gepubliceerd op 14 juni 2000
Koninklijk besluit tot verhoging van het gewaarborgd minimumbedrag van het rust- en overlevingspensioen voor werknemers
14 MEI 2000. - Koninklijk besluit tot verhoging van het gewaarborgd minimumbedrag van het rust- en overlevingspensioen voor werknemers
ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.
Gelet op de wet van 8 augustus 1980 betreffende de budgettaire voorstellen 1979-1980, inzonderheid op de artikelen 152 en 153, gewijzigd bij de wetten van 10 februari 1981 en 15 mei 1984;
Gelet op de herstelwet van 10 februari 1981 inzake de pensioenen van de sociale sector, inzonderheid op de artikelen 33 en 34;
Gelet op : - het koninklijk besluit van 19 oktober 1988, tot verhoging van het gewaarborgd minimumbedrag van het rust- en overlevingspensioen voor werknemers; - het koninklijk besluit van 12 oktober 1989, tot verhoging van het gewaarborgd minimumbedrag van het rust- en overlevingspensioen voor werknemers; - het koninklijk besluit van 6 maart 1991, tot verhoging van het gewaarborgd minimumbedrag van het rust- en overlevingspensioen voor werknemers; - het koninklijk besluit van 5 april 1994, tot verhoging van het gewaarborgd minimumbedrag van het rust- en overlevingspensioen voor werknemers; - het koninklijk besluit van 7 april 1995, tot verhoging van het gewaarborgd minimumbedrag van het rust- en overlevingspensioen voor werknemers;
Gelet op het advies van het Beheerscomité van de Rijksdienst voor pensioenen, gegeven op 20 december 1999;
Gelet op het advies van de inspecteur van financiën, gegeven op 14 februari 2000;
Gelet op de akkoordbevinding van de Minister van Begroting van 3 maart 2000;
Gelet op het besluit van de Ministerraad van 22 maart 2000, over het verzoek om advies door de Raad van State binnen een termijn van een maand;
Gelet op het advies van de Raad van State, gegeven op 6 april 2000, met toepassing van artikel 84, eerste lid, 1°, van de gecoördineerde wetten op de Raad van State;
Op de voordracht van Onze Minister van Sociale Zaken en Pensioenen en op het advies van Onze in Raad vergaderde Ministers, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :
Artikel 1.De bedragen van 214 644 BEF en van 171 765 BEF vermeld in artikel 152 van de wet van 8 augustus 1980 betreffende de budgettaire voorstellen 1979-1980, en het in artikel 153 van dezelfde wet vermelde bedrag van 168 881 BEF worden vervangen door respectievelijk de bedragen van 242 643, 194 179 en 191 010 BEF.
Art. 2.Voor de toepassing van de bepalingen van dit besluit wordt geen rekening gehouden met de bepalingen bedoeld in artikel 1, §§ 2 en 3, van het koninklijk besluit van 17 februari 1981 tot uitvoering van de artikelen 33 en 34 van de herstelwet van 10 februari 1981 inzake pensioenen van de sociale sector, wanneer het bedrag van het pensioen op 30 juni 2000 overeenstemt met ten minste het gewaarborgd minimumbedrag bedoeld in de artikelen 152 en 153 van voornoemde wet van 8 augustus 1980, zoals het vóór de verhoging ervan bij dit besluit was vastgesteld, vermenigvuldigd met de breuk die als basis diende voor de berekening van dat pensioen.
Art. 3.De Rijksdienst voor pensioenen past de bedragen van de pensioenen aan de in dit besluit bepaalde verhoging aan.
Art. 4.Worden opgeheven : 1° het koninklijk besluit van 19 oktober 1988, tot verhoging van het gewaarborgd minimumbedrag van het rust- en overlevingspensioen voor werknemers;2° het koninklijk besluit van 12 oktober 1989, tot verhoging van het gewaarborgd minimumbedrag van het rust- en overlevingspensioen voor werknemers;3° het koninklijk besluit van 6 maart 1991, tot verhoging van het gewaarborgd minimumbedrag van het rust- en overlevingspensioen voor werknemers;4° het koninklijk besluit van 5 april 1994, tot verhoging van het gewaarborgd minimumbedrag van het rust- en overlevingspensioen voor werknemers;5° het koninklijk besluit van 7 april 1995, tot verhoging van het gewaarborgd minimumbedrag van het rust- en overlevingspensioen voor werknemers.
Art. 5.Dit besluit treedt in werking op 1 juli 2000.
Art. 6.Onze Minister van Sociale Zaken en Pensioenen is belast met de uitvoering van dit besluit.
Gegeven te Brussel, 14 mei 2000.
ALBERT Van Koningswege : De Minister van Sociale Zaken en Pensioenen, F. VANDENBROUCKE