gepubliceerd op 30 juni 2005
Koninklijk besluit betreffende de rentemarkt
14 JUNI 2005. - Koninklijk besluit betreffende de rentemarkt
ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.
Gelet op de besluitwet van 18 mei 1945 houdende oprichting van een Rentenfonds, inzonderheid op artikel 2, gewijzigd bij de wetten van 22 juli 1991, 23 december 1994 en 2 augustus 2002, en bij het koninklijk besluit van 13 juli 2001;
Gelet op de wet van 2 augustus 2002 betreffende het toezicht op de financiële sector en de financiële diensten, inzonderheid op artikel 14;
Gelet op het ministerieel besluit van 26 augustus 2002 tot vaststelling van het reglement van de beursmarkt in renten;
Overwegende de richtlijn 2001/34/EG van het Europees Parlement en de Raad van 28 mei 2001 betreffende de toelating van effecten tot de officiële notering aan een effectenbeurs en de informatie die over deze effecten moet worden gepubliceerd, gewijzigd bij de richtlijn 2003/6/CE van het Europees Parlement en de Raad van 28 januari 2003;
Overwegende dat artikel 140, § 3, 1° van voormelde wet van 2 augustus 2002 artikel 22 opgeheven heeft van de wet van 6 april 1995 inzake het statuut van en het toezicht op de beleggingsondernemingen, de bemiddelaars en beleggingsadviseurs, krachtens hetwelk voormeld ministerieel besluit van 26 augustus 2002 getroffen werd;
Overwegende dat artikel 14 van voormelde wet van 2 augustus 2002 de Koning voortaan machtigt om specifiek regels uit te werken met betrekking tot de verhandeling op de Belgische financiële markten van de financiële instrumenten die zijn uitgegeven of gewaarborgd door de Staat of Belgische openbare instanties;
Overwegende bovendien dat artikel 3 van voormeld ministerieel besluit van 26 augustus 2002 slechts in een fixing- en een bloksegment op de beursmarkt in renten voorziet;
Overwegende dat er een toenemende behoefte is om op de beursmarkt in renten ook een doorlopende handel te organiseren waarop liquiditeitsaanbrengers actief zouden zijn;
Overwegende dat het bijgevolg dringend noodzakelijk is dat de regels van voormeld ministerieel besluit van 26 augustus 2002 via dit besluit ingepast worden in het wettelijke kader van voormelde wet van 2 augustus 2002 en dat de renten ook in een doorlopende handel kunnen verhandeld worden;
Gelet op het advies van de Nationale Bank van België, gegeven op 5 oktober 2004;
Gelet op het advies van de Commissie voor het Bank-, Financie- en Assurantiewezen, gegeven op 20 oktober 2004;
Gelet op het advies 37.879/2 van de Raad van State, gegeven op 2 maart 2005;
Gelet op het advies van de Nationale Bank van Belgïe, gegeven op 24 april 2005;
Op de voordracht van Onze Minister van Financiën, Hebben Wij besloten en besluiten Wij : HOOFDSTUK I. - Definities
Artikel 1.In de zin van dit besluit wordt verstaan onder : 1° de wet : de wet van 2 augustus 2002 betreffende het toezicht op de financiële sector en de financiële diensten;2° rente : een financieel instrument uitgegeven of gewaarborgd door : 1) de federale Staat;2) de Gemeenschappen;3) de Gewesten;4) de Gemeenschapscommissies;5) de provincies;6) de gemeenten;7) de agglomeraties of federaties van Belgische gemeenten; 3° Euronext Brussels : Euronext Brussels N.V., een naamloze vennootschap naar Belgisch recht en erkend als marktonderneming overeenkomstig artikel 16 van de wet; 4° rentemarkt : de deelmarkt van de door Euronext Brussels ingerichte gereglementeerde markt waar renten worden verhandeld;5° marktregels : het geheel van regels van toepassing op de door Euronext Brussels ingerichte gereglementeerde markt, opgesteld overeenkomstig artikelen 4 en 5 van de wet;6° clearingregels : het geheel van regels die de organisatie en werking beheersen voor de verrekening van de transacties verricht op de door Euronext Brussels ingerichte gereglementeerde markt, zoals geïnterpreteerd en ten uitvoer gelegd door middel van instructies en mededelingen;7° lid : een persoon die door Euronext Brussels toegelaten is tot de rentemarkt;8° liquiditeitsaanbrenger : een lid dat er zich tegenover Euronext Brussels contractueel heeft toe verbonden om de liquiditeit van één of meerdere renten te bevorderen overeenkomstig de marktregels;9° bankwerkdag : iedere dag dat het Target-systeem (Trans-European Automated Real-time Gross Settlement Express Transfer System) operationeel is;10° gesplitste effecten : de effecten ontstaan uit de splitsing van lineaire obligaties overeenkomstig hoofdstuk VI van het koninklijk besluit van 16 oktober 1997 betreffende de lineaire obligaties;11° valutadag : de dag waarop een beurstransactie in een rente moet worden vereffend;12° zitting : periode gedurende dewelke een notering plaats kan vinden;13° Thesaurie : Administratie van de Thesaurie van de Federale Overheidsdienst Financiën;14° Rentenfonds : de zelfstandige openbare instelling ingesteld door de besluitwet van 18 mei 1945 houdende oprichting van een Rentenfonds. HOOFDSTUK II. - Algemene bepalingen
Art. 2.Behoudens afwijkende bepaling in dit besluit, worden de andere regels inzake de organisatie en de werking van de rentemarkt bepaald door de marktregels en de clearingregels.
Art. 3.Elke overeenkomst tot het aanbrengen van liquiditeit die specifiek betrekking heeft op de rentemarkt, evenals elke wijziging ervan dienen voorafgaandelijk voor advies voorgelegd te worden aan het Rentenfonds en aan de Thesaurie.
Art. 4.De Staat, de Gemeenschappen, de Gewesten, de Gemeenschapscommissies en het Rentenfonds kunnen rechtstreeks transacties in renten uitvoeren op de rentemarkt zonder lid te zijn.
Het Rentenfonds kan tussenkomen als liquiditeitsaanbrenger op de rentemarkt zonder lid van deze markt te zijn.
Euronext Brussels zorgt ervoor dat de in dit artikel bedoelde bevoegdheden kunnen worden uitgeoefend door aan de Staat, aan de Gemeenschappen en de Gewesten, aan de Gemeenschapscommissies en aan het Rentenfonds, op hun verzoek en tegen kostprijs, het nodige materieel en de nodige communicatiemiddelen te verschaffen.
Art. 5.Om de functies uit te oefenen die hij krachtens dit besluit, de marktregels of overeenkomsten tot het aanbrengen van liquiditeit worden toevertrouwd, heeft het Rentenfonds toegang tot alle informatie betreffende de orders die op de rentemarkt worden ingevoerd en de transacties die erop worden afgesloten. HOOFDSTUK III. - Toelating tot de notering en schrapping
Art. 6.De aanvraag tot opneming op de rentemarkt van renten van de federale Staat wordt gedaan door de Administrateur-generaal van de Thesaurie.
Elke aanvraag tot opneming in de notering wordt ondersteund door een prospectus voor zover dit vereist was of door elk ander beschrijvend document dat nuttig is voor de beoordeling van de toelatingsaanvraag.
Euronext Brussels stelt de CBFA in kennis van elke aanvraag tot toelating tot de notering.
Art. 7.Voor de renten van de federale Staat, beslist Euronext Brussels over de toelatingsaanvraag tot de notering binnen twee dagen volgend op de datum van ontvangst van de aanvraag.
De afwezigheid van een beslissing binnen deze termijn staat gelijk met een verwerping die ter kennis is gebracht van de uitgevende instelling.
Euronext Brussels kan een toelatingsaanvraag tot de notering van een rente enkel verwerpen indien ze van mening is dat de situatie van de uitgevende instelling dusdanig is dat een dergelijke toelating schade zou berokkenen aan de belangen van de beleggers.
Art. 8.Euronext Brussels deelt haar beslissing zo snel mogelijk mee aan de aanvrager.
De beslissing tot verwerping van de aanvraag vermeldt de redenen voor de verwerping en wordt verstuurd naar de aanvrager.
De aanvrager, de uitgevende instelling en de CBFA kunnen tegen de beslissing in beroep gaan bij het Hof van Beroep van Brussel overeenkomstig artikel 123 van de Wet van 2 augustus 2002. Het beroep moet binnen 30 dagen vanaf de datum van ontvangst van de kennisgeving van de beslissing worden ingesteld of bij gebrek aan kennisgeving, binnen 30 dagen na afloop van de toepasselijke termijnen.
Art. 9.Euronext Brussels kan op verzoek van de uitgevende instelling beslissen een rente te schrappen vóór haar vervaldag. HOOFDSTUK IV. - Verhandeling van renten Afdeling 1. - Prijs en verlopen intresten
Art. 10.Een rente wordt verhandeld tegen een koers die een percentage is van de nominale waarde van de effecten. Die koers brengt de verplichting mee voor de koper om aan de verkoper daarbij nog interesten te vergoeden, berekend overeenkomstig de artikels 13 tot 15 van dit hoofdstuk. Afdeling 2. - Levering
Art. 11.Renten moeten worden geleverd met alle op de valutadag van de transactie nog niet vervallen rechten en coupons aangehecht. Afdeling 3. - Prijsberekening van een transactie
Art. 12.Onverminderd de toepassing van de fiscale reglementering en van de regels met betrekking tot de makelaarslonen en andere beurskosten, wordt de prijs van een beurstransactie in renten berekend volgens de onderstaande formule : Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld
Art. 13.De verlopen interesten (I) die de koper bij de vereffening moet vergoeden, worden berekend volgens de volgende formule : Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld Indien de valutadag samenvalt met een vervaldag van interesten, behoudt de verkoper het voordeel van de interesten en worden geen verlopen interesten vergoed.
Art. 14.In afwijking van artikel 13 worden de verlopen interesten (I) die de koper bij de vereffening van transacties in lineaire obligaties met variabele rentevoet moet vergoeden, berekend volgens de volgende formule : Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld Indien de valutadag samenvalt met een vervaldag van interesten, behoudt de verkoper het voordeel van de interesten en worden geen verlopen interesten vergoed.
Art. 15.In afwijking van artikel 13 worden, bij transacties in renten die : a) ofwel de inkomsten kapitaliseren, b) ofwel gesplitste effecten zijn, c) ofwel uitgegeven zijn met een looptijd van meer dan één jaar en een actuarieel rendement hebben dat berekend wordt vanaf de dag van de uitgifte tot de eindvervaldag en dat meer dan 0,75 punt hoger is dan de nominale interestvoet op jaarbasis, de interesten te vergoeden door de koper op de valutadag - hierna genoemd de gelopen inkomsten - actuarieel berekend aan de hand van de volgende formule : Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld In de zin van dit artikel dient onder « jaren » het aantal volledige jaren verstaan te worden tussen de valutadag van de transactie (inbegrepen) en de vervaldag van de betreffende coupon, of naargelang het geval, de eindvervaldag (niet inbegrepen). Onder « fracties van een jaar » dient een breuk verstaan te worden waarbij de teller het exacte aantal dagen is tussen de valutadag van de transactie (inbegrepen) en de datum (D) die verkregen wordt door het voormelde aantal volledige jaren af te trekken van de vervaldag van de betreffende coupon of, naargelang het geval, van de eindvervaldag (niet inbegrepen) en de noemer staat voor het exacte aantal dagen tussen D (inbegrepen) en D min één jaar (niet inbegrepen) hetzij 365 of 366 dagen.
Deze regel is niet van toepassing op effecten met loten noch op effecten die onderworpen zijn aan een trekking.
Art. 16.Voor de renten uitgedrukt in euro wordt de transactieprijs bepaald met toepassing van de formule opgenomen in afgerond : - op de cent naar beneden indien de breuk van de cent aldus verkregen kleiner is dan 0,5 cent; - op de cent naar boven indien de breuk van de cent aldus verkregen gelijk is aan of groter is dan 0,5 cent.
Art. 17.Voor de renten uitgedrukt in Belgische frank worden de twee componenten van de som die voorkomt in de formule opgenomen in artikel 12 elk omgerekend in euro en vervolgens afzonderlijk afgerond - op de cent naar beneden indien de breuk van de cent aldus verkregen kleiner is dan 0,5 cent : - op de cent naar boven indien de breuk van de cent aldus verkregen gelijk is aan of groter is dan 0,5 cent. Afdeling 4 Toewijzing van renten tussen doorlopende handel en fixing
Art. 18.De toewijzing van renten tussen de doorlopende handel en de fixing wordt bepaald door Euronext Brussels in overleg met het Rentenfonds.
Een rente mag tot de doorlopende handel toegelaten worden als er, op het ogenblik van de toelating tot deze doorlopende handel, minstens twee liquiditeitsaanbrengers zijn. Indien op een gegeven ogenblik er slechts één liquiditeitsaanbrenger overblijft, kan de rente nog gedurende een termijn van maximum drie maanden doorlopende verhandeld worden, terwijl er een tweede liquiditeitsaanbrenger gezocht wordt.
Deze periode kan enkele verlengd worden met de goedkeuring van het Rentenfonds.
Een rente kan niet doorlopende verhandeld worden als er geen actieve liquiditeitsaanbrenger is. HOOFDSTUK V. - Specifieke werking van de fixing Afdeling 1. - Verhandelingszitting
Art. 19.Er wordt één zitting per beursdag gehouden.
Euronext Brussels kan echter in overleg met het Rentenfonds, voor de renten met een geringe liquiditeit, beslissen om slechts één zitting per week te organiseren. Afdeling 2. - Beursorders
Art. 20.Een lid mag per zitting, per rente en per cliënt of voor zijn eigen rekening, slechts één enkel order met dezelfde kenmerken plaatsen.
Voor de toepassing van dit artikel worden de orders waarvan alleen het bedrag of de vervaldatum verschillen, beschouwd als orders met dezelfde kenmerken.
Art. 21.De leden, de Staat, de Gemeenschappen en de Gewesten, de Gemeenschapscommissies alsook het Rentenfonds kunnen tijdens de invoerperiode, orders invoeren, wijzigen of annuleren.
Art. 22.Het aanvangs- en het sluitingsuur van de invoerperiode wordt bepaald door Euronext Brussels in overleg met het Rentenfonds. Afdeling 3. - Prijsbepalingsfase
Art. 23.De koers wordt vastgesteld door het Rentenfonds.
Art. 24.Bij ontstentenis van aankoop- en verkooporders of om technische redenen die eigen zijn aan de betrokken rente, kan het Rentenfonds beslissen geen koers vast te stellen.
Art. 25.Indien de markttoestand het rechtvaardigt, kan het Rentenfonds een indicatieve koers vaststellen. In dat geval heeft er geen enkele transactie plaats.
Art. 26.Enkel het Rentenfonds kan tijdens de prijsbepalingsfase, orders invoeren, wijzigen en annuleren in het raam van zijn regulerende opdracht, om de koers te bepalen en, in voorkomend geval, het bij de vastgestelde koers bestaande verschil tussen het bedrag van de vraag en het bedrag van het aanbod te verkleinen of weg te werken.
Het Rentenfonds verricht die invoeringen, wijzingen en schrappingen van orders zo snel mogelijk, en uiterlijk twee uur na het begin van de prijsbepalingsfase, behoudens technische onmogelijkheid.
Art. 27.Het Rentenfonds kan, in het raam van zijn regulerende opdracht, onvoorwaardelijk een order aan een gedeeltelijke uitvoering onderwerpen door het te verminderen tot het kleinste van de hiernavolgende bedragen : - 125.000 euro voor de renten uitgedrukt in euro of vijf miljoen Belgische frank voor de renten uitgedrukt in Belgische frank; - 1 per duizend van het in omloop zijnde nominaal kapitaal van de bewuste rente.
Indien de markttoestand het rechtvaardigt, kan het Rentenfonds een order aan een gedeeltelijke uitvoering onderwerpen door het te verminderen tot onder de voormelde drempels.
Art. 28.Op de fixing vindt geen verhandeling plaats tegen de laatste prijs. HOOFDSTUK VI. - Bijzondere regels betreffende lotenleningen Afdeling 1. - Specifiek verval van beursorders
Art. 29.Behoudens andersluidend beding van de cliënt, vervalt het beursorder in zodra het niet meer vereffend kan worden vóór een trekkingsdag.
Het vervalt eveneens wanneer het niet meer vereffend kan worden vóór de dag van onthechting van een ander recht dan een interestcoupon van de betreffende rente. Afdeling 2. - Onthechting van echten
Art. 30.De effecten met loten en de effecten die onderworpen zijn aan trekkingen worden « ex-trekkingsrecht » verhandeld zodra de valutadag samenvalt met of komt na de dag van de trekking. Afdeling 3. - Trekkingsrecht
Art. 31.De verkoper van effecten met loten of die onderworpen zijn aan trekkingen verhandeld « cum-trekking », die deze op de dag van de trekking of daarna levert, dient aan de koper een forfaitaire vergoeding te betalen, genaamd « trekkingsrecht ».
Het bedrag van het trekkingsrecht wordt volgens de onderstaande formule berekend : Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld Indien het bedrag vastgesteld volgens lid 2 lager is dan 0,3 p.c. van de nominale waarde van de verhandelde effecten, is de verkoper een trekkingsrecht verschuldigd dat minstens gelijk moet zijn aan 0,3 p.c. van die waarde.
Vóór het begin van iedere kalendermaand wordt een lijst van trekkingsrechten voor de trekkingen die die maand plaatsvinden, gepubliceerd in de koerslijst van Euronext Brussels. HOOFDSTUK VII. - Opheffingsbepaling
Art. 32.Het ministerieel besluit van 26 augustus 2002 tot vaststelling van het reglement van de beursmarkt in renten wordt opgeheven op de datum vastgesteld voor de inwerkingtreding van dit besluit. HOOFDSTUK VIII. - Inwerkingtreding
Art. 33.Dit besluit heeft uitwerking met ingang van 4 april 2005.
Art. 34.Onze Minister van Financiën is belast met de uitvoering van dit besluit.
Gegeven te Brussel, 14 juni 2005.
ALBERT Van Koningswege : De Minister van Financiën, D. REYNDERS