14 JUNI 2007. - Koninklijk besluit houdende onteigening ten algemenen nutte met rechtspleging bij hoogdringende omstandigheden voor het leggen van een pijpleiding op het grondgebied van de gemeenten Kalmthout, Brasschaat en Schoten door Defensie

ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op de wet betreffende de rechtspleging bij hoogdringende omstandigheden inzake onteigening ten algemenen nutte, inzonderheid op artikel 5 van de wet van 26 juli 1962, betreffende de onteigeningen ten algemenen nutte en de concessies voor de bouw van de autosnelwegen;

Gelet op de wet van 8 juni 1949 houdende goedkeuring van het Noord-Atlantische verdrag, ondertekend op 4 april 1949, te Washington;

Gelet op het akkoord van de Ministerraad van 18 februari 2005 betreffende de delegatie voor het ondertekenen van een technisch samenwerkingsakkoord tussen België en Nederland voor de realisatie van de vernieuwing van de NAVO-pijpleiding tussen Pernis (NL) en Schoten (BE);

Gelet op het Technisch Akkoord tussen de Nederlandse Minister van Defensie en de Belgische Minister van Defensie betreffende de aanleg van een 10 duim pijpleiding tussen Pernis en Schoten ondertekend op 15 maart 2005;

Overwegende dat de NAVO (Noord-Atlantische Verdragsorganisatie), op grond van militaire noodzaak, beslist heeft om de pijpleiding van 8 duim tussen Pernis (NL) en Schoten te vervangen door een pijpleiding van 10 duim en daarom op het Internationaal Comité van 9 november 2004 kredieten ter beschikking van Nederland en België heeft gesteld in november 2004, met het oog op de realisatie van dit project op Nederlands en Belgisch grondgebied;

Overwegende dat de vernieuwing van de pijpleiding niet alleen leidt tot een verhoging van de capaciteit van het NAVO-pijpleidingennet, maar tevens een voorzorgsmaatregel is ter voorkoming van milieuschade, gelet op de leeftijd van de bestaande pijpleiding en de bodemerosie;

Overwegende dat België zich dient te schikken naar de verplichtingen die haar worden opgelegd door de NAVO, waarvan ze een lidstaat is;

Overwegende de milderende maatregelen van het Milieueffectenrapport, goedgekeurd door de Vlaamse overheid op 13 oktober 2006, die stellen dat de werken voor het vervangen van de pijpleiding bij voorkeur na de zomer dient te gebeuren;

Overwegende dat de aanleg van de nieuwe pijpleiding op Nederlands grondgebied reeds gestart is;

Overwegende dat de periode van buitendienststelling van de oude pijpleiding door NAVO werd vastgelegd op 3 maanden met ingang van 1e september 2007, opdat de nieuwe pijpleiding operationeel zou zijn tegen 30 november 2007;

Overwegende dat voor de aanleg van de nieuwe pijpleiding op Belgisch grondgebied het bestaande tracé maximaal wordt gevolgd, zodat het aantal te onteigenen percelen tot een minimum wordt herleid;

Overwegende dat op het grondgebied van de gemeenten Kalmthout, Brasschaat en Schoten van het bestaande tracé wordt afgeweken, op de plaatsen waar de nieuwe pijpleiding wordt aangelegd door middel van onderboringen;

Overwegende dat een werkzone van 9 meter breed vereist is voor de uitvoering van deze onderboringen en per boring een extra werkzone van 20 op 30 meter noodzakelijk is voor de tijdelijke boorinstallatie;

Overwegende de grondplannen van de door de Belgische Staat, aan te kopen of te onteigenen innemingen op het grondgebied van de gemeenten Kalmthout, Brasschaat en Schoten;

Overwegende dat de onmiddellijke inbezitneming van bovenbedoelde terreinen onontbeerlijk is om redenen van algemeen nut;

Op de voordracht van Onze Minister van Landsverdediging, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :

Artikel 1.Het algemeen nut vordert de onmiddellijke aankoop of onteigening van de innemingen nodig voor de aanleg en het behoud van de pijpleiding tussen Kalmthout en Schoten, op het grondgebied van de gemeenten Kalmthout, Brasschaat en Schoten zoals aangeduid op de grondplannen, toegevoegd aan dit besluit.

Art. 2.Te dien einde zal de bij artikel 5 van de wet van 26 juli 1962 betreffende de onteigeningen ten algemenen nutte en de concessies voor de bouw van autosnelwegen, voorziene rechtspleging bij hoogdringende omstandigheden worden toegepast.

Art. 3.Onze Minister van Landsverdediging is belast met de uitvoering van dit besluit.

Gegeven te Brussel, 14 juni 2007.

ALBERT Van Koningswege : De Minister van Landsverdediging, A. FLAHAUT

Bijlage aan het koninklijk besluit van 14 juni 2007 betreffende de onteigening ten algemenen nutte met rechtspleging bij hoogdringende omstandigheden voor het leggen van een pijpleiding op het grondgebied van de gemeenten Kalmthout, Brasschaat en Schoten door Defensie.

LEGENDE Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld