Etaamb.openjustice.be
Koninklijk Besluit van 14 maart 2002
gepubliceerd op 19 april 2002

Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 7 februari 2000, gesloten in het Paritair Subcomité voor de terugwinning van papier, betreffende de buitengewone bijdrage voor de vorming en opleiding van risicogroepen voor het jaar 2000 aan het "Sociaal Fonds voor de ondernemingen voor recuperatie van papier"

bron
ministerie van tewerkstelling en arbeid
numac
2002012434
pub.
19/04/2002
prom.
14/03/2002
ELI
eli/besluit/2002/03/14/2002012434/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

14 MAART 2002. - Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 7 februari 2000, gesloten in het Paritair Subcomité voor de terugwinning van papier, betreffende de buitengewone bijdrage voor de vorming en opleiding van risicogroepen voor het jaar 2000 aan het "Sociaal Fonds voor de ondernemingen voor recuperatie van papier" (1)


ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op de wet van 5 december 1968 betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités, inzonderheid op artikel 28;

Gelet op de collectieve arbeidsovereenkomst van 16 januari 1992, gesloten in het Paritair Subcomité voor de terugwinning van papier, houdende wijziging en coördinatie van de statuten van het "Sociaal Fonds voor de ondernemingen van recuperatie van papier", algemeen verbindend verklaard bij koninklijk besluit van 18 januari 1995, inzonderheid op artikel 24;

Gelet op het verzoek van het Paritair Subcomité voor de terugwinning van papier;

Op de voordracht van Onze Minister van Werkgelegenheid, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :

Artikel 1.Algemeen verbindend wordt verklaard de als bijlage overgenomen collectieve arbeidsovereenkomst van 7 februari 2000, gesloten in het Paritair Subcomité voor de terugwinning van papier, betreffende de buitengewone bijdrage voor de vorming en opleiding van risicogroepen voor het jaar 2000 aan het "Sociaal Fonds voor de ondernemingen voor recuperatie van papier".

Art. 2.Onze Minister van Werkgelegenheid is belast met de uitvoering van dit besluit.

Gegeven te Brussel, 14 maart 2002.

ALBERT Van Koningswege : De Minister van Werkgelegenheid, Mevr. L. ONKELINX _______ Nota (1) Verwijzingen naar het Belgisch Staatsblad : Wet van 5 december 1968, Belgisch Staatsblad van 15 januari 1969. Koninklijk besluit van 18 januari 1995, Belgisch Staatsblad van 20 april 1995.

Bijlage Paritair Subcomité voor de terugwinning van papier Collectieve arbeidsovereenkomst van 7 februari 2000 Buitengewone bijdrage voor de vorming en opleiding van risicogroepen voor het jaar 2000 aan het "Sociaal Fonds voor de ondernemingen voor recuperatie van papier" (Overeenkomst geregistreerd op 18 mei 2000 onder het nummer 54927/CO/142.03) HOOFDSTUK I. - Toepassingsgebied

Artikel 1.Deze collectieve arbeidsovereenkomst is van toepassing op de werkgevers, werklieden en werksters van de ondernemingen welke ressorteren onder het Paritair Subcomité voor de terugwinning van papier.

Deze annuleert de collectieve arbeidsovereenkomst van 7 april 1999. HOOFDSTUK II. - Buitengewone bijdrage

Art. 2.Overeenkomstig artikel 24 van de statuten van het "Sociaal Fonds voor de ondernemingen voor recuperatie van papier", vastgesteld bij de collectieve arbeidsovereenkomst van 16 januari 1992, gesloten in het Paritair Subcomité voor de terugwinning van papier, tot coördinatie van de statuten van het "Sociaal Fonds voor de ondernemingen voor recuperatie van papier", algemeen verbindend verklaard bij koninklijk besluit van 18 januari 1995, wordt een buitengewone bijdrage bepaald voor het jaar 2000.

Art. 3.Deze buitengewone bijdrage, verschuldigd door de bij artikel 5 van voormelde statuten bedoelde werkgevers, wordt vanaf 1 januari 2000 bepaald op 0,20 pct. van de onbegrensde brutolonen aan 108 pct., die voor de werklieden en werksters aan de Rijksdienst voor Sociale Zekerheid worden aangegeven en vanaf 1 juli 2000 op 0,40 pct.

Art. 4.De inning en de invordering van de bijdragen worden door de Rijksdienst voor Sociale Zekerheid verzekerd bij toepassing van artikel 7 van de wet van 7 januari 1958 betreffende de fondsen voor bestaanszekerheid.

Art. 5.De aldus door de Rijksdienst voor Sociale Zekerheid aan het fonds gestorte som is bestemd voor de uitkeringen voorzien door het artikel 4, § 1 en § 2 van het sectoraal akkoord 1999-2000 van 7 april 1999. HOOFDSTUK III. - Slotbepaling

Art. 6.Deze collectieve arbeidsovereenkomst heeft uitwerking met ingang van 1 januari 2000 en treedt buiten werking op 31 december 2000.

Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 14 maart 2002.

De Minister van Werkgelegenheid, Mevr. L. ONKELINX

^