Etaamb.openjustice.be
Koninklijk Besluit van 14 maart 2005
gepubliceerd op 23 maart 2005

Koninklijk besluit houdende uitvoering van artikel 29, § 4, van het koninklijk besluit nr. 50 van 24 oktober 1967 betreffende het rust- en overlevingspensioen voor werknemers

bron
federale overheidsdienst sociale zekerheid
numac
2005022253
pub.
23/03/2005
prom.
14/03/2005
ELI
eli/besluit/2005/03/14/2005022253/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

14 MAART 2005. - Koninklijk besluit houdende uitvoering van artikel 29, § 4, van het koninklijk besluit nr. 50 van 24 oktober 1967 betreffende het rust- en overlevingspensioen voor werknemers


ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op het koninklijk besluit nr. 50 van 24 oktober 1967 betreffende het rust- en overlevingspensioen voor werknemers, inzonderheid op artikel 29, § 4, vervangen bij het koninklijk besluit van 23 december 1996 bekrachtigd bij de wet van 13 juni 1997 tot bekrachtiging van de koninklijke besluiten genomen in uitvoering van de wet van 26 juli 1996 strekkende tot realisatie van de budgettaire voorwaarden tot deelname van België aan de Europese economische en monetaire unie, en de wet van 26 juli 1996 tot modernisering van de sociale zekerheid en tot vrijwaring van de leefbaarheid van de wettelijke pensioenstelsels;

Gelet op het advies van het Beheerscomité van de Rijksdienst voor pensioenen, gegeven op 28 juni 2004;

Gelet op het advies van de Inspecteur van Financiën, gegeven op 21 september 2004;

Gelet op de akkoordbevinding van Onze Minister van Begroting van 13 december 2004;

Gelet op advies nr. 38.093/1 van de Raad van State, gegeven op 10 februari 2005, met toepassing van artikel 84, § 1, eerste lid, 1°, van de gecoördineerde wetten op de Raad van State;

Op de voordracht van Onze Minister van Leefmilieu en van Pensioenen en op advies van Onze in Raad vergaderde Ministers, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :

Artikel 1.Een herwaardering van het maandelijks pensioenbedrag van 2 % wordt toegekend : 1° op 1 september 2005, aan de gerechtigden op een pensioen in de regeling voor werknemers dat daadwerkelijk en voor de eerste maal is ingegaan na 31 december 1996 en vóór 1 januari 1998;2° op 1 september 2006, aan de gerechtigden op een pensioen in de regeling voor werknemers dat daadwerkelijk en voor de eerste maal is ingegaan na 31 december 1997 en vóór 1 januari 2000. Wanneer het een overlevingspensioen betreft, is voor de toepassing van het voorgaande lid het in aanmerking te nemen ingangsjaar het jaar tijdens hetwelk het rustpensioen van de overleden echtgenoot daadwerkelijk en voor de eerste maal is ingegaan wanneer deze op het ogenblik van zijn overlijden dit pensioen genoot.

Art. 2.In geval van gelijktijdig genot van meerdere door de Rijksdienst voor pensioenen uitbetaalde werknemerspensioenen, volstaat het dat voor één van deze voldaan is aan de voorwaarden bedoeld in artikel 1 opdat het in hetzelfde artikel vermelde percentage zou toegepast worden op de bedragen van de werknemerspensioenen verschuldigd voor de betrokken maand, op voorwaarde dat deze bedragen betaalbaar zijn : 1° op 31 augustus 2005, voor de herwaardering op 1 september 2005 bedoeld in artikel 1, eerste lid, 1°;2° op 31 augustus 2006, voor de herwaardering op 1 september 2006 bedoeld in artikel 1, eerste lid, 2°. Indien de pensioenen die voldoen aan de voorwaarden bedoeld in artikel 1, eerste lid, 1°, op 1 januari 2002, 1 januari 2003 of 1 april 2004, ingevolge het gelijktijdig genot met één of meerdere pensioenen ingegaan vóór 1 januari 1997, al een verhoging van in totaal 2 % hebben gekregen, worden ze op 1 september 2005 niet verhoogd. Wanneer deze pensioenen ingevolge het gelijktijdig genot met één of meerdere pensioenen ingegaan vóór 1 januari 1993 enkel op 1 januari 2003 een verhoging van 1 % hebben gekregen, worden ze op 1 september 2005 met 1 % verhoogd zodat ze in totaal de herwaardering van 2 % krijgen.

Indien de pensioenen die voldoen aan de voorwaarden bedoeld in artikel 1, eerste lid, 2°, op 1 januari 2002, 1 januari 2003, 1 april 2004 of 1 september 2005, ingevolge het gelijktijdig genot met één of meerdere pensioenen ingegaan vóór 1 januari 1998, al een verhoging van in totaal 2 % hebben gekregen, worden ze op 1 september 2006 niet verhoogd. Wanneer deze pensioenen ingevolge het gelijktijdig genot met één of meerdere pensioenen ingegaan vóór 1 januari 1993 enkel op 1 januari 2003 een verhoging van 1 % hebben gekregen, worden ze op 1 september 2006 met 1 % verhoogd zodat ze in totaal de herwaardering van 2 % krijgen.

Art. 3.Onze Minister van Leefmilieu en van Pensioenen is belast met de uitvoering van dit besluit.

Gegeven te Brussel, 14 maart 2005.

ALBERT Van Koningswege : De Minister van Leefmilieu en van Pensioenen, B. TOBBACK

^