15 JUNI 2006. - Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 4 december 1997, gesloten in het Paritair Comité voor de diamantnijverheid en -handel, houdende uitvoeringsbepalingen betreffende de vakbondspremie in de sector van de diamantnijverheid en -handel (1)

ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op de wet van 5 december 1968 betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités, inzonderheid op artikel 28;

Gelet op het verzoek van het Paritair Comité voor de diamantnijverheid en -handel;

Op de voordracht van Onze Minister van Werk, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :

Artikel 1.Algemeen verbindend wordt verklaard de als bijlage overgenomen collectieve arbeidsovereenkomst van 4 december 1997, gesloten in het Paritair Comité voor de diamantnijverheid en -handel, houdende uitvoeringsbepalingen betreffende de vakbondspremie in de sector van de diamantnijverheid en -handel.

Art. 2.Onze Minister van Werk is belast met de uitvoering van dit besluit.

Gegeven te Brussel, 15 juni 2006.

ALBERT Van Koningswege : De Minister van Werk, P. VANVELTHOVEN _______ Nota (1) Verwijzing naar het Belgisch Staatsblad : Wet van 5 december 1968, Belgisch Staatsblad van 15 januari 1969. Bijlage Paritair Comité voor de diamantnijverheid en -handel Collectieve arbeidsovereenkomst van 4 december 1997 Uitvoeringsbepalingen betreffende de vakbondspremie in de sector van de diamantnijverheid en -handel (Overeenkomst geregistreerd op 29 oktober 1998 onder het nummer 49367/CO/324)

Artikel 1.Deze collectieve arbeidsovereenkomst is van toepassing op de werkgevers en de werknemers, uitgezonderd de technische bedienden, die ressorteren onder het Paritair Comité voor de diamantnijverheid en -handel.

Art. 2.In uitvoering van de collectieve arbeidsovereenkomst van 26 juni 1997 tot uitvoering van het protocol van 15-16 mei 1997 houdende het sectoraal akkoord 1997-1998 in de diamantnijverheid, wordt, met ingang van het refertejaar 1997, een recht ingesteld op een vakbondspremie van BEF 3 450 per jaar.

Art. 3.§ 1. De werknemers die rechten kunnen doen gelden op ten minste drie compenserende rustdagen tijdens het betrokken refertejaar, kunnen aanspraak maken op het volledig bedrag van de vakbondspremie. § 2. De werknemers die rechten kunnen doen gelden op minder dan drie compenserende rustdagen, kunnen aanspraak maken op 50 pct. van het bedrag van de vakbondspremie.

Art. 4.Het Fonds voor de diamantnijverheid maakt voor elke werknemer een cheque aan op naam conform artikel 3, § 1 of § 2 tot het bekomen van de vakbondspremie. Het Fonds voor de diamantnijverheid stelt de cheques ter beschikking van de representatieve werknemersorganisaties.

Art. 5.Ter financiering van de vakbondspremie, worden de volgende schikkingen getroffen : 1. De vakbondspremie voor het jaar 1997 wordt geprefinancierd door het Fonds voor de diamantnijverheid.2. De vakbondspremie voor het jaar 1998 wordt gefinancierd door een bijdrage door de werkgevers van de diamantnijverheid.De werkgevers storten een bijdrage voor elke diamantarbeider met wie zij een arbeidsovereenkomst hebben aangegaan. De bijdragen worden berekend op weekbasis en verrekend op trimestriële basis. De modaliteiten worden nader bepaald in de statuten van het Fonds voor de diamantnijverheid. 3. Een evaluatie die gemaakt wordt op het einde van 1998, zal de regels vaststellen voor de verdere financiering.

Art. 6.De statuten van het Fonds voor de diamantnijverheid zullen aangepast worden conform deze collectieve arbeidsovereenkomst.

Art. 7.Deze collectieve arbeidsovereenkomst heeft uitwerking met ingang van 1 januari 1997 en is gesloten voor onbepaalde tijd, met uitzondering van de bepalingen van het artikel 5, dat gelding heeft voor de jaren 1997 en 1998. De overeenkomst kan opgezegd worden door elke ondertekenende partij, mits een opzegperiode van een kalenderjaar. De opzegging van de overeenkomst wordt gestuurd aan de voorzitter van het Paritair Comité voor de diamantnijverheid en -handel en aan elke andere contracterende partij.

Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 15 juni 2006.

De Minister van Werk, P. VANVELTHOVEN