Etaamb.openjustice.be
Koninklijk Besluit van 15 juli 2004
gepubliceerd op 13 september 2004

Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 1 juli 2002, gesloten in het Paritair Comité voor de socio-culturele sector, betreffende het tijdskrediet, gesloten ter uitvoering van collectieve arbeidsovereenkomst nr. 77bis van 19 december 2001 gesloten in de Nationale Arbeidsraad, tot vervanging van de collectieve arbeidsovereenkomst nr. 77 van 14 februari 2001 tot invoering van een stelsel van tijdskrediet, loopbaanvermindering en vermindering van de arbeidsprestaties tot een halftijdse betrekking

bron
federale overheidsdienst werkgelegenheid, arbeid en sociaal overleg
numac
2004202353
pub.
13/09/2004
prom.
15/07/2004
ELI
eli/besluit/2004/07/15/2004202353/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

15 JULI 2004. - Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 1 juli 2002, gesloten in het Paritair Comité voor de socio-culturele sector, betreffende het tijdskrediet, gesloten ter uitvoering van collectieve arbeidsovereenkomst nr. 77bis van 19 december 2001 gesloten in de Nationale Arbeidsraad, tot vervanging van de collectieve arbeidsovereenkomst nr. 77 van 14 februari 2001 tot invoering van een stelsel van tijdskrediet, loopbaanvermindering en vermindering van de arbeidsprestaties tot een halftijdse betrekking (1)


ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op de wet van 5 december 1968 betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités, inzonderheid op artikel 28;

Gelet op de collectieve arbeidsovereenkomst nr. 77bis van 19 december 2001 gesloten in de tot vervanging van de collectieve arbeidsovereenkomst nr. 77 van 14 februari 2001 tot invoering van een stelsel van tijdskrediet, loopbaanvermindering en vermindering van de arbeidsprestaties tot een halftijdse betrekking, algemeen verbindend verklaard bij koninklijk besluit van 25 januari 2002;

Gelet op het verzoek van het Paritair Comité voor de socio-culturele sector;

Op de voordracht van Onze Minister van Werk, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :

Artikel 1.Algemeen verbindend wordt verklaard de als bijlage overgenomen collectieve arbeidsovereenkomst van 1 juli 2002, gesloten in het Paritair Comité voor de socio-culturele sector, betreffende het tijdskrediet, gesloten ter uitvoering van collectieve arbeidsovereenkomst nr. 77bis van 19 december 2001 gesloten in de Nationale Arbeidsraad, tot vervanging van de collectieve arbeidsovereenkomst nr. 77 van 14 februari 2001 tot invoering van een stelsel van tijdskrediet, loopbaanvermindering en vermindering van de arbeidsprestaties tot een halftijdse betrekking.

Art. 2.Onze Minister van Werk is belast met de uitvoering van dit besluit.

Gegeven te Brussel, 15 juli 2004.

ALBERT Van Koningswege : De Minister van Werk, F. VANDENBROUCKE _______ Nota (1) Verwijzingen naar het Belgisch Staatsblad : Wet van 5 december 1968, Belgisch Staatsblad van 15 januari 1969. Koninklijk besluit van 25 januari 2002, Belgisch Staatsblad van 16 februari 2002.

Bijlage Paritair Comité voor de socio-culturele sector Collectieve arbeidsovereenkomst van 1 juli 2002 Tijdskrediet ter uitvoering van collectieve arbeidsovereenkomst nr. 77bis van 19 december 2001 gesloten in de Nationale Arbeidsraad, tot vervanging van de collectieve arbeidsovereenkomst nr. 77 van 14 februari 2001 tot invoering van een stelsel van tijdskrediet, loopbaanvermindering en vermindering van de arbeidsprestaties tot een halftijdse betrekking (Overeenkomst geregistreerd op 26 augustus 2002 onder het nummer 63774/CO/329) HOOFDSTUK I. - Toepassingsgebied

Artikel 1.Deze collectieve arbeidsovereenkomst is enkel van toepassing op de werkgevers en de werknemers van de ondernemingen die ressorteren onder het Paritair Comité voor de socio-culturele sector voor zover hun onderneming aan één van de volgende voorwaarden voldoet : - de maatschappelijke zetel moet gevestigd zijn in het Waals Gewest; - de maatschappelijk zetel moet gevestigd zijn in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest en de onderneming moet ingeschreven zijn bij de Rijksdienst voor Sociale Zekerheid (RSZ) op de franse taalrol.

Onder "werknemers" moeten de mannelijke en vrouwelijke arbeiders en bedienden worden verstaan die verbonden zijn door een arbeidsovereenkomst op basis van de wet van 3 juli 1978 betreffende de arbeidsovereenkomsten (Belgisch Staatsblad van 22 augustus 1978).

Art. 2.§ 1. Het directiepersoneel en de stagiairs die verbonden zijn door een arbeids- en opleidingsovereenkomst (in het bijzonder de werknemers die indienstgenomen zijn in het raam van de doorstromingsprogramma's of krachtens artikel 61 van de organieke wet voor de openbare centra voor maatschappelijk welzijn van 8 juli 1976) hebben niet automatisch recht op tijdskrediet, loopbaanvermindering en vermindering van de arbeidsprestaties tot een halftijdse betrekking op basis van de artikelen 3, 6 en 9 van collectieve arbeidsovereenkomst nr. 77bis.

Deze werknemers kunnen enkel gebruik maken van deze rechten met het akkoord van de werkgever. § 2. Het directiepersoneel is het personeel dat omschreven wordt in het koninklijk besluit van 10 februari 1965 tot aanwijzing van de personen die met een leidende functie of met een vertrouwenspost zijn bekleed in de particuliere sector van 's Lands bedrijfsleven voor de toepassing van de wet betreffende de arbeidsduur.

Voor de toepassing van deze overeenkomst, en in afwijking van het vorige lid, kan de bepaling van het directiepersoneel echter worden gewijzigd : - door de ondernemingsraad; - bij gebreke daarvan, in overleg met de werkgever en de vakbondsafvaardiging; - bij gebreke daarvan, door een collectieve arbeidsovereenkomst gesloten op het niveau van de onderneming; - bij gebreke daarvan, in overleg tussen de werkgever en de werknemers; in dit geval brengt de werkgever de vrijgestelde secretarissen op de hoogte van ten minste twee vakorganisaties vertegenwoordigd in het Paritair Comité voor de socio-culturele sector. § 3. Het personeel dat essentieel is voor de goede werking van de onderneming mag enkel gebruik maken van het recht op tijdskrediet, loopbaanvermindering en vermindering van de arbeidsprestaties tot een halftijdse betrekking op basis van de artikelen 3, 6 en 9 van collectieve arbeidsovereenkomst nr. 77bis met het akkoord van de werkgever.

De bepaling van het personeel dat essentieel is voor de goede werking van de onderneming kan gebeuren : - door de ondernemingsraad; - bij gebreke daarvan, in overleg tussen de werkgever en de vakbondsafvaardiging; - bij gebreke daarvan, door een collectieve arbeidsovereenkomst gesloten op het niveau van de onderneming.

Zonder afbreuk te doen aan de toepassing van artikel 14 van collectieve arbeidsovereenkomst nr. 77bis, mag geen gebruik worden gemaakt van dit lid om het recht te weigeren wanneer er geen akkoord is. HOOFDSTUK II. - Recht op tijdskrediet

Art. 3.§ 1. Met toepassing van artikel 3, § 2, van collectieve arbeidsovereenkomst nr. 77bis, wordt het recht op tijdskrediet op drie jaar gebracht over de gehele beroepsloopbaan. § 2. Het recht op het tweede jaar wordt echter slechts verworven na drie jaar anciënniteit, het recht op het derde jaar wordt slechts verworven na zes jaar anciënniteit.

Onder "anciënniteit" wordt verstaan : het aantal dienstjaren binnen de onderneming met uitsluiting van de periodes van tijdskrediet genomen krachtens deze overeenkomst en de collectieve arbeidsovereenkomst nr. 77bis of van loopbaanonderbreking genomen krachtens de herstelwet van 22 januari 1985 (Belgisch Staatsblad van 24 januari 1985).

Om redenen van rechtvaardigheid, die paritair worden beoordeeld binnen de onderneming, mag de werkgever echter het recht op tijdskrediet openen voor werknemers die niet voldoen aan de anciënniteitsvoorwaarden die omschreven zijn in dit lid.

Art. 4.§ 1. Het recht op tijdskrediet in de vorm van een volledige loopbaanonderbreking mag voor een maximum van twaalf opeenvolgende maanden worden uitgeoefend.

Het is mogelijk hiervan af te wijken met een gemotiveerde aanvraag van de werknemer en een schriftelijk akkoord van de werkgever en dit, ofwel bij de oorspronkelijke schriftelijke kennisgeving, ofwel bij de aanvraag tot verlenging. De organisatieregels, vastgesteld in sectie 4 van hoofdstuk 4 van collectieve arbeidsovereenkomst nr. 77bis, gewijzigd door hoofdstuk III van deze overeenkomst, blijven evenwel van toepassing. § 2. De uitoefening van het recht op tijdskrediet in de vorm van een vermindering van de arbeidsprestaties tot een halftijdse betrekking is beperkt tot een maximum van 24 opeenvolgende maanden. Het is mogelijk hiervan af te wijken met een gemotiveerde aanvraag van de werknemer en een schriftelijk akkoord van de werkgever en dit, ofwel bij de oorspronkelijke schriftelijke kennisgeving, ofwel bij de aanvraag tot verlenging. De organisatieregels, vastgesteld in sectie 4 van hoofdstuk 4 van collectieve arbeidsovereenkomst nr. 77bis, gewijzigd door hoofdstuk III van deze overeenkomst, blijven evenwel van toepassing.

Art. 5.Een collectieve arbeidsovereenkomst, gesloten op het niveau van de onderneming, kan afwijken van het recht, de voorwaarden en de modaliteiten vastgesteld in dit hoofdstuk zonder echter de draagwijdte ervan te verminderen of de toepassing ervan moeilijker of onmogelijk te maken in het kader bepaald door collectieve arbeidsovereenkomst nr. 77bis. HOOFDSTUK III. - Modaliteiten inzake organisatie

Art. 6.§ 1. Zonder afbreuk te doen aan de toepassing van artikel 11, § 4, van collectieve arbeidsovereenkomst 77bis wordt de drempel, zoals vastgesteld in artikel 15, § 1 van collectieve arbeidsovereenkomst nr. 77bis, vastgesteld op : - 10 pct. van het aantal werknemers in ondernemingen met 11 tot 50 werknemers; - 5 pct. van het aantal werknemers in ondernemingen met 51 werknemers en meer, met een minimum van vijf werknemers; voor deze ondernemingen mag een maximum van 30 pct. per dienst worden toegepast. § 2. Het aantal werknemers verkregen door de toepassing van de percentages bepaald in het 1ste lid wordt verhoogd met het aantal van de volgende werknemers : - werknemers van 50 jaar of ouder die een loopbaanonderbreking genieten van 1/5, 1/4 of 1/3, op basis van de herstelwet van 22 januari 1985, of die een loopbaanvermindering hebben of vragen van een dag of van twee halve dagen per week op basis van artikel 9 van collectieve arbeidsovereenkomst nr. 77bis ; - werknemers van 50 jaar of ouder die een loopbaanvermindering tot een halftijdse betrekking genieten voor onbepaalde tijd op basis van de herstelwet van 22 januari 1985, of die een loopbaanvermindering tot een halftijdse betrekking hebben of vragen op basis van artikel 9 van collectieve arbeidsovereenkomst nr. 77bis.

Het aantal dat wordt bepaald krachtens het eerste lid van deze paragraaf wordt in geen geval gecumuleerd met de eenheden verkregen met toepassing van artikel 15, § 5, van collectieve arbeidsovereenkomst nr. 77bis; het hoogste aantal is van toepassing.

Art. 7.Overeenkomstig artikel 15, § 7, van collectieve arbeidsovereenkomst nr. 77bis kan een andere drempel dan die welke bepaald is in dit hoofdstuk worden vastgesteld bij een collectieve arbeidsovereenkomst gesloten op het niveau van de onderneming; hij kan evenwel worden verhoogd in het arbeidsreglement. HOOFDSTUK IV. - Ploegenarbeid of cyclische arbeid

Art. 8.§ 1. De regels en modaliteiten betreffende de onderneming inzake het recht op loopbaanonderbreking ten belope van één vijfde, met toepassing van artikel 6, § 2, van collectieve arbeidsovereenkomst nr. 77bis, worden vastgesteld door dit artikel. § 2. Voor werknemers die in ploegen of in cycli werken, waarvan de prestaties verdeeld zijn over 5 of 6 dagen, moet de loopbaanvermindering in volledige dagen worden opgenomen. § 3. Het verschil tussen, enerzijds, de niet-gepresteerde arbeidstijd met toepassing van § 2, en, anderzijds, de tijd die overeenstemt met een vijfde van de wekelijkse arbeidstijd, wordt berekend per werknemer beoogd in § 2, teneinde jaarlijks of per cyclus te kunnen vaststellen of de betrokken werknemer een loopbaanvermindering heeft genomen die overeenstemt met een vijfde van de gemiddelde wekelijkse arbeidsduur.

Een werknemer heeft recht op een bijkomende dag loopbaanvermindering voorzover het totaal van de verschillen beoogd in het vorige lid ten minste gelijk is aan een vijfde van de gemiddelde wekelijkse arbeidsduur. Deze bijkomende dag wordt toegekend volgens dezelfde modaliteiten als een dag jaarlijkse vakantie. § 4. De werkgever en de werknemer komen overeen over de modaliteiten inzake uitoefening van het recht, rekening houdend met dit artikel en overeenkomstig de bewoordingen van artikel 13, § 2 en § 3, van collectieve arbeidsovereenkomst nr. 77bis. HOOFDSTUK V. - Vervanging

Art. 9.§ 1. In principe wordt elke werknemer die de maatregelen geniet die bepaald zijn door collectieve arbeidsovereenkomst nr. 77bis of die de maatregelen blijft genieten die bepaald zijn door de wet van 22 januari 1985, vervangen ten belope van de verloren arbeidstijd. § 2. De werkgever die niet kan vervangen, bijvoorbeeld wegens gebrek aan kandidaten of onuitvoerbaarheid, motiveert zijn beslissing binnen de vijftien dagen die volgen op het begin van de periode van tijdskrediet van de te vervangen persoon, bij de ondernemingsraad, of bij gebreke daarvan bij de vakbondsafvaardiging, bij gebreke daarvan bij al het personeel; in dit laatste geval brengt de werkgever de vrijgestelde secretarissen op de hoogte van ten minste twee vakorganisaties die vertegenwoordigd zijn in het Paritair Comité voor de socio-culturele sector. § 3. Onder "onuitvoerbaarheid" worden met name de vervangingsovereenkomsten van minder dan een halftijdse betrekking verstaan, alsook functies die een lange inwerkingsperiode vereisen in vervangingsovereenkomsten van korte duur. HOOFDSTUK VI. - Slotbepalingen

Art. 10.Deze collectieve arbeidsovereenkomst treedt in werking met ingang van 1 januari 2002 en wordt gesloten voor onbepaalde tijd.

Zij kan worden opgezegd door elke partij mits een opzeggingstermijn van zes maanden wordt betekend per aangetekende brief aan de voorzitter van het Paritair Comité voor de socio-culturele sector.

Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 15 juli 2004.

De Minister van Werk, F. VANDENBROUCKE

^