment dat de persoon die het document waarover ernstige twijfel rijst heeft ingediend, wordt ingelicht dat er een onderzoek gevoerd moet worden.

Het onderzoek wordt pas uitgevoerd na ontvangst van de betaling bedoeld in artikel 1, eerste lid.

De weigering om te betalen, de onvolledige betaling of het uitblijven van een betaling, wordt vermeld op de akte als resultaat van het onderzoek.

Art. 3.De terugbetaling van de kosten van het onderzoek bedoeld in artikel 34, eerste lid van het Consulair Wetboek gebeurt enkel indien het onderzoek niet uitwijst dat voldaan is aan één of meerdere van de volgende voorwaarden: 1° het document is vals;2° het document is niet conform aan de lokale wetgeving;3° het document is inhoudelijk niet authentiek. De terugbetaling vindt plaats binnen de dertig kalenderdagen volgend op de teruggave van het document met het onderzoeksresultaat.

Art. 4.De bedragen uitgegeven door één of meerdere van de entiteiten vermeld in artikel 34, derde lid van het Consulair Wetboek vormen samen de reële kosten van een onderzoek.

De minister van Buitenlandse Zaken bepaalt het maximumbedrag dat mag uitgegeven worden aan een onderzoek. Het maximumbedrag mag niet hoger zijn dan dertigmaal het tarief van de consulaire rechten voor een legalisatie die door de Belgische consulaire vertegenwoordigingen in het buitenland dienen te worden geheven, zoals vastgelegd in Bijlage I, punt 15 van het Consulair Wetboek.

De minister van Buitenlandse Zaken kan voor de bepaling van het maximumbedrag differentiëren tussen landen of regio's.

Onderzoeken kunnen om financiële redenen als onuitvoerbaar beschouwd worden wanneer de reële kosten het maximumbedrag zouden overschrijden.

Art. 5.De minister bevoegd voor Buitenlandse Zaken is belast met de uitvoering van dit besluit.

Gegeven te Brussel, 15 juni 2022.

PHILIPPE Par le Roi : De Eerste Minister, belast met Buitenlandse Zaken en Europese Zaken, A. DE CROO

^