gepubliceerd op 20 mei 2003
Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 4 juli 2001, gesloten in het Paritair Subcomité voor het koetswerk, betreffende de uurlonen
14 MAART 2003. - Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 4 juli 2001, gesloten in het Paritair Subcomité voor het koetswerk, betreffende de uurlonen (1)
ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.
Gelet op de wet van 5 december 1968 betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités, inzonderheid op artikel 28;
Gelet op het verzoek van het Paritair Subcomité voor het koetswerk;
Op de voordracht van Onze Minister van Werkgelegenheid, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :
Artikel 1.Algemeen verbindend wordt verklaard de als bijlage overgenomen collectieve arbeidsovereenkomst van 4 juli 2001, gesloten in het Paritair Subcomité voor het koetswerk, betreffende de uurlonen.
Art. 2.Onze Minister van Werkgelegenheid is belast met de uitvoering van dit besluit.
Gegeven te Brussel, 14 maart 2003.
ALBERT Van Koningswege : De Minister van Werkgelegenheid, Mevr. L. ONKELINX _______ Nota (1) Verwijzing naar het Belgisch Staatsblad : Wet van 5 december 1968, Belgisch Staatsblad van 15 januari 1969. Bijlage Paritair Subcomité voor het koetswerk Collectieve arbeidsovereenkomst van 4 juli 2001 Uurlonen (Overeenkomst geregistreerd op 19 december 2001 onder het nummer 60368/CO/149.02) HOOFDSTUK I. - Toepassingsgebied
Artikel 1.Deze collectieve arbeidsovereenkomst is van toepassing op de werkgevers, werklieden en werksters van de ondernemingen die ressorteren onder het Paritair Subcomité voor het koetswerk.
Voor de toepassing van deze collectieve arbeidsovereenkomst wordt onder "werklieden" verstaan : de werklieden en de werksters. HOOFDSTUK II. - Lonen 1. Meerderjarige werklieden 1.1. Minimumuurlonen
Art. 2.Het minimumuurloon van de hulpwerkman (spanning 100) wordt verhoogd met (regime 38,5 uur/week) : - 0,12 EUR op 1 juli 2001; - 0,07 EUR op 1 juli 2002; - 0,10 EUR op 1 oktober 2002.
Deze verhogingen schommelen voor de andere categorieën volgens de loonspanningen voorzien bij de collectieve arbeidsovereenkomst betreffende de loonvorming van 4 juli 2001.
Art. 3.Bijgevolg worden de minimumuurlonen als volgt vastgesteld : Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld 1.2. Werkelijk betaalde lonen
Art. 4.De aan de meerderjarige werklieden werkelijk betaalde uurlonen worden als volgt verhoogd (regime 38,5 uur/week) : - 0,12 EUR op 1 juli 2001; - 0,07 EUR op 1 juli 2002; - 0,10 EUR op 1 oktober 2002. 2. Minderjarige werklieden Art.5. Op de bedragen vermeld in de artikelen 2, 3 en 4 is het voor de minderjarige werklieden bepaald stelsel van degressiviteit van toepassing, overeenkomstig de bepalingen van de collectieve arbeidsovereenkomst betreffende de loonvorming van 4 juli 2001. 3. Koppeling van de lonen aan het indexcijfer van de consumptieprijzen Art.6. De minimumuurlonen en de werkelijk betaalde lonen van toepassing op 1 juli 2001 stemmen overeen met de indexaanpassing van 1 mei 2001 op basis van het referte-indexcijfer (april 2001) 107,10. Zij schommelen overeenkomstig de bepalingen van de collectieve arbeidsovereenkomst betreffende de loonvorming van 4 juli 2001 en de in voege zijnde wettelijke bepalingen. HOOFDSTUK III. - Geldigheid
Art. 7.Deze collectieve arbeidsovereenkomst heeft uitwerking met ingang van 1 januari 2001 en geldt voor een onbepaalde tijd.
Zij vervangt deze van 10 juni 1999, gesloten in het Paritair Subcomité voor het koetswerk, geregistreerd onder het nummer 55561/CO/149.02 op 15 september 2000.
Zij kan door één van de partijen worden opgezegd mits een opzeg van drie maanden betekend bij een ter post aangetekende brief, gericht aan de voorzitter van het Paritair Subcomité voor het koetswerk.
Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 14 maart 2003.
De Minister van Werkgelegenheid, Mevr. L. ONKELINX
Bijlage bij de collectieve arbeidsovereenkomst van 4 juli 2001 gesloten in het Paritair Subcomité voor het koetswerk betreffende de uurlonen Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 14 maart 2003.
De Minister van Werkgelegenheid, Mevr. L. ONKELINX