15 JANUARI 2002. - Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 20 december 1999, gesloten in het Paritair Comité voor de groothandelaars-verdelers in geneesmiddelen, tot wijziging van de collectieve arbeidsovereenkomst van 29 november 1993 tot vaststelling van de arbeids- en loonvoorwaarden (1)

ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op de wet van 5 december 1968 betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités, inzonderheid op artikel 28;

Gelet op het verzoek van het Paritair Comité voor de groothandelaars-verdelers in geneesmiddelen;

Op de voordracht van Onze Minister van Werkgelegenheid, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :

Artikel 1.Algemeen verbindend wordt verklaard de als bijlage overgenomen collectieve arbeidsovereenkomst van 20 december 1999, gesloten in het Paritair Comité voor de groothandelaars-verdelers in geneesmiddelen, tot wijziging van de collectieve arbeidsovereenkomst van 29 november 1993 tot vaststelling van de arbeids- en loonvoorwaarden.

Art. 2.Onze Minister van Werkgelegenheid is belast met de uitvoering van dit besluit.

Gegeven te Brussel, 15 januari 2002.

ALBERT Van Koningswege : De Minister van Werkgelegenheid, Mevr. L. ONKELINX _______ Nota (1) Verwijzing naar het Belgisch Staatsblad : Wet van 5 december 1968, Belgisch Staatsblad van 15 januari 1969. Bijlage Paritair Comité voor de groothandelaars-verdelers in geneesmiddelen Collectieve arbeidsovereenkomst van 20 december 1999 Wijziging van de collectieve arbeidsovereenkomst van 29 november 1993 tot vaststelling van de arbeids- en loonvoorwaarden (Overeenkomst geregistreerd op 3 april 2000 onder het nummer 54461/CO/321) HOOFDSTUK I. - Toepassingsgebied

Artikel 1.Deze collectieve arbeidsovereenkomst is van toepassing op de werkgevers en op de werknemers van de ondernemingen die ressorteren onder het Paritair Comité voor de groothandelaars-verdelers in geneesmiddelen. HOOFDSTUK II. - Wijzigingsbepalingen

Art. 2.Artikel 3 van de collectieve arbeidsovereenkomst van 29 november 1993 (koninklijk besluit van 7 augustus 1995 - Belgisch Staatsblad van 6 oktober 1995), gewijzigd door de collectieve arbeidsovereenkomst van 27 oktober 1995 (Registratienummer 40971/CO/321) wordt aangevuld met de volgende bepalingen : « De maandelijkse minimumlonen van de mannelijke en vrouwelijke bedienden van 21 jaar en ouder vastgelegd in artikel 2 worden op 1 juli 1999 met 800 BEF verhoogd.

De maandelijkse minimumlonen van de mannelijke en vrouwelijke bedienden van 21 jaar en ouder vastgelegd in artikel 2 worden op 1 juli 2000 met 600 BEF verhoogd. »

Art. 3.Artikel 7 van dezelfde collectieve arbeidsovereenkomst wordt aangevuld met de volgende bepalingen : « De effectief betaalde lonen worden verhoogd met 800 BEF per maand op 1 juli 1999 en met 600 BEF per maand op 1 juli 2000. ».

Art. 4.Artikel 9 van dezelfde collectieve arbeidsovereenkomst wordt aangevuld met de volgende bepalingen : « Het minimumuurloon van de werklieden en werksters van 21 jaar en ouder wordt verhoogd met 4,99 BEF op 1 juli 1999.

Het minimumuurloon van de werklieden en werksters van 21 jaar en ouder wordt verhoogd met 3,74 BEF op 1 juli 2000. »

Art. 5.Artikel 12 van dezelfde collectieve arbeidsovereenkomst wordt aangevuld met de volgende bepaling : « De effectief betaalde uurlonen van de werklieden en werksters worden verhoogd met 4,99 BEF op 1 juli 1999 en met 3,74 BEF op 1 juli 2000.

Het degressief jongerenbarema, zoals voorzien in artikel 10 van deze collectieve arbeidsovereenkomst is hierop van toepassing. »

Art. 6.In artikel 12 van dezelfde collectieve arbeidsovereenkomst wordt tussen het eerste en het tweede lid de volgende bepalingen ingevoegd : « De arbeidsduur wordt vastgesteld op 36 uur 50 minuten gemiddeld per week vanaf het jaar 1999.

De overgang van de arbeidsweek van 37 uren naar de arbeidsweek van 36 uren 50 minuten wordt voor de voltijdse werknemer doorgevoerd door toekenning van een bijkomende verlofdag per jaar en dit vanaf het jaar 1999. Deze dag wordt voor de deeltijdse werknemers prorata toegekend. »

Art. 7.Artikel 28 van dezelfde collectieve arbeidsovereenkomst wordt vervangen door de volgende bepalingen : « Beroepsloopbaanonderbreking in het algemeen De arbeiders en bedienden die behoren tot de eerste vier categorieën gedefinieerd bij collectieve arbeidsovereenkomst van 19 maart 1980 betreffende de beroepsclassificatie van bedienden, artikel 2, hebben recht op een voltijdse beroepsloopbaanonderbreking die minimaal 6 maanden en maximaal 5 jaar kan duren, indien zij hiertoe de aanvraag doen ten laatste drie maanden voor het begin of de verlenging van deze onderbreking.

Het aantal werknemers dat gelijktijdig kan genieten van de bepalingen van de vorige alinea mag de 8 pct. van het totaal personeelseffectief van de betrokken onderneming niet overschrijden.

De reïntegratie van deze werknemers na hun beroepsloopbaanonderbreking dient te geschieden in een functie van dezelfde looncategorie; doch niet noodzakelijk in een identieke functie. »

Art. 8.Artikel 29 van dezelfde collectieve arbeidsovereenkomst wordt vervangen door de volgende bepalingen : « Arbeiders en bedienden die behoren tot de eerste vier categorieën gedefinieerd bij collectieve arbeidsovereenkomst van 19 maart 1980 betreffende de beroepsclassificatie van bedienden, artikel 2, van minstens 53 jaar, hebben indien zij drie maanden vooraf hiertoe een aanvraag doen, recht op een definitieve halftijdse beroepsloopbaanonderbreking in toepassing van artikel 102 van de wet van 22 januari 1985.

Dit recht kan de werkgever vanzelfsprekend niet verhinderen later voor dezelfde persoon de regeling van het conventioneel brugpensioen toe te passen. De berekening van de aanvullende vergoeding zal in dat geval gebeuren op basis van het voltijds netto referteloon en van de werkloosheidsuitkeringen voor alle dagen van de week. »

Art. 9.In dezelfde collectieve arbeidsovereenkomst wordt de titel "Hoofdstuk XXI - Onregelmatige prestaties" vervangen door "Hoofdstuk XXI - Overige arbeidsvoorwaarden".

Art. 10.In dezelfde collectieve arbeidsovereenkomst wordt een artikel 32bis ingevoegd, waarvan de tekst luidt als volgt : « Met ingang van 1 januari 2000, zal aan de arbeiders één carensdag per jaar uitbetaald worden in geval van ziekte. » HOOFDSTUK III. - Slotbepalingen

Art. 11.Deze collectieve arbeidsovereenkomst heeft uitwerking met ingang van 1 juli 1999 en is gesloten voor onbepaalde tijd. Ze kan door elk van de partijen worden opgezegd met een opzeg van drie maanden, bij middel van een aangetekende brief betekend aan alle ondertekenende partijen en aan de voorzitter van het Paritair Comité voor de groothandelaars-verdelers in geneesmiddelen.

Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 15 januari 2002.

De Minister van Werkgelegenheid, Mevr. L. ONKELINX