gepubliceerd op 04 december 2001
Koninklijk besluit betreffende de toekenning van een toelage voor het gebruik van de Engelse taal of van andere vreemde talen aan de personeelsleden van het Belgisch Instituut voor postdiensten en telecommunicatie
14 NOVEMBER 2001. - Koninklijk besluit betreffende de toekenning van een toelage voor het gebruik van de Engelse taal of van andere vreemde talen aan de personeelsleden van het Belgisch Instituut voor postdiensten en telecommunicatie
ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.
Gelet op de wet van 16 maart 1954 betreffende de controle op sommige instellingen van openbaar nut, inzonderheid op artikel 11, § 1, gewijzigd bij de wet van 22 juli 1993;
Gelet op de wet van 21 maart 1991 betreffende de hervorming van sommige economische overheidsbedrijven, inzonderheid op de artikelen 71 en 73;
Gelet op het koninklijk besluit van 18 maart 1993 betreffende de toekenning van sommige voordelen aan het personeel van het Belgisch Instituut voor postdiensten en telecommunicatie, inzonderheid op artikel 3, 9°;
Gelet op het advies van de Inspecteur van Financiën, gegeven op 1 september 1997;
Gelet op de akkoordbevinding van de Minister van Ambtenarenzaken, gegeven op 3 maart 2000;
Gelet op de akkoordbevinding van de Minister van Begroting, gegeven op 30 maart 2000;
Gelet op het protocol van 8 februari 2001 van het Sectorcomité VIII;
Gelet op het advies 31.949/2/V van de Raad van State, gegeven op 10 september 2001;
Op de voordracht van Onze Minister van Telecommunicatie en Overheidsbedrijven en Participaties, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :
Artikel 1.Er wordt een maandelijkse toelage toegekend aan de personeelsleden van het Belgisch Instituut voor postdiensten en telecommunicatie, hierna te noemen "het Instituut", die voor de uitoefening van hun ambt het Engels of een andere, door de minister bevoegd voor postdiensten en telecommunicatie opgegeven taal, moeten gebruiken.
Art. 2.De in artikel 1 vermelde toelage wordt toegekend aan de ambtenaren die : 1° een attest bezitten waaruit de kennis van de taal blijkt;2° in dienstactiviteit zijn en wedde genieten.
Art. 3.§ 1. Het in artikel 2, 1°, bedoelde attest moet afgegeven zijn door een instelling die, overeenkomstig het ministerieel besluit van 13 september 1998 tot uitvoering van het koninklijk besluit van 13 september 1998 betreffende de opleiding van het personeel van het Belgisch Instituut voor postdiensten en telecommunicatie, voor de toekenning van een opleidingsverlof, erkende opleidingen verleent of die door het Instituut aangesteld werd om taalopleiding te verstrekken. § 2. De aanvaarde attesten, uitgereikt door de examencommissie van de Regie van Telegrafie en Telefonie overeenkomstig het koninklijk besluit van 21 maart 1978 betreffende de toekenning van een toelage voor het gebruik van zekere talen aan de personeelsleden van de Regie van Telegrafie en Telefonie, blijven geldig.
Art. 4.Het bedrag van de in artikel 1, bedoelde toelage is vastgesteld op duizend (1 000) BEF, gekoppeld aan het spilindexcijfer 138,01 en is onderworpen aan de mobiliteitsregeling die toepasselijk is op het rijkspersoneel.
De toelage wordt maandelijks samen met de wedde vereffend.
Art. 5.Artikel 3, 9°, van het koninklijk besluit van 18 maart 1993 betreffende de toekenning van sommige voordelen aan het personeel van het Belgisch Instituut voor postdiensten en telecommunicatie, wordt opgeheven.
Art. 6.Dit besluit treedt in werking op de eerste dag van de maand na die waarin het is bekendgemaakt het in het Belgisch Staatsblad is.
Art. 7.Onze Minister van Telecommunicatie en Overheidsbedrijven en Participaties is belast met de uitvoering van dit besluit.
Gegeven te Brussel, 14 november 2001.
ALBERT Van Koningswege : De Minister van Telecommunicatie en Overheidsbedrijven en Participaties, R. DAEMS