Etaamb.openjustice.be
Koninklijk Besluit van 14 maart 2003
gepubliceerd op 14 mei 2003

Koninklijk besluit betreffende de arbeidsduur van de werknemers tewerkgesteld aan vervoersactiviteiten van de ondernemingen die onder het Paritair Comité voor de stoffering en de houtbewerking ressorteren (1)

bron
federale overheidsdienst werkgelegenheid, arbeid en sociaal overleg
numac
2003200422
pub.
14/05/2003
prom.
14/03/2003
ELI
eli/besluit/2003/03/14/2003200422/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
links
Raad van State (chrono)
Document Qrcode

14 MAART 2003. - Koninklijk besluit betreffende de arbeidsduur van de werknemers tewerkgesteld aan vervoersactiviteiten van de ondernemingen die onder het Paritair Comité voor de stoffering en de houtbewerking (P.C. 126) ressorteren (1)


ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op de arbeidswet van 16 maart 1971, inzonderheid op artikel 19, derde lid, 2o;

Gelet op het verzoek van het Paritair Comité voor de stoffering en de houtbewerking;

Gelet op de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973, inzonderheid op artikel 3, § 1, vervangen door de wet van 4 juli 1989 en gewijzigd bij de wet van 4 augustus 1996;

Gelet op de dringende noodzakelijkheid;

Overwegende dat het past, om een betere organisatie van het werk toe te laten, de werkgevers en de werknemers tewerkgesteld aan vervoersactiviteiten van de ondernemingen die onder het Paritair Comité voor de stoffering en de houtbewerking ressorteren, onverwijld in te lichten over de wijze waarop de tijd gedurende welke het personeel ter beschikking is van de werkgever, bepaald wordt;

Op de voordracht van Onze Minister van Werkgelegenheid, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :

Artikel 1.Dit besluit is van toepassing op de werknemers tewerkgesteld aan vervoersactiviteiten van de ondernemingen die onder het Paritair Comité voor de stoffering en de houtbewerking ressorteren en op hun werkgevers.

Worden beschouwd als werknemers tewerkgesteld aan vervoersactiviteiten : de werklieden, bestuurders en begeleiders van vrachtwagens die in het bezit zijn van een rijbewijs van de categorie C en CE. Onder vervoersactiviteiten worden verstaan : het transporteren van goederen voor eigen rekening van de onderneming of voor rekening van ondernemingen van dezelfde groep, het laden en lossen van deze goederen, de administratieve handelingen met betrekking tot deze vervoersactiviteiten.

Art. 2.Worden voor de bepaling van de arbeidsduur niet als tijd beschouwd gedurende dewelke de werknemer tewerkgesteld aan vervoersactiviteiten ter beschikking staat van de werkgever, de volgende twee categorieën niet-productieve tijden : a) de overbruggingstijden : - de wachttijd die verband houdt met tol-, quarantaine- of medische aangelegenheden, wegcontroles, onderhoud en/of herstelling van het voertuig door een derde; - de tijd gedurende dewelke de werknemer aan boord of in de nabijheid van het voertuig blijft om de veiligheid van het voertuig of van de goederen te verzekeren of om de verkeersreglementen na te komen of de verkeersveiligheid te verzekeren en gedurende dewelke geen arbeid wordt verricht; - de meertijd die de werknemer nodig heeft om de afstand af te leggen van en naar de plaats waar het voertuig zich bevindt wanneer het niet op de gebruikelijke plaats is gestald; - de tijd die de tweede bestuurder of de begeleider doorbrengt op de slaapbank of in de slaapcabine tijdens het rijden. b) de werktijdonderbrekingen : - de door de EG-reglementering opgelegde verplichte onderbrekingen van de rijtijd; - de tijd besteed aan de eetmalen; - de tijd waarover de bestuurder of de begeleider zelf mag beschikken; - de tijd die de werknemer zichzelf toeëigent; - de dagelijkse rusttijden in de zin van de EG-reglementering; - de wachttijd en de tijd die niet aan het stuur wordt doorgebracht in een rijdend voertuig, op een veerboot of een trein.

Art. 3.Dit besluit treedt in werking de dag waarop het in het Belgisch Staatsblad wordt bekendgemaakt.

Art. 4.Onze Minister van Werkgelegenheid is belast met de uitvoering van dit besluit.

Gegeven te Brussel, 14 maart 2003.

ALBERT Van Koningswege : De Minister van Werkgelegenheid, Mevr. L. ONKELINX _______ Nota (1) Verwijzing naar het Belgisch Staatsblad : Wet van 16 maart 1971, Belgisch Staatsblad van 30 maart 1971.

^