gepubliceerd op 26 september 2007
Koninklijk besluit tot wijziging van bepaalde accijnstarieven betreffende benzine
14 SEPTEMBER 2007. - Koninklijk besluit tot wijziging van bepaalde accijnstarieven betreffende benzine
VERSLAG AAN DE KONING Sire, Dit besluit heeft tot doel de accijnstarieven waarvan sprake in artikel 2, § 1, van de wet van 10 juni 2006 betreffende de biobrandstoffen te actualiseren. Overeenkomstig de bepalingen van artikel 2, § 2, van dezelfde wet, treden bepaalde van deze accijnstarieven betreffende benzine namelijk in werking op 1 oktober 2007.
Deze tarieven moeten echter zodanig aangepast worden dat er rekening wordt gehouden met het verschil inzake accijnzen (verschil tussen ongelode benzine met een hoog zwavelgehalte en/of aromatische verbindingen en ongelode benzine met een laag zwavelgehalte en aromatische verbindingen) ingesteld bij de wet van 25 februari 2007 houdende diverse wijzigingen inzake accijnzen. Dit verschil van 15 EUR per 1 000 liter bij 15 °C is nodig om een betere commercialisatie toe te laten van de ongelode benzine met een laag zwavelgehalte en aromatische verbindingen. Rekening houdend met het feit dat het belangrijk is om dit huidig verschil, ook na 1 oktober 2007, datum waarop de tarieven vastgesteld in de wet van 10 juni 2006 in werking treden, verder toe te passen, werd beslist om een beroep te doen op de procedure van hoogdringendheid voorzien bij artikel 13, § 1, van de algemene wet inzake douane en accijnzen, luidend als volgt : «
Art. 13.§ 1. Met het oog op de vervroegde toepassing van de wijzigingen welke bij hoogdringendheid in de accijnzen moeten worden aangebracht, kan de Koning, bij in Ministerraad overlegd besluit, alle maatregelen voorschrijven, met inbegrip van de voorlopige storting van de accijnzen welke door de wet zullen worden vastgesteld.
De Koning zal bij de Wetgevende Kamers dadelijk, zo zij vergaderd zijn, zo niet bij de opening van de eerstvolgende zittingstijd, een ontwerp van wet indienen strekkende tot het aanbrengen in de accijnzen van de wijzigingen, met het oog waarop bij toepassing van het eerste lid maatregelen zijn genomen. » Dit besluit houdt rekening met alle technische opmerkingen geformuleerd door de Raad van State.
Ik heb de eer te zijn, Sire, Van Uwe Majesteit, de zeer eerbiedige en zeer trouwe dienaar, De Vice-Eerste Minister en Minister van Financiën, D. REYNDERS
14 SEPTEMBER 2007. - Koninklijk besluit tot wijziging van bepaalde accijnstarieven betreffende benzine ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.
Gelet op de algemene wet inzake douane en accijnzen van 18 juli 1977, inzonderheid op artikel 13, § 1;
Gelet op het advies van de Inspecteur van Financiën, gegeven op 6 augustus 2007;
Gelet op de akkoordbevinding van Onze Minister van Begroting, gegeven op 8 augustus 2007;
Gelet op de dringende noodzakelijkheid, gemotiveerd door het feit dat, in overeenstemming met artikel 2, § 2 van de wet van 10 juni 2006 betreffende de biobrandstoffen wat benzine betreft, gedifferentieerde accijnstarieven in werking treden op 1 oktober 2007; dat de tarieven waarvan sprake in artikel 2, § 1 van de voornoemde wet deze zijn die zijn berekend op 7 maart 2006; dat de wet van 25 februari 2007 houdende diverse wijzigingen inzake accijnzen een verschil van 15 EUR per 1 000 liter bij 15 °C heeft ingevoerd tussen de accijnzen van toepassing op benzine met een hoog zwavelgehalte en/of aromatische verbindingen en op benzine met een laag zwavelgehalte en aromatische verbindingen; dat teneinde dit verschil te kunnen behouden, ook na 1 oktober 2007, datum van inwerkingtreding van de tarieven vastgesteld bij de wet van 10 juni 2006, beroep wordt gedaan op de procedure van hoogdringendheid voorzien bij artikel 13, § 1, van de algemene wet inzake douane en accijnzen die de vervroegde toepassing mogelijk maakt van de wijzigingen die moeten aangebracht worden aan de accijnzen;
Gelet op het advies nr. 43.537/2/V van de Raad van State, gegeven op 10 september 2007, met toepassing van artikel 84, § 1, eerste lid, 1°, van de gecoördineerde wetten op de Raad van State;
Op de voordracht van Onze Vice-Eerste Minister en Minister van Financiën en op het advies van Onze in Raad vergaderde Ministers, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :
Artikel 1.In afwijking van de bepalingen van artikel 419, a) en b) van de programmawet van 27 december 2004, gewijzigd bij de wet van 10 juni 2006 betreffende de biobrandstoffen, worden de accijnzen als volgt vastgesteld : 1° in letter a) : - accijns : 245,4146 EUR per 1 000 liter bij 15 °C; - bijzondere accijns : 363,6238 EUR per 1 000 liter bij 15 °C; - bijdrage op de energie : 28,6317 EUR per 1 000 liter bij 15 °C; 2° in letter b), i) : met een hoog zwavelgehalte en/of aromatische verbindingen : - accijns : 245,4146 EUR per 1 000 liter bij 15 °C; - bijzondere accijns : 363,6238 EUR per 1 000 liter bij 15 °C; - bijdrage op de energie : 28,6317 EUR per 1 000 liter bij 15 °C.
Art. 2.Dit besluit treedt in werking op 1 oktober 2007.
Art. 3.Onze Minister bevoegd voor Financiën is belast met de uitvoering van dit besluit.
Gegeven te Brussel, 14 september 2007.
ALBERT Van Koningswege : De Vice-Eerste Minister en Minister van Financiën, D. REYNDERS