Etaamb.openjustice.be
Koninklijk Besluit van 14 december 2006
gepubliceerd op 24 januari 2007

Koninklijk besluit houdende uitvoering van artikel 17bis van de wet op de ziekenhuizen, gecoördineerd op 7 augustus 1987, voor wat de functie van verpleegkundige-diensthoofd betreft

bron
federale overheidsdienst volksgezondheid, veiligheid van de voedselketen en leefmilieu
numac
2007022002
pub.
24/01/2007
prom.
14/12/2006
ELI
eli/besluit/2006/12/14/2007022002/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

14 DECEMBER 2006. - Koninklijk besluit houdende uitvoering van artikel 17bis van de wet op de ziekenhuizen, gecoördineerd op 7 augustus 1987, voor wat de functie van verpleegkundige-diensthoofd betreft


ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op de wet op de ziekenhuizen, gecoördineerd op 7 augustus 1987, inzonderheid op artikel 9quinquies, ingevoegd bij wet van 29 december 1990 en vernummerd bij het koninklijk besluit van 25 april 1997 en bij de wet van 25 januari 1999, op artikel 17bis, ingevoegd bij de wet van 29 december 1990 en gewijzigd bij de wet van 14 januari 2002 en op artikel 17sexies, ingevoegd bij wet van 29 december 1990;

Gelet op het advies van de Nationale Raad voor Vroedkunde van 30 augustus 2005;

Gelet op het advies van de Nationale Raad voor Ziekenhuisvoorzieningen van 12 januari 2006;

Gelet op het advies van de Nationale Raad voor Verpleegkunde van 20 juni 2006;

Gelet op het advies van de Inspecteur van Financiën van 24 juli 2006;

Gelet op het advies 41.242/3 van de Raad van State, gegeven op 19 september 2006 met toepassing van artikel 84, § 1, eerste lid, 1°, van de gecoördineerde wetten op de Raad van State;

Op de voordracht van Onze Minister van Volksgezondheid, Hebben Wij besloten en besluiten Wij : HOOFDSTUK I. - Algemene bepalingen

Artikel 1.§ 1. Het verpleegkundige-diensthoofd als bedoeld in artikel 17bis, 2°, van de wet op de ziekenhuizen, gecoördineerd op 7 augustus 1987, is verantwoordelijk voor de organisatie, de continuïteit en de kwaliteit van de verpleegkundige activiteit binnen zijn bevoegdheidsgebied, zoals omschreven in artikel 17bis, 2°, a) tot en met d), van dezelfde wet. § 2. Het verpleegkundige-diensthoofd werkt mee aan de uitbouw van het verpleegkundig beleid in het ziekenhuis en past dit toe binnen zijn bevoegdheidsgebied. § 3. Het verpleegkundige-diensthoofd kan belast worden met de opvolging en de evaluatie van de hoofdverpleegkundigen. § 4. Binnen de structuur van het verpleegkundig departement kan het verpleegkundige-diensthoofd één of meerdere taken of opdrachten hem toebedeeld toevertrouwen aan een hoofdverpleegkundige.

Art. 2.§ 1. Het verpleegkundige-diensthoofd is rechtstreeks hiërarchisch afhankelijk van het hoofd van het verpleegkundig departement, zoals bepaald in het organogram van het verpleegkundig departement. § 2. Het verpleegkundige-diensthoofd oefent ofwel een hiërarchische functie, ofwel een expertfunctie uit.

Art. 3.Om de integratie van de verpleegkundige activiteit in het geheel van de activiteit van het ziekenhuis te bevorderen binnen het kader van de zorg aan de patiënten, voert het verpleegkundige-diensthoofd zijn opdracht uit in nauw contact met de geneesheer-diensthoofd en de verantwoordelijken van de onderscheiden aspecten van de ziekenhuisactiviteiten binnen zijn bevoegdheidsgebied. HOOFDSTUK II. - Bijzondere activiteiten met betrekking tot de strategische visie van het ziekenhuis

Art. 4.§ 1. Het verpleegkundige-diensthoofd neemt, binnen zijn bevoegdheidsgebied, deel aan het omschrijven van de strategische visie van het verpleegkundig departement en ziet erop toe dat de verpleegkundige activiteit afgestemd is op deze strategische visie alsook op de maatschappelijke ontwikkelingen en verwachtingen. § 2. Hij is in het bijzonder verantwoordelijk voor : 1° het ontwikkelen, operationaliseren en opvolgen van het verpleegkundig beleid binnen zijn bevoegdheidsgebied in overeenstemming met de strategische visie van het ziekenhuis;2° het initiëren, sturen, begeleiden en evalueren van veranderingsprocessen;3° het initiëren, uitwerken en aanpassen van procedures en werkmethoden;4° het toezien op de uitvoering van wettelijk opgelegde registraties met betrekking tot verpleegkunde;5° het opvolgen en het toezien op de toepassing van relevante wetgeving en het informeren van de hoofdverpleegkundigen hierover. HOOFDSTUK III. - Bijzondere activiteiten met betrekking tot de zorg

Art. 5.§ 1. Het verpleegkundige-diensthoofd superviseert de organisatie, de coördinatie, het toezicht op en de evaluatie van de verpleegkundige activiteit binnen zijn bevoegdheidsgebied. § 2. Het verpleegkundige-diensthoofd faciliteert en controleert het werk van de hoofdverpleegkundigen voor wat betreft : 1° het bepalen van de doelstellingen door de hoofdverpleegkundigen in overleg met het hoofd van het verpleegkundig departement rekening houdend met het globaal verpleegkundig beleid binnen bet ziekenhuis;2° het door de hoofdverpleegkundigen aanbieden van een patiëntgerichte verpleegkundige zorgorganisatie, met bijzondere aandacht voor patiëntenrechten en ethiek;3° het door de hoofdverpleegkundigen bijsturen van de verpleegkundige zorgorganisatie binnen hun equipe volgens de behoeften van de patiënten en de vereiste zorg;4° de kwaliteit en de continuïteit van de verpleegkundige zorg. HOOFDSTUK IV. - Bijzondere activiteiten met betrekking tot het personeelsbeleid

Art. 6.§ 1. Het verpleegkundige-diensthoofd werkt samen met zijn leidinggevende teneinde over de vereiste personeelsomkadering te kunnen beschikken, zowel op kwalitatief als op kwantitatief vlak. § 2. In het bijzonder wordt hij belast met : 1° de opvolging van het beheer van de personeelsformatie alsook het adequaat inzetten van personeel door werkverdeling, dienstroosterplanning en verlofregeling;2° het leidinggeven aan de hoofdverpleegkundigen met het oog op het scheppen van een gunstig arbeidsklimaat dat aanzet tot effectieve samenwerking;3° de begeleiding van nieuwe hoofdverpleegkundigen;4° het ondersteunen, het toezicht en de evaluatie van de hoofdverpleegkundigen. HOOFDSTUK V. - Bijzondere activiteiten met betrekking tot het beheer van de middelen

Art. 7.§ 1. Het verpleegkundige-diensthoofd staat in voor het optimaal aanwenden van de middelen met het oog op een kwaliteitsvolle verpleegkundige patiëntenzorg. § 2. In het bijzonder is hij verantwoordelijk voor het lanceren van voorstellen met betrekking tot : 1° het beheer en de besteding van het budget van het verpleegkundig departement;2° het doeltreffend en doelmatig gebruik van de beschikbare goederen en ruimten door de hoofdverpleegkundigen. § 3. Het verpleegkundige-diensthoofd brengt advies uit over de aanschaf van nieuwe hulpmiddelen en de bouw en renovatie van het ziekenhuis voor zover het een weerslag heeft op de verpleegkundige zorg. § 4. Het verpleegkundige-diensthoofd werkt mee aan de financiële en economische evaluatie van het verpleegkundig departement, in het bijzonder met betrekking tot : 1° de opvolging van het budget en de uitgaven binnen zijn bevoegdheidsgebied;2° de analyse van het gebruik van uitrusting en materiaal, alsook de weerslag, hiervan op de kwaliteit van de verpleegkundige zorg enerzijds, en op de kostprijs, anderzijds, met het oog op een efficiënt beheer van het verpleegkundig departement. HOOFDSTUK VI. - Bijzondere activiteiten met betrekking tot de opleiding en de ontwikkeling

Art. 8.§ 1. Het verpleegkundige-diensthoofd ziet erop toe dat de hoofdverpleegkundigen hun capaciteiten voldoende kunnen ontwikkelen via coaching en permanente vorming zodat zij over de nodige kennis en vaardigheden beschikken alsook over de nodige motivatie om het gewenste kwaliteitsniveau op peil te houden. § 2. Om dit mogelijk te maken, neemt hij volgende initiatieven : 1° inventariseren van de nood aan vorming bij de hoofdverpleegkundigen waarvoor hij verantwoordelijk is;2° stimuleren van de hoofdverpleegkundigen tot het volgen van een vorming;3° toezien op en coördineren van de vorming van de hoofdverpleegkundigen;4° ondersteunen van de loopbaanontwikkeling van de hoofdverpleegkundigen;5° zelf deelnemen aan permanente vorming. HOOFDSTUK VII. - Bijzondere activiteiten met betrekking tot de communicatie en het overleg

Art. 9.§ 1. Het verpleegkundige-diensthoofd staat in voor de communicatie betreffende zijn bevoegdheidsgebied, de informatiedoorstroming en het overleg zowel intern als extern. § 2. Meer in het bijzonder heeft het verpleegkundige-diensthoofd volgende opdrachten : 1° overleg plegen met de hoofdverpleegkundigen;2° overleg plegen met de artsen en paramedici binnen het ziekenhuis;3° overleg plegen met andere gezondheidswerkers;4° overleg plegen met de opleidingsinstituten. HOOFSTUK VIII. - Slotbepaling

Art. 10.Onze Minister van Volksgezondheid is belast met de uitvoering van dit besluit.

Gegeven te Brussel, 14 december 2006.

ALBERT Van Koningswege : De Minister van Volksgezondheid, R. DEMOTTE

^