15 JUNI 2006. - Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 19 december 2005, gesloten in het Paritair Comité voor de textielnijverheid en het breiwerk, betreffende de controlegeneeskunde in de textiel- en breigoedsector (1)

ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op de wet van 5 december 1968 betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités, inzonderheid op artikel 28;

Gelet op het verzoek van het Paritair Comité voor de textielnijverheid en het breiwerk;

Op de voordracht van Onze Minister van Werk, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :

Artikel 1.Algemeen verbindend wordt verklaard de als bijlage overgenomen collectieve arbeidsovereenkomst van 19 december 2005, gesloten in het Paritair Comité voor de textielnijverheid en het breiwerk, betreffende de controlegeneeskunde in de textiel- en breigoedsector.

Art. 2.Onze Minister van Werk is belast met de uitvoering van dit besluit.

Gegeven te Brussel, 15 juni 2006.

ALBERT Van Koningswege : De Minister van Werk, P. VANVELTHOVEN _______ Nota (1) Verwijzing naar het Belgisch Staatsblad : Wet van 5 december 1968, Belgisch Staatsblad van 15 januari 1969. Bijlage Paritair Comité voor de textielnijverheid en het breiwerk Collectieve arbeidsovereenkomst van 19 december 2005 Controlegeneeskunde in de textiel- en breigoedsector (Overeenkomst geregistreerd op 24 januari 2006 onder het nummer 78214/CO/120) I. Toepassingsgebied

Artikel 1.Deze collectieve arbeidsovereenkomst is van toepassing op alle textiel- en breigoedondernemingen (hierna werkgevers genoemd) en op alle erin tewerkgestelde arbeiders en arbeidsters (hierna arbeiders genoemd) die onder de bevoegdheid vallen van het Paritair Comité voor de textielnijverheid en het breiwerk, met uitzondering van de ondernemingen en de erin tewerkgestelde werklieden die onder de bevoegdheid vallen van de Paritair Subcomités voor textiel Verviers (PSC 120.01), voor de vlasbereiding (PSC 120.02) en voor de jute (PSC 120.03).

II. Doelstelling

Art. 2.Teneinde elk interpretatieprobleem te vermijden beslissen de ondertekenende partijen om de collectieve arbeidsovereenkomst van 19 juli 1973 van het nationaal Paritair Comité voor de textielnijverheid en het breiwerk, betreffende sommige toekenningsmodaliteiten inzake het gewaarborgd week- en maandloon te vervangen door de huidige overeenkomst.

III. Verwittigingsplicht

Art. 3.In geval van arbeidsongeschiktheid wegens ziekte of ongeval, dient de arbeider onmiddellijk zijn werkgever te verwittigen.

Wanneer de arbeidsongeschikte arbeider weet dat de arbeidsongeschiktheid langer zal duren dan aanvankelijk werd bepaald, moet de werkgever onmiddellijk worden verwittigd.

IV. Aflevering van een geneeskundig getuigschrift

Art. 4.De arbeider bezorgt voor elke arbeidsongeschiktheid aan zijn werkgever een gedagtekend geneeskundig getuigschrift van zijn behandelende arts, dat melding maakt van de arbeidsongeschiktheid, alsmede van de waarschijnlijke duur ervan en of de arbeider zich met het oog op de controle al dan niet naar een andere plaats mag begeven.

Behoudens in geval van overmacht zendt de arbeider het geneeskundig getuigschrift op of geeft hij het af aan de werkgever, binnen twee werkdagen vanaf de eerste dag van de arbeidsongeschiktheid.

De eventuele verlenging van de arbeidsongeschiktheid dient binnen de twee werkdagen, door een nieuw medisch getuigschrift te worden gerechtvaardigd. Bij een nieuwe arbeidsongeschiktheid binnen de eerste veertien kalenderdagen die volgen op het einde van de vorige arbeidsongeschiktheid, moet op het medisch getuigschrift eveneens vermeld worden of de nieuwe arbeidsongeschiktheid al dan niet te wijten is aan een andere ziekte. Komt deze vermelding niet voor op het medisch getuigschrift, dan wordt vermoed dat beide arbeidsongeschiktheden aan dezelfde oorzaak te wijten zijn.

Art. 5.Wordt het geneeskundig getuigschrift niet of na de in artikel 4 voorziene termijn van twee werkdagen afgegeven of verzonden, dan kan aan de arbeider het recht op gewaarborgd week- en maandloon worden ontzegd voor de dagen van arbeidsongeschiktheid die de dag van de afgifte of verzending van het getuigschrift voorafgaan, behalve wanneer dit te wijten is aan overmacht.

V. Medische controle

Art. 6.De arbeider mag niet weigeren een door de werkgever gemachtigd en betaald controlearts, die voldoet aan de bepalingen van de wet van 13 juni 1999 betreffende de controlegeneeskunde, te ontvangen noch zich door deze te laten controleren.

De controlearts moet aan de volgende voorwaarden voldoen : - hij moet gerechtigd zijn de geneeskunde uit te oefenen en vijf jaar ervaring hebben als huisarts of een daarmee vergelijkbare praktijk; - bij elke opdracht moet hij een verklaring van onafhankelijkheid ondertekenen, die dient als garantie dat hij volledig onafhankelijk is van de betrokken werkgever en arbeider ten aanzien van wie hij de controlegeneeskunde uitoefent; - hij mag ook niet de preventie-adviseur-arbeidsgeneesheer van de onderneming zijn.

Art. 7.Behoudens wanneer de behandelende arts van de arbeider oordeelt dat zijn gezondheidstoestand hem niet toelaat zich naar een andere plaats te begeven, moet de arbeider zich desgevraagd bij de controlearts aanbieden.

Art. 8.De medische controle vindt plaats mits toepassing van de volgende bepalingen : 1° de plaats waar de medische controle door de controle-arts wordt uitgevoerd, zal zich op niet meer dan 15 km van de woonplaats van de arbeider bevinden.De voormelde afstand van 15 km kan gewijzigd worden door een gewestelijk of ondernemingsakkoord; 2° deze controle zal gebeuren tussen 8 en 18 uur;3° de reiskosten van de arbeider zijn ten laste van de werkgever;4° deze controle kan echter ook in de verblijfplaats van de arbeider gebeuren, overeenkomstig de vermeldingen op het geneeskundig getuigschrift.In dit geval zal de medische controle plaats hebben tussen 8 en 20 uur.

Art. 9.De controlearts gaat na of de arbeider werkelijk arbeidsongeschikt is, verifieert de waarschijnlijke duur van de arbeidsongeschiktheid en, in voorkomend geval, de andere medische gegevens voorzover die noodzakelijk zijn voor de toepassing van de wetgeving. Alle andere vaststellingen blijven onder het beroepsgeheim.

Art. 10.De controlearts overhandigt zo spoedig mogelijk, eventueel na raadpleging van de behandelende arts van de arbeider, zijn bevindingen schriftelijk aan de arbeider. Indien de arbeider op dat ogenblik kenbaar maakt dat hij niet akkoord gaat met de bevindingen van de controlearts, wordt dit door deze laatste vermeld op voornoemd geschrift.

Art. 11.Indien de arbeider verwaarloost de nodige formaliteiten te vervullen of de medische controle weigert of onmogelijk maakt, kan aan de arbeider het recht op gewaarborgd week- en maandloon worden ontzegd, met uitzondering van de periode van de arbeidsongeschiktheid waarover geen betwisting is. De aldus niet bezoldigde dagen worden aanzien als dagen van ongerechtvaardigde afwezigheid.

Vanaf de datum van het eerste controleonderzoek waartoe de arbeider werd uitgenodigd of de datum van het eerste huisbezoek van de controlearts, kan aan de arbeider het recht op gewaarborgd week- en maandloon worden ontzegd, met uitzondering van de periode van arbeidsongeschiktheid waarover geen betwisting is.

VI. Scheidsrechtelijke procedure

Art. 12.Onverminderd de bevoegdheid van hoven en rechtbanken, worden de geschillen van medische aard welke rijzen tussen de arbeider en de controlearts bij wijze van scheidsrechtelijke procedure beslecht, zoals bepaald door artikel 31, § 5, van de wet van 3 juli 1978 betreffende de arbeidsovereenkomsten.

Het recht op het gewaarborgd week- en maandloon is verschuldigd voor de periode dat de arbeider als arbeidsongeschikt werd erkend naar aanleiding van de beslechting van het geschil.

VII. Slotbepalingen

Art. 13.Deze collectieve arbeidsovereenkomst treedt in werking op 1 januari 2006. Zij wordt voor een onbepaalde tijd gesloten en kan door elk van ondertekenende partijen opgezegd worden, mits betekening van een opzeggingstermijn van zes maanden aan de voorzitter van het paritair comité.

Art. 14.De ondertekenende partijen vragen dat deze collectieve arbeidsovereenkomst algemeen verbindend zou verklaard worden per koninklijk besluit.

Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 15 juni 2006.

De Minister van Werk, P. VANVELTHOVEN