Etaamb.openjustice.be
Koninklijk Besluit van 15 april 2018
gepubliceerd op 24 mei 2018

Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 29 augustus 2017, gesloten in het Paritair Comité voor het kleding- en confectiebedrijf, betreffende de tussenkomst van de werkgevers in de vervoerskosten

bron
federale overheidsdienst werkgelegenheid, arbeid en sociaal overleg
numac
2017206909
pub.
24/05/2018
prom.
15/04/2018
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

15 APRIL 2018. - Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 29 augustus 2017, gesloten in het Paritair Comité voor het kleding- en confectiebedrijf, betreffende de tussenkomst van de werkgevers in de vervoerskosten (1)


FILIP, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op de wet van 5 december 1968Relevante gevonden documenten type wet prom. 05/12/1968 pub. 22/05/2009 numac 2009000346 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités, inzonderheid op artikel 28;

Gelet op het verzoek van het Paritair Comité voor het kleding- en confectiebedrijf;

Op de voordracht van de Minister van Werk, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :

Artikel 1.Algemeen verbindend wordt verklaard de als bijlage overgenomen collectieve arbeidsovereenkomst van 29 augustus 2017, gesloten in het Paritair Comité voor het kleding- en confectiebedrijf, betreffende de tussenkomst van de werkgevers in de vervoerskosten.

Art. 2.De minister bevoegd voor Werk is belast met de uitvoering van dit besluit.

Gegeven te Brussel, 15 april 2018.

FILIP Van Koningswege : De Minister van Werk, K. PEETERS _______ Nota (1) Verwijzing naar het Belgisch Staatsblad : Wet van 5 december 1968Relevante gevonden documenten type wet prom. 05/12/1968 pub. 22/05/2009 numac 2009000346 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten, Belgisch Staatsblad van 15 januari 1969. Bijlage Paritair Comité voor het kleding- en confectiebedrijf Collectieve arbeidsovereenkomst van 29 augustus 2017 Tussenkomst van de werkgevers in de vervoerskosten (Overeenkomst geregistreerd op 13 oktober 2017 onder het nummer 141929/CO/109) HOOFDSTUK I. - Toepassingsgebied

Artikel 1.Deze collectieve arbeidsovereenkomst is van toepassing op de werkgevers en op de arbeid(st)ers van de ondernemingen die onder het Paritair Comité voor het kleding- en confectiebedrijf ressorteren.

Art. 2.Deze collectieve arbeidsovereenkomst treedt in werking op 29 augustus 2017 en is gesloten voor onbepaalde duur. Zij vervangt de collectieve arbeidsovereenkomst van 29 juni 2011 inzake de tussenkomst van de werkgevers in de vervoerskosten (nr. 104945/CO/109).

Zij kan door één der ondertekenende partijen worden opgezegd, mits een vooropzeg van 3 maanden, te betekenen bij een ter post aangetekend schrijven, gericht aan de voorzitter van het Paritair Comité voor het kleding- en confectiebedrijf en aan de in dit paritair comité vertegenwoordigde organisaties. HOOFDSTUK II. - Gecoördineerde regels inzake tussenkomst van de werkgever in de vervoerskosten I. Openbaar vervoer

Art. 3.Gemeenschappelijk openbaar treinvervoer Wat het door de Nationale Maatschappij der Belgische Spoorwegen georganiseerd vervoer betreft, zal de tussenkomst van de werkgever in de prijs van het gebruikte vervoerbewijs berekend worden op basis van de tabel met forfaitaire bedragen opgenomen in artikel 3 van de collectieve arbeidsovereenkomst nr. 19octies van 20 februari 2009 van de Nationale Arbeidsraad, betreffende de financiële bijdrage van de werkgevers in de prijs van het vervoer van de werknemers.

Art. 4.Gemeenschappelijk openbaar vervoer, met uitzondering van het treinvervoer Voor wat betreft het gemeenschappelijk openbaar vervoer, met uitzondering van het treinvervoer, zal de bijdrage van de werkgever in de prijs van de abonnementen voor de verplaatsingen vanaf 5 km, berekend vanaf de vertrekhalte, vastgesteld worden volgens de hierna vastgestelde modaliteiten : a) Wanneer de prijs van het vervoer in verhouding tot de afstand staat, wordt de tussenkomst van de werkgever in de prijs van het gebruikte vervoerbewijs berekend op basis van de tabel met forfaitaire bedragen opgenomen in artikel 3 van de collectieve arbeidsovereenkomst nr.19octies van 20 februari 2009 van de Nationale Arbeidsraad, betreffende de financiële bijdrage van de werkgevers in de prijs van het vervoer van de werknemers, zonder evenwel 75 pct. van de werkelijke vervoerprijs te overschrijden; b) Wanneer de prijs een eenheidsprijs is, ongeacht de afstand, wordt de bijdrage van de werkgever forfaitair vastgesteld en bedraagt zij 71,8 pct.van de effectief door de werknemer betaalde prijs, zonder evenwel het bedrag van de werkgeverstussenkomst berekend op basis van de tabel met forfaitaire bedragen opgenomen in artikel 3 van de collectieve arbeidsovereenkomst nr. 19octies van 20 februari 2009 van de Nationale Arbeidsraad, betreffende de financiële bijdrage van de werkgevers in de prijs van het vervoer van de werknemers, voor een afstand van 7 km te overschrijden.

Art. 5.Gecombineerd gemeenschappelijk openbaar vervoer Ingeval de werknemer gebruik maakt van een combinatie van de trein en één of meerdere andere gemeenschappelijke openbare vervoermiddelen dan de trein, en er wordt slechts één vervoerbewijs afgeleverd voor het geheel van de afstand - zonder dat in dit vervoerbewijs een onderverdeling wordt gemaakt per gemeenschappelijk openbaar vervoermiddel - wordt de bijdrage van de werkgever berekend op basis van de tabel bedoeld in artikel 3.

Art. 6.In elk ander geval dat de werknemer meer dan één gemeenschappelijk openbaar vervoermiddel gebruikt dan voorzien in artikel 5, wordt de bijdrage van de werkgever voor het geheel van de afstand als volgt berekend : Nadat met betrekking tot elk afzonderlijk gemeenschappelijk openbaar vervoermiddel waarvan de werknemer gebruik maakt de bijdrage van de werkgever is berekend overeenkomstig de bepalingen van de artikelen 3, 4, a), 4, b) en 5 van onderhavige collectieve arbeidsovereenkomst, worden de aldus bekomen bedragen bij elkaar opgeteld om de bijdrage van de werkgever voor het geheel van de afgelegde afstand vast te stellen.

Art. 7.Terugbetalingstijdstip De bijdrage van de werkgever in de door de werknemers gedragen vervoerskosten zal maandelijks betaald worden voor de werknemer met een maandabonnement of ter gelegenheid van de betaalperiode die in de onderneming gebruikelijk is voor de vervoerbewijzen die geldig zijn voor een week.

Art. 8.Modaliteiten van terugbetaling a) De werkgever dient zich te vergewissen van de rechten van de werknemer op een tussenkomst in de vervoerskosten.Ten laatste vanaf 1 januari 2002 ziet hij erop toe te beschikken over een ondertekende verklaring van elke werknemer waarin de juiste afstand tussen de woonplaats en de werkplaats wordt medegedeeld, evenals de aard van het vervoermiddel dat zij gebruiken om zich te verplaatsen tussen de woonplaats en de werkplaats. Het ontbreken van een dergelijke ondertekende verklaring is geen reden om geen tussenkomst in de vervoerskosten te betalen. b) De werknemers moeten iedere wijziging van deze toestand in de kortst mogelijke tijd op dezelfde wijze mededelen.c) De werkgever mag op elk ogenblik nagaan of de verklaring van een werknemer met de werkelijkheid strookt.

Art. 9.De tussenkomst van de werkgever in de vervoerskosten zal betaald worden op voorlegging van de vervoerbewijzen uitgereikt door de NMBS en/of de andere maatschappijen van gemeenschappelijk openbaar vervoer.

II. Private vervoermiddelen

Art. 10.§ 1. In de ondernemingen welke geen collectief vervoermiddel ter beschikking van de werklieden en werksters stellen, worden, voor de werklieden en werksters die gebruik maken van een privaat vervoermiddel, voor zover de kortst af te leggen afstand van hun woning tot de werkplaats in één richting 10 km of meer bedraagt, volgende modaliteiten van tussenkomst van de werkgever in de vervoerskosten bepaald : a) De werkgever dient zich te vergewissen van de rechten van de werknemer op een tussenkomst in de vervoerskosten.Ten laatste vanaf 1 januari 2002 ziet hij erop toe te beschikken over een ondertekende verklaring van elke werknemer waarin de juiste afstand tussen de woonplaats en de werkplaats wordt medegedeeld, evenals de aard van het vervoermiddel dat zij gebruiken om zich te verplaatsen tussen de woonplaats en de werkplaats. Het ontbreken van een dergelijke ondertekende verklaring is geen reden om geen tussenkomst in de vervoerskosten te betalen; b) De werknemers moeten iedere wijziging van deze toestand in de kortst mogelijke tijd op dezelfde wijze mededelen;c) De werkgever mag op elk ogenblik nagaan of de verklaring van een werknemer met de werkelijkheid strookt. § 2. De tussenkomst van de werkgever is gelijk aan 50 pct. van de treinkaart geldend als sociaal abonnement, bepaald bij artikel 3 van het ministerieel besluit van 10 december 1990 houdende wijziging van de prijzen voor het vervoer van reizigers op het net van de NMBS, voor het overeenstemmende aantal kilometers.

De tussenkomst van de werkgever zal nochtans, voor eenzelfde aantal kilometers, nooit hoger kunnen zijn dan de tussenkomst op basis van het barema bedoeld in artikel 3 van onderhavige collectieve arbeidsovereenkomst.

Art. 11.De tussenkomst van de werkgever in de door de werklieden en werksters gedragen vervoerskosten zal minstens éénmaal per maand worden betaald.

De tussenkomst van de werkgever vindt slechts plaats voor de dagen van aanwezigheid op het werk, volgens de modaliteiten vastgesteld bij artikel 10.

III. Door de onderneming met de financiële deelneming van de werklieden en werksters georganiseerd vervoer of door de ondernemingen voor een gedeelte van het traject uitsluitend op eigen kosten georganiseerd vervoer

Art. 12.Ingeval het transport is georganiseerd door de werkgever, met de financiële deelneming van de werknemers, of indien de werkgever een gedeelte van het traject uitsluitend op eigen kosten heeft georganiseerd, dient, wat zijn bijdrage in de kosten van vervoer der werknemers betreft, een oplossing te worden gezocht die is ingegeven door de bepalingen van onderhavige overeenkomst en door de volgende overwegingen : - Voor het door de ondernemingen met financiële deelneming van de werklieden en werksters georganiseerd vervoer wordt de tussenkomst van de ondernemingen berekend met inachtneming van de door de ondernemingen reeds gedragen lasten voor de organisatie van dat vervoer; - Voor de door de ondernemingen voor een gedeelte van het traject uitsluitend op eigen kosten georganiseerd vervoer en ingeval de werklieden en werksters eveneens gemeenschappelijke openbare vervoermiddelen gebruiken, wordt de tussenkomst van de werkgever berekend op basis van de totale met een gemeenschappelijk openbaar vervoermiddel afgelegde afstand met aftrek nochtans van de kosten welke de onderneming reeds draagt voor het door haar georganiseerd vervoer; - De financiële tussenkomst van de werklieden en werksters mag echter niet hoger zijn dan het bedrag bepaald als werkgeverstussenkomst bij artikel 3 van onderhavige collectieve arbeidsovereenkomst; - De verworven rechten van de werklieden en werksters blijven echter behouden.

IV. Tussenkomst voor alle werknemers

Art. 13.Aan alle werklieden en werksters, met uitsluiting van diegenen die over een bedrijfswagen en tankkaart beschikken, wordt daarenboven een vergoeding van 0,2479 EUR per werkelijk gepresteerde arbeidsdag betaald, ongeacht de wijze van verplaatsing van en naar het werk.

Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 15 april 2018.

De Minister van Werk, K. PEETERS

^