gepubliceerd op 16 december 2022
Koninklijk besluit tot bepaling van de concrete invulling van het programma van de beperkte detentie en het elektronisch toezicht, bedoeld in artikel 42, tweede lid, van de wet van 17 mei 2006 betreffende de externe rechtspositie van de veroordeelden tot een vrijheidsstraf en de aan het slachtoffer toegekende rechten in het raam van de strafuitvoeringsmodaliteiten. - Duitse vertaling
FEDERALE OVERHEIDSDIENST JUSTITIE
14 JULI 2022. - Koninklijk besluit tot bepaling van de concrete invulling van het programma van de beperkte detentie en het elektronisch toezicht, bedoeld in artikel 42, tweede lid, van de
wet van 17 mei 2006Relevante gevonden documenten
type
wet
prom.
17/05/2006
pub.
16/06/2009
numac
2009000376
bron
federale overheidsdienst binnenlandse zaken
Wet betreffende de externe rechtspositie van de veroordeelden tot een vrijheidsstraf en de aan het slachtoffer toegekende rechten in het raam van de strafuitvoerings-modaliteiten. - Officieuze coördinatie in het Duits
type
wet
prom.
17/05/2006
pub.
15/06/2006
numac
2006009456
bron
federale overheidsdienst justitie
Wet betreffende de externe rechtspositie van de veroordeelden tot een vrijheidsstraf en de aan het slachtoffer toegekende rechten in het raam van de strafuitvoeringsmodaliteiten (2)
sluiten betreffende de externe rechtspositie van de veroordeelden tot een vrijheidsstraf en de aan het slachtoffer toegekende rechten in het raam van de strafuitvoeringsmodaliteiten. - Duitse vertaling
De hierna volgende tekst is de Duitse vertaling van het koninklijk besluit van 14 juli 2022 tot bepaling van de concrete invulling van het programma van de beperkte detentie en het elektronisch toezicht, bedoeld in artikel 42, tweede lid, van de
wet van 17 mei 2006Relevante gevonden documenten
type
wet
prom.
17/05/2006
pub.
16/06/2009
numac
2009000376
bron
federale overheidsdienst binnenlandse zaken
Wet betreffende de externe rechtspositie van de veroordeelden tot een vrijheidsstraf en de aan het slachtoffer toegekende rechten in het raam van de strafuitvoerings-modaliteiten. - Officieuze coördinatie in het Duits
type
wet
prom.
17/05/2006
pub.
15/06/2006
numac
2006009456
bron
federale overheidsdienst justitie
Wet betreffende de externe rechtspositie van de veroordeelden tot een vrijheidsstraf en de aan het slachtoffer toegekende rechten in het raam van de strafuitvoeringsmodaliteiten (2)
sluiten betreffende de externe rechtspositie van de veroordeelden tot een vrijheidsstraf en de aan het slachtoffer toegekende rechten in het raam van de strafuitvoeringsmodaliteiten (Belgisch Staatsblad van 9 augustus 2022).
Deze vertaling is opgemaakt door de Centrale dienst voor Duitse vertaling in Malmedy.
FÖDERALER ÖFFENTLICHER DIENST JUSTIZ 14. JULI 2022 - Königlicher Erlass zur Festlegung des konkreten Inhalts des Programms für die Haftlockerung und die elektronische Überwachung, erwähnt in Artikel 42 Absatz 2 des Gesetzes vom 17.Mai 2006 über die externe Rechtsstellung der zu einer Freiheitsstrafe verurteilten Personen und die dem Opfer im Rahmen der Strafvollstreckungsmodalitäten zuerkannten Rechte PHILIPPE, Konig der Belgier, Allen Gegenwartigen und Zukunftigen, Unser Gruß! Aufgrund des Artikels 108 der Verfassung;
Aufgrund des Gesetzes vom 17. Mai 2006 über die externe Rechtsstellung der zu einer Freiheitsstrafe verurteilten Personen und die dem Opfer im Rahmen der Strafvollstreckungsmodalitäten zuerkannten Rechte;
Aufgrund der Stellungnahme des Finanzinspektors vom 24. Januar 2022;
Aufgrund des Einverständnisses des Staatssekretärs für Haushalt vom 3.
Februar 2022;
Aufgrund der Konzertierung anlässlich der Interministeriellen Konferenz der Justizhäuser vom 8. Dezember 2021;
Aufgrund des Gutachtens Nr. 71.005/1 des Staatsrates vom 3. März 2022, abgegeben in Anwendung von Artikel 84 § 1 Absatz 1 Nr. 2 der koordinierten Gesetze über den Staatsrat;
Auf Vorschlag des Ministers der Justiz Haben Wir beschloßen und erlassen Wir: KAPITEL 1 - Bestimmung über die Haftlockerung Artikel 1 - § 1 - Gemäß Artikel 42 Absatz 2 des Gesetzes vom 17. Mai 2006 über die externe Rechtsstellung der zu einer Freiheitsstrafe verurteilten Personen und die dem Opfer im Rahmen der Strafvollstreckungsmodalitäten zuerkannten Rechte legt der zuständige Dienst der Gemeinschaften gemäß den nachstehend festgelegten Modalitäten den konkreten Inhalt des Programms, das den Stundenplan und die Standardanweisungen für die Haftlockerung umfasst, fest. § 2 - Im Stundenplan wird festgelegt, wann der Verurteilte im Gefängnis sein muss und wann der Verurteilte das Gefängnis verlassen muss.
Der Stundenplan wird vom zuständigen Dienst der Gemeinschaften nach Konzertierung mit dem Gefängnisdirektor unter Berücksichtigung des vom Strafvollstreckungsrichter oder Strafvollstreckungsgericht festgelegten Programms und gegebenenfalls der auferlegten individualisierten Bedingungen und des gewährten Hafturlaubs erstellt. § 3 - Die Standardanweisungen, die mit der Durchführung des Programms und dem konkreten Inhalt verbunden sind, enthalten mindestens Folgendes: - die Richtlinien des Direktors und des zuständigen Dienstes der Gemeinschaften, die zu befolgen sind, wenn der Stundenplan aufgrund von Problemen oder unvorhergesehenen Umständen nicht eingehalten werden kann, - die Angabe der Tatsache, dass der Gefängnisdirektor den Verurteilten an die Pflicht zur Einhaltung des Stundenplans erinnert, wenn eine Nichteinhaltung des Stundenplans festgestellt wird, und dass er den Strafvollstreckungsrichter oder das Strafvollstreckungsgericht, die Staatsanwaltschaft und den zuständigen Dienst der Gemeinschaften von dieser Nichteinhaltung in Kenntnis setzt. § 4 - Der zuständige Dienst der Gemeinschaften begleitet den Betreffenden und kontrolliert die Einhaltung des Programms und gegebenenfalls der individualisierten Bedingungen, die dem Betreffenden auferlegt wurden.
KAPITEL 2 - Bestimmung über die elektronische Überwachung Art. 2 - § 1 - Gemäß Artikel 42 Absatz 2 des Gesetzes vom 17. Mai 2006 über die externe Rechtsstellung der zu einer Freiheitsstrafe verurteilten Personen und die dem Opfer im Rahmen der Strafvollstreckungsmodalitäten zuerkannten Rechte legt der zuständige Dienst der Gemeinschaften gemäß den nachstehend festgelegten Modalitäten den konkreten Inhalt des Programms der elektronischen Überwachung, das den Stundenplan und die Standardanweisungen umfasst, fest. § 2 - Im Stundenplan wird festgelegt, wann der Verurteilte an der angegebenen Adresse anwesend sein muss, wann er dort abwesend sein muss, um Pflichttätigkeiten zur Durchführung des Programms nachzugehen, und wann er dort für freie Stunden abwesend sein darf.
Der Stundenplan wird vom zuständigen Dienst der Gemeinschaften unter Berücksichtigung des vom Strafvollstreckungsrichter oder Strafvollstreckungsgericht festgelegten Programms und gegebenenfalls der auferlegten individualisierten Bedingungen, der freien Stunden und des gewährten Hafturlaubs erstellt. § 3 - Die Standardanweisungen, die mit der Durchführung des Programms und dem konkreten Inhalt verbunden sind, enthalten mindestens Folgendes: - die Richtlinien des zuständigen Dienstes der Gemeinschaften, die bei der Anbringung, Nutzung und Entfernung des Überwachungsmaterials zu befolgen sind, - die Verpflichtung, den Stundenplan gemäß den Richtlinien des zuständigen Dienstes der Gemeinschaften einzuhalten. § 4 - Der zuständige Dienst der Gemeinschaften setzt den Strafvollstreckungsrichter oder das Strafvollstreckungsgericht und die Staatsanwaltschaft von der Nichteinhaltung des konkreten Inhalts der elektronischen Überwachung in Kenntnis. § 5 - Der zuständige Dienst der Gemeinschaften begleitet den Betreffenden und kontrolliert die Einhaltung des Programms und gegebenenfalls der individualisierten Bedingungen, die dem Betreffenden auferlegt wurden.
KAPITEL 3 - Schlussbestimmungen Art. 3 - Der Königliche Erlass vom 29. Januar 2007 zur Festlegung des konkreten Inhalts des Programms für die Haftlockerung und die elektronische Überwachung wird aufgehoben.
Art. 4 - Vorliegender Erlass tritt am 1. September 2022 in Kraft.
Art. 5 - Der für Justiz zuständige Minister ist mit der Ausführung des vorliegenden Erlasses beauftragt.
Gegeben zu Brüssel, den 14. Juli 2022 PHILIPPE Von Königs wegen: Der Minister der Justiz V. VAN QUICKENBORNE