gepubliceerd op 05 oktober 1999
Koninklijk besluit waarbij een jaarlijkse statistiek van de geboorten wordt voorgeschreven
14 JUNI 1999. - Koninklijk besluit waarbij een jaarlijkse statistiek van de geboorten wordt voorgeschreven
ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.
Gelet op de wet van 4 juli 1962 betreffende de openbare statistiek, inzonderheid op de artikelen 1, gewijzigd bij de wet van 1 augustus 1985, 4, 16, gewijzigd bij de wet van 1 augustus 1985, en 24bis, ingevoegd bij de wet van 1 augustus 1985;
Gelet op het advies van de Hoge Raad voor de Statistiek gegeven op 21 oktober 1997;
Gelet op het advies van de Raad van State;
Op de voordracht van Onze Vice-Eerste Minister en Minister van Economie en van Onze Vice-Eerste Minister en Minister van Binnenlandse Zaken, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :
Artikel 1.Het Nationaal Instituut voor de Statistiek maakt een jaarlijkse statistiek op van de geboorten.
Art. 2.Deze statistiek wordt opgemaakt aan de hand van inlichtingen verzameld door middel van een geboorteformulier voor een levend geboren kind (stroken A, B, C, D) dat met het bij dit besluit gevoegde model I overeenstemt.
Art. 3.De gemeentebesturen zijn ertoe gehouden aan elke persoon die zich aanmeldt om aangifte te doen van de geboorte van een levend geboren kind die zich op hun grondgebied heeft voorgedaan, het bij artikel 2 voorgeschreven geboorteformulier voor een levend geboren kind te overhandigen.
Art. 4.De arts of vroedvrouw dient de stroken A, B en C in te vullen en te ondertekenen en de strook C onder gesloten omslag te steken.
Art. 5.De aangever is ertoe gehouden het door de arts of vroedvrouw ingevulde formulier zonder uitstel af te geven aan het gemeentebestuur van de plaats van geboorte.
Art. 6.Het gemeentebestuur vult strookD in en bewaart strook A. Het zendt de stroken B, C en D van de formulieren naar de verantwoordelijke artsen-ambtenaren van de gemeenschappen en de formulieren uit de gemeenten gelegen in het tweetalig gebied Brussel-Hoofdstad naar de verantwoordelijke arts-ambtenaar van de Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie, voor de 20ste van de maand volgend op deze waarop de geboorten betrekking hebben.
Art. 7.Enkel de verantwoordelijke arts-ambtenaar van de gemeenschap is gemachtig strook C te openen en te verwerken.
De verantwoordelijke artsen-ambtenaren van de gemeenschappen en van de Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie zenden de gecontroleerde gegevens van de stroken B en D en de individuele gegevens (zonder naam en adres) van strook C van het geboorteformulier voor een levend geboren kind naar het Nationaal Instituut voor de Statistiek.
Deze overzending gebeurt uiterlijk op 31 juli van het jaar dat volgt op datgene waar de gegevens betrekking op hebben.
Art. 8.De inlichtingen kunnen worden overgezonden door middel van een electronische drager of onder om het even welke andere vorm, op voorwaarde dat er alle gegevens van het formulier op dezelfde manier op worden weergegeven. Over technische details van de gegevensdrager is een voorafgaande overeenkomst vereist met het Nationaal Instituut voor de Statistiek.
Art. 9.De informatie die krachtens dit besluit wordt verzameld, mag later voor andere vormen van statistische en wetenschappelijke verwerking worden gebruikt, overeenkomstig de doelstellingen van de enquête.
Art. 10.De bijlagen bij dit besluit kunnen worden gewijzigd door de Minister die de statistiek onder zijn bevoegdheid heeft.
Art. 11.Het koninklijk besluit van 26 augustus 1966 waarbij jaarlijkse statistieken van de geboorten, sterfgevallen, huwelijken, echtscheidingen, erkenningen, wettigingen, aannemingen, immigratie en emigratie worden voorgeschreven, gewijzigd bij de koninklijke besluiten van 3 mei 1977, 20 oktober 1983 en 1 maart 1988 is opgeheven voor wat betreft de statistiek van de geboorten.
Art. 12.Dit besluit heeft uitwerking met ingang van 1 januari 1999.
Art. 13.Onze Vice-Eerste Minister en Minister van Economie en Onze Vice-Eerste Minister en Minister van Binnenlandse Zaken zijn, ieder wat hem betreft, belast met de uitvoering van dit besluit.
Gegeven te Brussel, 14 juni 1999.
ALBERT Van Koningswege : De Vice-Eerste Minister en Minister van Economie, E. DI RUPO De Vice-Eerste Minister en Minister van Binnenlandse Zaken, L. VAN DEN BOSSCHE Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld