Etaamb.openjustice.be
Koninklijk Besluit van 14 november 2000
gepubliceerd op 06 december 2000

Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 23 maart 1999, gesloten in het Paritair Subcomité voor de exploitatie van bioscoopzalen, betreffende de oprichting van een "Sociaal Fonds voor de exploitatie van bioscoopzalen" en tot vaststelling van de statuten

bron
ministerie van tewerkstelling en arbeid
numac
2000012843
pub.
06/12/2000
prom.
14/11/2000
ELI
eli/besluit/2000/11/14/2000012843/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

14 NOVEMBER 2000. - Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 23 maart 1999, gesloten in het Paritair Subcomité voor de exploitatie van bioscoopzalen, betreffende de oprichting van een "Sociaal Fonds voor de exploitatie van bioscoopzalen" en tot vaststelling van de statuten (1)


ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op de wet van 7 januari 1958 betreffende de fondsen voor bestaanszekerheid, inzonderheid op artikel 2;

Gelet op de wet van 5 december 1968 betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités, inzonderheid op artikel 28;

Gelet op het verzoek van het Paritair Subcomité voor de exploitatie van bioscoopzalen;

Op de voordracht van Onze Minister van Werkgelegenheid, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :

Artikel 1.Algemeen verbindend wordt verklaard de als bijlage overgenomen collectieve arbeidsovereenkomst van 23 maart 1999, gesloten in het Paritair Subcomité voor de exploitatie van bioscoopzalen, betreffende de oprichting van een "Sociaal Fonds voor de exploitatie van bioscoopzalen" en tot vaststelling van de statuten.

Art. 2.Onze Minister van Werkgelegenheid is belast met de uitvoering van dit besluit.

Gegeven te Brussel, 14 november 2000.

ALBERT Van Koningswege : De Minister van Werkgelegenheid, Mevr. L. ONKELINX _______ Nota (1) Verwijzingen naar het Belgisch Staatsblad : Wet van 7 januari 1958, Belgisch Staatsblad van 7 februari 1958; Wet van 5 december 1968, Belgisch Staatsblad van 15 januari 1969.

Bijlage Paritair Subcomité voor de exploitatie van bioscoopzalen Collectieve arbeidsovereenkomst van 23 maart 1999 Oprichting van een "Sociaal Fonds voor de exploitatie van bioscoopzalen" en tot vaststelling van de statuten (Overeenkomst geregistreerd op 22 juni 1999 onder het nummer 51017/CO/303.03)

Artikel 1.Deze collectieve arbeidsovereenkomst is van toepassing op de werkgevers en de werknemers die vallen onder het Paritair Subcomité voor de exploitatie van bioscoopzalen.

Onder "werknemers" verstaat men : het mannelijk en vrouwelijk werklieden- en bediendenpersoneel.

Art. 2.De oprichting en de vaststelling van de statuten van het fonds voor bestaanszekerheid, "Sociaal Fonds voor de exploitatie van bioscoopzalen" genaamd, worden vastgelegd zoals opgenomen in de bijlage aan deze collectieve arbeidsovereenkomst.

Art. 3.Deze collectieve arbeidsovereenkomst samen met de statuten van het "Sociaal Fonds voor de exploitatie van bioscoopzalen" in bijlage heeft uitwerking met ingang van 1 januari 1999.

Zij wordt gesloten voor een onbepaalde duur en kan opgezegd worden door één van de ondertekende partijen met een vooropzeg van zes maanden, betekend bij een ter post aangetekende brief gericht aan de voorzitter van het Paritair Subcomité voor de exploitatie van bioscoopzalen en aan de organisaties die er in vertegenwoordigd zijn.

Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 14 november 2000.

De Minister van Werkgelegenheid, Mevr. L. ONKELINX

Bijlage bij de collectieve arbeidsovereenkomst van 23 maart 1999, gesloten in het Paritair Comité voor de exploitatie van bioscoopzalen, betreffende de oprichting van een "Sociaal Fonds voor de exploitatie van bioscoopzalen" en tot vaststelling van de statuten Statuten HOOFDSTUK I. - Benaming, zetel en doel

Artikel 1.Er wordt met ingang vanaf 1 januari 1999 een fonds voor bestaanszekerheid opgericht onder de benaming "Sociaal Fonds voor de exploitatie van bioscoopzalen", hierna genoemd het "Fonds".

Art. 2.De maatschappelijke zetel van het fonds is gevestigd te 1140 Brussel in de L. Mommaertslaan 10-12 en vanaf 1 mei 1999 in de Koningsstraat nr. 241 te 1210 Brussel.

Het kan bij beslissing van het Paritair Subcomité voor de exploitatie van bioscoopzalen overgebracht worden naar elke andere plaats in België.

Art. 3.Het fonds heeft tot doel : 1. het innen van de bijdragen, nodig voor zijn werking;2. het verzekeren van de betaling van een sociaal voordeel aan de werknemers die aangesloten zijn bij een erkende werknemersorganisatie die vertegenwoordigd is in het Paritair Subcomité voor de exploitatie van bioscoopzalen, waarvan het bedrag en betalingsmodaliteiten worden vastgelegd bij collectieve arbeidsovereenkomst gesloten in het Paritair Subcomité voor de exploitatie van bioscoopzalen;3. het vaststellen van de aard, de omvang en de toekenningsvoorwaarden van tegemoetkoming in de kosten voor beroeps-, vakbonds- en economische vorming van werknemers en het toekennen van andere sociale voordelen aan de werknemers;4. het bevorderen en de financiering van tewerkstellings- en/of opleidingsinitiatieven, onder meer ten behoeve van risicogroepen die zijn of kunnen aangeworven worden in de sector.Het fonds heeft inzonderheid als taak de daartoe door de Rijksdienst voor sociale zekerheid geïnde bijdragen te ontvangen, te beheren en toe te wijzen voor de doeleinden waarvoor ze bestemd zijn. HOOFDSTUK II. - Toepassingsgebied

Art. 4.Deze statuten zijn van toepassing : op alle werkgevers en werknemers die onder de bevoegdheid vallen van het Paritair Subcomité voor de exploitatie van bioscoopzalen. HOOFDSTUK III. - Beheer

Art. 5.Het fonds wordt beheerd door een raad van beheer, paritair samengesteld uit vier werkgevers- en vier werknemersvertegenwoordigers.

De leden van de raad van beheer worden aangewezen door het Paritair Subcomité voor de exploitatie van bioscoopzalen onder de effectieve of plaatsvervangende leden van dit comité.

Hun mandaat eindigt wanneer zij ophouden lid te zijn van het paritair comité.

In dit geval worden zij vervangen door een lid van het paritair comité, behorend tot dezelfde groep als het lid van wie het mandaat een einde nam.

Art. 6.Om de drie jaar, duidt de raad van beheer van het fonds in zijn midden, een voorzitter en ondervoorzitter aan waarbij één van de mandaten wordt toegekend aan de werkgeversorganisaties en één aan de werknemersorganisaties.

Deze mandaten zijn herkiesbaar.

Art. 7.De raad van beheer vergadert op bijeenroeping van de voorzitter. De voorzitter is er toe gehouden, de raad bijeen te roepen ten minste éénmaal per jaar en telkens wanneer tenminste twee leden van de raad van beheer erom verzoeken. De oproepingen vermelden de agenda.

De voorzitter zorgt er voor dat de notulen van de vergaderingen worden opgesteld en ondertekent ze. Uittreksels uit deze verslagen worden ondertekend door de voorzitter of door twee beheerders.

De beslissingen worden genomen bij eenparigheid van stemmen van de aanwezige leden.

De stemming is geldig op voorwaarde dat eraan deelgenomen wordt door tenminste vier leden waarvan twee leden behoren tot de werknemersorganisaties en twee leden tot de werkgeversorganisaties.

Er kan slechts gestemd worden over de punten die bij de oproeping op de dagorde zijn vermeld.

Art. 8.De raad van beheer heeft tot opdracht het fonds te beheren en alle maatregelen te treffen welke nodig blijken voor zijn goede werking.

Hij bezit de meest uitgebreide machten voor het beheren en het besturen van het fonds. De raad van beheer stelt de vertegenwoordiging van het fonds vast.

De beheerders zijn slechts verantwoordelijk voor de uitvoering van hun mandaat en zij gaan, ten opzichte van de verbintenissen van het fonds, geen enkele persoonlijke verplichting aan ingevolge hun beheer. HOOFDSTUK IV. - Financiering

Art. 9.Het fonds beschikt over de bijdragen verschuldigd door de in artikel 4 bedoelde werkgevers.

Art. 10.De bijdragen worden vastgesteld bij collectieve arbeidsovereenkomst gesloten in het Paritair Subcomité voor de exploitatie van bioscoopzalen.

Art. 11.De bijdragen worden geïnd en ingevorderd door het fonds of door de Rijksdienst voor Sociale Zekerheid. HOOFDSTUK V. - Begroting en rekeningen

Art. 12.Het dienstjaar neemt een aanvang op 1 januari en sluit op 31 december.

Art. 13.Op 31 maart worden de rekeningen van het afgelopen dienstjaar afgesloten.

De raad van beheer evenals de revisoren of accountants aangewezen door het Paritair Subcomité voor de exploitatie van bioscoopzalen, bij toepassing van artikel 12 van de wet van 7 januari 1958 betreffende de Fondsen voor bestaanszekerheid, brengen jaarlijks ieder een schriftelijk verslag uit over hun opdracht tijdens het afgelopen dienstjaar.

De balans en de schriftelijke jaarlijkse verslagen vermeld in dit artikel dienen uiterlijk tijdens de maand juni aan het Paritair Subcomité voor de exploitatie van bioscoopzalen ter goedkeuring te worden voorgelegd. HOOFDSTUK VI. - Ontbinding en vereffening

Art. 14.Het fonds kan op ieder ogenblik, bij eenparige beslissing van het Paritair Subcomité voor de exploitatie van bioscoopzalen, ontbonden worden.

Het paritair subcomité wijst de vereffenaars aan en bepaalt hun machten en vergoedingen. Na aanzuivering van het eventueel passief zal het saldo, na de ontbinding, slechts mogen aangewend worden overeenkomstig het doel waarvoor het ontbonden fonds werd opgericht.

Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 14 november 2000.

De Minister van Werkgelegenheid, Mevr. L. ONKELINX

^