Etaamb.openjustice.be
Koninklijk Besluit van 14 mei 2000
gepubliceerd op 08 september 2000

Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 25 september 1997, gesloten in het Paritair Comité voor het vervoer, betreffende een verzekering van waarborg van inkomen ten voordele van het rijdend personeel van de ondernemingen van openbare autobusdiensten die werken in opdracht van de "Société Régionale Wallonne du Transport" (1)

bron
ministerie van tewerkstelling en arbeid
numac
2000012387
pub.
08/09/2000
prom.
14/05/2000
ELI
eli/besluit/2000/05/14/2000012387/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

14 MEI 2000. - Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 25 september 1997, gesloten in het Paritair Comité voor het vervoer, betreffende een verzekering van waarborg van inkomen ten voordele van het rijdend personeel van de ondernemingen van openbare autobusdiensten die werken in opdracht van de "Société Régionale Wallonne du Transport" (S.R.W.T.) (1)


ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op de wet van 5 december 1968 betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités, inzonderheid op artikel 28;

Gelet op het verzoek van het Paritair Comité voor het vervoer;

Op de voordracht van Onze Minister van Werkgelegenheid Hebben Wij besloten en besluiten Wij :

Artikel 1.Algemeen verbindend wordt verklaard de als bijlage overgenomen collectieve arbeidsovereenkomst van 25 september 1997, gesloten in het Paritair Comité voor het vervoer, betreffende een verzekering van waarborg van inkomen ten voordele van het rijdend personeel van de ondernemingen van openbare autobusdiensten die werken in opdracht van de "Société Régionale Wallonne du Transport" (S.R.W.T.).

Art. 2.Onze Minister van Werkgelegenheid is belast met de uitvoering van dit besluit.

Gegeven te Brussel, 14 mei 2000.

ALBERT Van Koningswege : De Minister van Werkgelegenheid, Mevr. L. ONKELINX _______ Nota (1) Verwijzing naar het Belgisch Staatsblad : Wet van 5 december 1968, Belgisch Staatsblad van 15 januari 1969. Bijlage Paritair Comité voor het vervoer Collectieve arbeidsovereenkomst van 25 september 1997 Verzekering van waarborg van inkomen ten voordele van het rijdend personeel van de ondernemingen van openbare autobusdiensten die werken in opdracht van de "Societé Régionale Wallonne du Transport (S.R.W.T.) (Overeenkomst geregistreerd op 15 december 1997 onder het nummer 46444/CO/140.01) HOOFDSTUK I. - Toepassingsgebied

Artikel 1.§ 1. Deze collectieve arbeidsovereenkomst is van toepassing op de werkgevers behorend tot de subsector van de openbare autobusdiensten die ressorteren onder het Paritair Comité voor het vervoer en die werken in opdracht van de "Société Régionale Wallonne du Transport" (S.R.W.T.) alsook op hun werklieden behorend tot de categorie van het rijdend personeel. § 2. Onder werklieden wordt verstaan de werklieden en werksters.

Onder "rijdend personeel" wordt bedoeld de werklieden die, rekening houdend met hun prestaties in het kader van het geregeld vervoer, recht hebben bezoldigd te zijn op het loon van het geregeld vervoer. § 3. Deze overeenkomst is van toepassing op de in paragraaf 1 bedoelde werklieden verbonden door een arbeidsovereenkomst van bepaalde duur, van onbepaalde duur of voor een duidelijk omschreven werk. HOOFDSTUK II. - Juridisch kader

Art. 2.Deze overeenkomst wordt gesloten in uitvoering van artikel 8, alinea 4, van de collectieve arbeidsovereenkomst van 15 mei 1997 houdende een tewerkstellingsakkoord in de subsector voor het gemeenschappelijk vervoer te land.

Art. 3.De verzekering van waarborg van inkomen geregeld door deze overeenkomst is het bestendig voordeel waarvan de waarde gelijk is aan 0,56 pct. van de jaarlijkse gemiddelde bruto loonmassa van een chauffeur. HOOFDSTUK III. - Begripsomschrijving

Art. 4.Onder "economische ongeschiktheid", wordt bedoeld de vermindering van de arbeidsgeschiktheid die werkelijk door de werkman ondergaan werd, rekening houdend met het uitgeoefend beroep en de herscholingsmogelijkheden in een beroepsbedrijvigheid die met zijn kennis en zijn bekwaamheid verenigbaar is.

Art. 5.Onder "fysiologische ongeschiktheid" wordt bedoeld een vermindering van de lichamelijke gaafheid van de werkman. De graad van fysiologische ongeschiktheid wordt geraamd op grond van de officiële belgische schaal tot vaststelling van de graad van invaliditeit of, bij ontstentenis, door een medische beslissing.

Art. 6.Onder "verzekerde", wordt bedoeld de werkman op wie de verzekering is gesloten en die voldoet aan de toetredingsvoorwaarden die vastgesteld zijn door deze overeenkomst.

Art. 7.Onder "ziekte" wordt bedoeld een wijziging in de gezondheid door een andere oorzaak dan een ongeval, erkend door een geneesheer die wettig gemachtigd is om zijn kunst uit te oefenen, hetzij in België, hetzij in het land waar de zieke zich bevindt op het ogenblik dat de ziekte wordt vastgesteld.

Art. 8.Onder "ongeval" wordt bedoeld een schielijk en abnormaal voorval dat rechtstreeks wordt veroorzaakt door de plotselinge werking van een uitwendige kracht, vreemd aan de wil van de werkman en met een lichamelijk letsel tot gevolg.

Art. 9.Onder "ongeval van het privé-leven" wordt bedoeld een ongeval dat niet overkomen is tijdens de uitoefening van de beroepsbezigheid, noch op de weg naar en van het werk, en dat niet ten laste wordt genomen door de wet op de werkongevallen of ongevallen op de weg van het werk.

Art. 10.Onder "wachttijd" wordt bedoeld de negentig eerste dagen van de periode van economische ongeschiktheid tengevolge een ziekte of een ongeval van het privé-leven. Hij gaat in op de datum die door de geneesheer als aanvangsdatum van de ongeschiktheid wordt aangeduid.

Art. 11.Onder "einde van de prestaties" wordt bedoeld het moment vanaf hetwelk de prestaties uitbetaald in uitvoering van de verzekeringspolis omschreven in toepassing van deze collectieve arbeidsovereenkomst niet meer verschuldigd zijn.

Art. 12.Onder "hervalling" wordt bedoeld de ongeschiktheid die zich voordoet binnen de 15 dagen na de herneming tengevolge van een eerste invaliditeitsperiode.

Wordt eveneens als hervalling beschouwd de nieuwe ongeschiktheidsperiode die zich voordoet na 15 dagen na de herneming na een eerste invaliditeitsperiode maar vóór de zestigste dag na deze herneming op voorwaarde dat de werkman het bewijs levert dat er werkelijk sprake is van hervallen onder dezelfde titel als de aanvankelijke ongeschiktheid.

Art. 13.Onder "voltijds tewerkgestelde werkman" wordt bedoeld de in artikel 1 van deze overeenkomst bedoelde werklieden die bij de werkgever voltijds tewerkgesteld zijn en die prestaties verrichten uitsluitend in het kader van de openbare autobusdiensten.

Art. 14.Onder "werklieden met gemengde prestaties" wordt bedoeld de in artikel 1 van deze overeenkomst bedoelde werklieden die bij de werkgever voltijds tewerkgesteld zijn en die prestaties verrichten zowel in het kader van de openbare autobusdiensten als in het kader van het bijzonder geregeld vervoer en/of van de occasionele diensten.

Art. 15.Onder "deeltijds tewerkgestelde werkman" wordt bedoeld de werklieden die deeltijds zijn tewerkgesteld en die uitsluitend prestaties verrichten in het kader van de openbare autobusdiensten. HOOFDSTUK IV. - Beginselen

Art. 16.De werkgevers moeten een verzekeringspolis "waarborg van inkomen" onderschrijven die aan de voorwaarden vastgesteld door deze overeenkomst beantwoorden ten gunste van : 1° de voltijds tewerkgestelde werklieden;2° de deeltijds tewerkgestelde werklieden;3° de werklieden met gemengde prestaties die aan de voorwaarden vastgesteld in artikel 17 beantwoorden.

Art. 17.Ten aanzien van de werklieden met gemengde prestaties moet de verzekeringspolis ze dekken vanaf : 1° 1 juli van een kalenderjaar indien zij minstens vierhonderd zesenvijftig uren effectief gepresteerd hebben in de openbare autobusdiensten tijdens de periode van 1 januari tot 30 juni van hetzelfde kalenderjaar;2° 1 januari van een kalenderjaar indien zij minstens vierhonderd zesenvijftig uren effectief gepresteerd hebben in de openbare autobusdiensten tijdens de periode van 1 juli tot 31 december van het vorige kalenderjaar.

Art. 18.Indien een proefbeding voorzien is in de arbeidsovereenkomst van de voltijds tewerkgestelde werkman, moet de verzekeringspolis hem dekken vanaf de eerste dag van de maand tijdens dewelke dit proefbeding een einde neemt.

Indien geen proefbeding in de overeenkomst is voorzien moet de verzekeringspolis de werkman dekken vanaf de datum van zijn indiensttreding.

Art. 19.Indien een proefbeding voorzien is in de arbeidsovereenkomst van de deeltijds tewerkgestelde werkman, moet de verzekeringspolis hem dekken vanaf de eerste dag van de maand tijdens dewelke dit proefbeding een einde neemt.

Indien geen proefbeding in de overeenkomst is voorzien moet de verzekeringspolis de werkman dekken vanaf de datum van zijn indiensttreding.

Art. 20.De verzekeringspolis moet uitwerking hebben met ingang vanaf 1 augustus 1997.

Ten aanzien van de op 1 augustus 1997 in dienst zijnde werklieden moet de verzekeringspolis alle ongeschiktheidperiodes dekken die een aanvang nemen vanaf 1 augustus 1997.

Ten aanzien van de werklieden met gemengde prestaties die op 1 augustus 1997 in dienst zijn is artikel 17, 1° van toepassing welwetend dat 1 juli 1997 door 1 augustus 1997 vervangen wordt. HOOFDSTUK V. - Verzekeringspremie

Art. 21.Voor de jaren 1997 en 1998 moet de verzekeringspremie vierduizend zeshonderd eenennegentig frank bedragen per jaar en per werkman die van de waarborg van inkomen voorzien door deze overeenkomst geniet.

Betreffende de deeltijds tewerkgestelde werklieden kan de verzekeringspolis voorzien dat de premie evenredig is aan hun wekelijkse arbeidsduur van deeltijdse arbeid.

Betreffende de werklieden gebonden door een overeenkomst van bepaalde duur of voor een duidelijk omschreven werk kan de verzekeringspolis voorzien dat de premie evenredig is aan de duur van hun tewerkstelling De verzekeringspolis kan de gedeeltelijke terugbetaling van de premie voorzien in het geval dat de werkman de onderneming verlaat.

De verzekeringspolis kan voorzien dat de verschuldigde premie ten gunste van de werkman die in dienst treedt in de loop van het jaar proportioneel is aan de looptijd van de dekking tijdens dit betrokken jaar.

Art. 22.De door de werkgever onderschreven verzekeringspolis moet alle in artikel 1 van deze overeenkomst bedoelde werklieden dekken vanaf de datum vastgesteld overeenkomstig de bepalingen van de artikelen 17 tot 19.

Art. 23.De verzekeringspolis kan de aanvaarding van de verzekering ten gunste van een in artikel 1 van deze collectieve arbeidsovereenkomst bedoelde werkman niet onderwerpen aan enig voorafgaandelijk medisch onderzoek van de werkman door een geneesheer.

Art. 24.Het behoud van de dekking door de verzekeringspolis ten gunste van de werklieden met gemengde prestaties voor dewelke het recht overeenkomstig de bepalingen van artikel 17 werd geopend is onderworpen aan de voorwaarde dat zij, in het kader van de openbare autobusdiensten, minstens zevenhonderd negenentwintig uren effectief gepresteerd hebben tijdens het vorige kalenderjaar. HOOFDSTUK VI. - Wachttijd

Art. 25.De door de werkgever onderschreven verzekeringspolis kan geen langere wachttijd voorzien dan deze vastgesteld door artikel 10 van deze collectieve arbeidsovereenkomst.

Art. 26.Ingeval van hervalling in de zin van artikel 12 van deze collectieve arbeidsovereenkomst wordt de eerste ongeschiktheid in aanmerking genomen voor de berekening van de wachttijd. HOOFDSTUK VII. - Invaliditeitsrente

Art. 27.Het einde van de prestaties voorzien door de verzekeringspolis onderschreven door de werkgever kan zich niet voordoen vóór de volgende gebeurtenissen : * de werkman bereikt de leeftijd van zestig jaar, deze gebeurtenis stelt een einde aan de uitbetaling van de invaliditeitsrente met betrekking tot de ongeschiktheidsperiode die loopt op het ogenblik dat de gebeurtenis zich voordoet; * het einde van de arbeidsovereenkomst die de werkgever en de werkman bindt; deze gebeurtenis stelt geen einde aan de uitbetaling van de invaliditeitsrente met betrekking tot de ongeschiktheidsperiode die loopt op het ogenblik dat de gebeurtenis zich voordoet; * de op brugpensioenstelling van de werkman; deze gebeurtenis stelt een einde aan de uitbetaling van de invaliditeitsrente met betrekking tot de ongeschiktheidsperiode die loopt op het ogenblik dat de gebeurtenis zich voordoet; * het overlijden van de werkman. Indien het overlijden plaatsvindt tijdens een ongeschiktheidsperiode voor dewelke de invaliditeitsrente voorzien door deze overeenkomst uitbetaald is, is de maandelijkse rente verschuldigd à rato van de verstreken dagen van de maand tijdens dewelke het overlijden plaatsvindt.

Art. 28.De door de werkgever onderschreven verzekeringspolis moet voorzien dat ingeval van economische ongeschiktheid tengevolge een ziekte of een ongeval van het privé-leven de werkman recht heeft op een invaliditeitsrente ten laste van de verzekeraar vanaf het einde van de wachttijd.

Art. 29.§ 1. De door de werkgever onderschreven verzekeringspolis moet een invaliditeitsrente voorzien die, voor de voltijds tewerkgestelde werklieden en de werklieden met gemengde prestaties, minstens honderd achtennegentigduizend zevenhonderd zesenvijftig frank per jaar bedraagt.

De verzekeringspolis moet voorzien dat de deeltijds tewerkgestelde werklieden recht hebben op de rente vastgesteld in de vorige alinea proportioneel aan hun wekelijkse deeltijdse arbeidsduur.

Ten aanzien van de deeltijds tewerkgestelde werklieden kan de verzekeringspolis voorzien dat er rekening wordt gehouden met hun wekelijkse arbeidsduur op de aanvangsdatum van hun dekking door de verzekeringspolis. In dit geval moet de verzekeringspolis de aanpassing van hun effectieve wekelijkse arbeidsduur minstens op de datum van de jaarlijkse vervaldatum van de premie voorzien. § 2. De door de werkgever onderschreven verzekeringspolis moet de volgende uitbetalingsmodaliteiten voorzien : 1° indien de rente voor een volledige kalendermaand verschuldigd is, is de uit te betalen rente gelijk aan één twaalfde van het bedrag voorzien door of krachtens paragraaf 1 van dit artikel;2° indien de rente niet voor de volledige kalendermaand verschuldigd is, is de rente uitbetaald voor alle kalenderdagen a rato van een driehonderd vijfenzestigste van de rente vastgesteld door of krachtens paragraaf 1 van dit artikel.

Art. 30.De door de werkgever onderschreven verzekeringspolis moet minstens voorzien dat : * de effectief toegekende rente gelijk is aan 100 pct. van de rente vastgesteld door of krachtens artikel 29 van deze overeenkomst indien de graad van economische ongeschiktheid groter of gelijk is aan 67 pct. * de effectief toegekende rente berekend wordt bij toepassing van de graad van economische ongeschiktheid op het bedrag van de rente verzekerd door of krachtens artikel 29 van deze collectieve arbeidsovereenkomst indien de graad van economische ongeschiktheid ten minste 25 pct. bedraagt en lager is dan 67 pct.

Art. 31.De verzekeringspolis moet voorzien dat de invaliditeitsrente vastgesteld door of krachtens artikel 29 van deze overeenkomst cumulatief verhoogd wordt met 2 pct. op 1 januari van ieder jaar. HOOFDSTUK VIII. - Uitsluitingen

Art. 32.De door de werkgever onderschreven verzekeringspolis kan voorzien dat de invaliditeitsrente in de volgende gevallen niet verschuldigd is : 1° Indien de aandoening of ongeschiktheid voor dewelke beroep wordt gedaan op de verzekering bestond op het ogenblik van de aansluiting van de werkman in het kader van deze overeenkomst; De verergering van de aandoening of van de ongeschiktheid wordt evenwel in aanmerking genomen voor de ziektegevallen wanneer de werkman sinds een voltooid jaar bij deze overeenkomst aangesloten is zonder gedurende deze periode een werkongeschiktheid te hebben opgelopen die voortvloeit uit de reeds bestaande oorzaak.

Wanneer de werkman van werkgever verandert zonder onderbreking van aansluiting op een verzekeringspolis onderschreven in uitvoering van deze overeenkomst wordt de uitsluitingsperiode wegens reeds betaande oorzaak berekend met ingang vanaf de aanvang van de eerste aansluitingsperiode; 2° Indien het gaat om een aandoening of ongeschiktheid welke door medisch onderzoek niet kan worden nagegaan;3° Indien het gaat om een aandoening of ongeschiktheid verbonden aan een zenuw- of geestesaandoening die geen objectieve symptomen vertoont waardoor de diagnose onbetwistbaar wordt;4° Indien het gaat om ziekte of ongevallen die zich voordoen wanneer de werkman zich onder de invloed van verdovingsmiddelen bevindt tenzij hij bewijst dat er geen oorzakelijk verband bestaat tussen de ziekte of het ongeval en deze omstandigheden;5° Indien de ziekte of de ongeschiktheid voortvloeit uit een opzettelijke daad van de werkman of uit een zelfmoordpoging;6° Indien de ziekte of de ongeschiktheid voortvloeit uit een oorlogsfeit waarbij de werkman in hoedanigheid van burger of van militair betrokken is;7° Indien de ziekte of het ongeval voortvloeit uit burgerlijke onlusten of oproer behalve wanneer de werkman er niet actief aan deelnam;8° Indien de ziekte of ongeschiktheid voortvloeit uit de rechtstreekse of onrechtstreekse uitwerking van de splitsing van een atoomkern en de kunstmatige versnelling van atoomdeeltjes;9° Indien de ziekte of ongeschiktheid voortvloeit uit de uitwerking van Röntgenstralen of van radio-isotopen.

Art. 33.De verzekeringspolis onderschreven door de werkgever in uitvoering van deze overeenkomst moet voorzien dat zij geldig is voor gans de wereld.

De polis kan evenwel voorzien dat buiten Europa de waarborg slechts verworven is wanneer het medisch toezicht zonder buitensporige kosten of moeilijkheden kan uitgeoefend worden. HOOFDSTUK IX. - Procedure bij een schadegeval

Art. 34.Binnen de 45 dagen te rekenen vanaf de aanvang van de ongeschiktheid dient de werkman bij de verzekeraar een schadeaangifte en een medisch attest in.

Binnen dezelfde termijn moet de werkman een afschrift van de schadeaangifte aan de werkgever overmaken.

Art. 35.Vanaf de aansluiting van de werkman in het kader van deze overeenkomst is de werkgever er toe gehouden hem minstens één formulier van schadeaangifte en één exemplaar van medisch attest bestemd voor de verzekering te overhandigen.

Art. 36.De door de werkgever onderschreven verzekeringspolis kan voorzien : 1° Het recht van de verzekeraar om op elk ogenblik de gezondheidstoestand van de werkman die het genot van de invaliditeitsrente aanvraagt te laten nagaan door een geneesheer. Deze controle kan plaatsvinden zowel tijdens de periode voor dewelke de invaliditeitsrente verschuldigd is als tijdens de wachttijd.

Indien de door de werkgever onderschreven verzekeringspolis deze controle voorziet, heeft de werkman die deze controle weigert geen recht, voor de bedoelde ongeschiktheidsperiode, op de invaliditeitsrente voorzien door deze overeenkomst; 2° De door de werkman verleende toestemming aan de behandelende dokters om alle inlichtingen aangaande zijn gezondheidstoestand te verstrekken aan de geneesheren van de verzekering. Indien de door de werkgever onderschreven verzekeringspolis deze toestemming bevat, heeft de werkman die deze toestemming weigert te geven geen recht, voor de bedoelde ongeschiktheidsperiode, op de invaliditeitsrente voorzien door deze overeenkomst.

Art. 37.De door de werkgever onderschreven verzekeringspolis moet een procedure van regeling van geschillen tussen geneesheren bevatten.

De procedure moet overeenstemmen met deze omschreven in deze overeenkomst.

Art. 38.Indien de behandelende geneesheren van de werkman en deze van de verzekeraar niet akkoord gaan omtrent de gezondheidstoestand van de werkman zullen de partijen een derde geneesheer kiezen die moet beslissen.

Indien de partijen over deze keuze geen akkoord bereikten zal de keuze overgelaten worden aan de Voorzitter van de Rechtbank van Eerste Aanleg van de woonplaats van de werkman.

De derde geneesheer zal onherroepelijk en in laatste instantie beslissen.

Art. 39.De door de werkgever onderschreven verzekeringspolis kan voorzien dat de kosten voor de aanduiding van de derde geneesheer en voor zijn erelonen door beide partijen, elk voor de helft, zullen worden gedragen. HOOFDSTUK X. - Evaluatie

Art. 40.Het beperkt comité bevoegd voor de subsector van het gemeenschappelijk vervoer te land en opgericht krachtens artikel 7 van de collectieve arbeidsovereenkomst van 22 mei 1995 houdende een sectoraal tewerkstellingsplan toepasselijk op de geregelde en speciale autobusdiensten en op de autocarondernemingen (registratienummer : 39095/CO/140.01.02.03) is belast met : * de evaluatie voortspruitend uit de artikelen 7 tot 10 van de collectieve arbeidsovereenkomst van 15 mei 1997 houdende een tewerkstellingsakkoord in de subsector voor het gemeenschappelijk vervoer te land (registratienummer : 44248/COB/140.01.02.03 en goedgekeurd door Mevr. de Minister van Tewerkstelling en Arbeid op 27 juni 1997); * de evaluatie van de concrete toepassing van deze overeenkomst en in het bijzonder van de bepalingen betreffende de dekkingsvoorwaarden door de verzekering voorzien door deze overeenkomst met betrekking tot de werklieden met gemengde prestaties; * de evaluatie van de wachttijd voorzien door deze overeenkomst met het oog op een eventuele vermindering van deze wachttijd; * de uitspraken betreffende alle geschillen voortspruitend uit de toepassing van deze overeenkomst. HOOFDSTUK XI. - Geldigheidsduur

Art. 41.Deze collectieve arbeidsovereenkomst heeft uitwerking met ingang van 1 augustus 1997.

Zij is gesloten voor een bepaalde duur van 17 maanden met een beding van stilzwijgende verlenging van 12 maanden.

Art. 42.Zij kan door iedere ondertekenende partij opgezegd worden mits betekening aan de voorzitter van het paritair comité bij een ter post aangetekende brief van een opzeggingstermijn van vier maanden.

Deze opzeggingstermijn moet op 31 december eindigen.

Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 14 mei 2000.

De Minister van Werkgelegenheid, Mevr. L. ONKELINX

^