gepubliceerd op 31 oktober 2018
Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 16 november 2017, gesloten in het Paritair Comité voor het vervoer en de logistiek, betreffende de invoering van een sectoraal medisch plan voor de subsector voor verhuisondernemingen, de meubelbewaring en hun aanverwante activiteiten en zijn arbeiders
14 OKTOBER 2018. - Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 16 november 2017, gesloten in het Paritair Comité voor het vervoer en de logistiek, betreffende de invoering van een sectoraal medisch plan voor de subsector voor verhuisondernemingen, de meubelbewaring en hun aanverwante activiteiten en zijn arbeiders (1)
FILIP, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.
Gelet op de wet van 5 december 1968Relevante gevonden documenten type wet prom. 05/12/1968 pub. 22/05/2009 numac 2009000346 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités, inzonderheid op artikel 28;
Gelet op het verzoek van het Paritair Comité voor het vervoer en de logistiek;
Op de voordracht van de Minister van Werk, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :
Artikel 1.Algemeen verbindend wordt verklaard de als bijlage overgenomen collectieve arbeidsovereenkomst van 16 november 2017, gesloten in het Paritair Comité voor het vervoer en de logistiek, betreffende de invoering van een sectoraal medisch plan voor de subsector voor verhuisondernemingen, de meubelbewaring en hun aanverwante activiteiten en zijn arbeiders.
Art. 2.De minister bevoegd voor Werk is belast met de uitvoering van dit besluit.
Gegeven te Brussel, 14 oktober 2018.
FILIP Van Koningswege : De Minister van Werk, K. PEETERS _______ Nota (1) Verwijzing naar het Belgisch Staatsblad : Wet van 5 december 1968Relevante gevonden documenten type wet prom. 05/12/1968 pub. 22/05/2009 numac 2009000346 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten, Belgisch Staatsblad van 15 januari 1969. Bijlage Paritair Comité voor het vervoer en de logistiek Collectieve arbeidsovereenkomst van 16 november 2017 Invoering van een sectoraal medisch plan voor de subsector voor verhuisondernemingen, de meubelbewaring en hun aanverwante activiteiten en zijn arbeiders (Overeenkomst geregistreerd op 15 december 2017 onder het nummer 143328/CO/140) Vanaf 1 januari 2017 is in de DmfA-aangifte de prestatiecode 50 opgesplitst. Er werd een nieuwe prestatiecode 53 toegevoegd.
Het gaat over het profylactisch verlof dat opgelegd wordt aan het personeelslid dat weliswaar niet ziek is, maar met de bedoeling te voorkomen dat het een besmettelijke ziekte, die thuis of in de werkkring werd vastgesteld, zou overbrengen.
Deze dagen profylactisch verlof werden vroeger onder de prestatiecode 50 aangegeven en moeten vanaf 1 januari 2017 in de DmfA onder prestatiecode 53 komen. HOOFDSTUK I. - Toepassingsgebied
Artikel 1.§ 1. Deze collectieve arbeidsovereenkomst is van toepassing op de werkgevers die ressorteren onder het Paritair Comité voor het vervoer en de logistiek en behoren tot de subsector voor de verhuisondernemingen, meubelbewaring en hun aanverwante activiteiten alsook op hun werklieden.
Onder "werklieden" wordt bedoeld : de werklieden en werksters. § 2. Voor de toepassing van deze overeenkomst wordt bedoeld onder : - "verhuizing" : elke overbrenging van installaties van de ene plaats naar de andere, onder meer : privé, kantoren, magazijnen, werkplaatsen, beurzen, fabrieken, tentoonstellingen, enz., met inbegrip van alle begeleidende werkzaamheden, zoals inpak, uitpak, monteren, demonteren zonder dat deze opsomming limitatief is; - "meubelbewaring" : de opslagplaatsen voor meubelen en andere voorwerpen die dezelfde of gelijkaardige speciale bewaringsinstallaties vergen; - "aanverwante activiteiten" : elk goederenvervoer dat het gebruik vereist van voertuigen die speciaal uitgerust zijn zoals voor het vervoer van meubelen en om de beschadiging tijdens het vervoer te voorkomen van diverse goederen zoals nieuwe meubelen, kunstvoorwerpen, elektrische huishoudapparaten, archieven, enz.; - "voertuigen speciaal uitgerust voor het vervoer van meubelen" : elk voertuig met vast of beweegbaar koetswerk, niet buigzaam, waterdicht, binnenin voorzien van vastsnoeringsmateriaal, van een stuwinrichting, behoorlijk gebouwd voor het vervoer van verhuizingen en uitgerust met klein stuw- en beschermingsmaterieel, zoals dekens, kisten, elk ander soortgelijk materieel, enz.; - "fonds voor bestaanszekerheid" : het "Sociaal Fonds voor de ondernemingen van verhuizingen, meubelbewaring en hun aanverwante activiteiten", dat opgericht werd bij koninklijk besluit van 24 juni 1971, verschenen in het Belgisch Staatsblad van 25 augustus 1971; - "beheerder van het medisch plan" : de verzekeringsmaatschappij waarbij het fonds voor bestaanszekerheid het sectoraal medisch plan afsluit. § 3. Voor de toepassing van deze overeenkomst wordt verstaan onder : - "arbeiders" : de arbeiders en arbeidsters aangegeven in de DmfA in de RSZ-categorie 084 met werknemerscode 015 en met andere arbeidstijdgegevens dan deze aangegeven onder de codes 030, 050, 053 en 060.
Deze collectieve arbeidsovereenkomst is evenwel niet van toepassing op : a) de arbeiders tewerkgesteld met een overeenkomst van studentenarbeid, aangegeven in de DmfA met werknemerscode 840;b) de arbeiders aangegeven in de DmfA met werknemerscodes 024, 035 en 027;c) leerlingen - werknemersgetal 035 en leerlingen die vanaf 1 januari van het jaar waarin ze 19 jaar oud worden aangegeven onder het werknemersgetal 015. De in deze collectieve arbeidsovereenkomst vermelde kengetallen en codes voor het aanduiden van de werkgevers- en werknemerscategorieën en de arbeidstijdgegevens zijn deze te gebruiken in de multifunctionele kwartaalaangifte (DmfA) aan de Rijksdienst voor Sociale Zekerheid overeenkomstig de instructies van deze dienst. HOOFDSTUK II. - Aard van het voordeel en financiering
Art. 2.Het fonds voor bestaanszekerheid sluit een sectoraal medisch plan af ten gunste van de arbeiders bedoeld in artikel 1 die aan de hierna bepaalde voorwaarden voldoen.
De jaarlijkse vaste bijdrage voor de financiering van het sectoraal medisch plan bedraagt 100 EUR per arbeider. De inning zal gebeuren op kwartaalbasis.
Elke werkgever die onder het toepassingsgebied van deze collectieve arbeidsovereenkomst valt, moet deze bijdrage voldoen via RSZ-inning. HOOFDSTUK III. - Aansluiting bij het medisch plan
Art. 3.Voor de aansluiting en het openen van het recht op tussenkomsten van het medisch plan na de opstart is cumulatief vereist dat de arbeider gedurende twee opeenvolgende kwartalen is aangegeven : - onder werkgeverskengetal 084; - met werknemerskengetal 015 (zonder code leerling); - en met andere arbeidstijdgegevens dan deze aangegeven onder de codes 030, 050 en 053.
Art. 4.De aansluiting en de opening van het recht op tussenkomsten gebeuren op de eerste dag van het kwartaal waarin de vaststelling van de opening van het recht wordt gedaan.
Het fonds voor bestaanszekerheid informeert de aangesloten arbeider over de mogelijkheid om individueel een bijkomende premie te betalen, waardoor hij, bij eventuele voortzetting van het medisch plan, zoals voorzien in artikel 5, lid 5, een tarief zal krijgen dat rekening houdt met de leeftijd waarop hij de bijkomende premie is beginnen te betalen. HOOFDSTUK IV. - Beëindiging van de aansluiting bij het medisch plan
Art. 5.De aansluiting bij het medisch plan en het recht op tussenkomsten worden beëindigd indien de arbeider gedurende twee opeenvolgende kwartalen niet meer voldoet aan de aangiftevereisten bepaald in artikel 3.
In afwijking op het eerste lid wordt de aansluiting en het recht op tussenkomst van de werklieden en de werksters waarvan de arbeidsovereenkomst is geschorst wegens ziekte of ongeval niet beëindigd, dit tot zolang de arbeidsovereenkomst van toepassing is.
In afwijking op de eerste alinea wordt de aansluiting niet beëindigd wanneer bij faillissement van een in artikel 1 bedoelde onderneming wordt vastgesteld dat de aangiftevereisten bepaald in artikel 3 niet langer voldaan zijn wegens het ontbreken van de DmfA-gegevens voor het kwartaal waarin het faillissement wordt uitgesproken en voor het daaraan voorafgaand kwartaal.
De aansluiting en het recht op tussenkomsten wordt beëindigd op de eerste dag van het kwartaal waarin de beëindiging van de aansluiting en het recht op tussenkomsten wordt vastgesteld.
Het medisch plan voorziet de mogelijkheid tot individuele voortzetting in geval van beëindiging van de aansluiting bij het medisch plan, onder dezelfde voorwaarden als deze bepaald in artikel 138bis-8 van de wet van 25 juni 1992 op de landverzekeringsovereenkomst. HOOFDSTUK V. - Derdebetalerssysteem
Art. 6.Van zodra de beheerder van het medisch plan kan beschikken over de gegevens van de aangesloten arbeiders door de mededeling van het bestand van aangeslotenen door het fonds voor bestaanszekerheid, zal een derdebetalerssysteem van toepassing zijn.
De aangesloten arbeiders zullen beschikken over een kaart van de beheerder van het medisch plan. De ziekenhuisfacturen zullen dankzij dit derdebetalerssysteem rechtstreeks door deze beheerder aan het ziekenhuis betaald worden. HOOFDSTUK VI. - Geldigheidsduur
Art. 7.Deze collectieve arbeidsovereenkomst wordt gesloten voor onbepaalde duur en treedt in werking vanaf 1 januari 2017. De Koning zal verzocht worden deze collectieve arbeidsovereenkomst algemeen bindend te verklaren. Ze vervangt de collectieve arbeidsovereenkomst van 21 september 2017 (nr. 141951) alsook de collectieve arbeidsovereenkomst van 15 december 2011 (nr. 108086).
Zij kan door één van de partijen worden opgezegd mits een opzeggingstermijn van zes maanden, betekend bij een ter post aangetekende brief gericht aan de voorzitter van het Paritair Comité voor het vervoer en de logistiek, en meer bepaald behorende tot de subsector voor de ondernemingen die voor rekening van derden verhuisactiviteiten uitoefenen.
Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 14 oktober 2018.
De Minister van Werk, K. PEETERS