Etaamb.openjustice.be
Koninklijk Besluit van 13 september 2004
gepubliceerd op 14 oktober 2004

Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 18 december 2000, gesloten in het Paritair Comité voor de beschutte werkplaatsen en de sociale werkplaatsen, betreffende het halftijds brugpensioen voor de niet-valide arbeiders, de mannelijke en vrouwelijke bedienden en kaders

bron
federale overheidsdienst werkgelegenheid, arbeid en sociaal overleg
numac
2004202798
pub.
14/10/2004
prom.
13/09/2004
ELI
eli/besluit/2004/09/13/2004202798/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

13 SEPTEMBER 2004. - Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 18 december 2000, gesloten in het Paritair Comité voor de beschutte werkplaatsen en de sociale werkplaatsen, betreffende het halftijds brugpensioen voor de niet-valide arbeiders, de mannelijke en vrouwelijke bedienden en kaders (1)


ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op de wet van 5 december 1968 betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités, inzonderheid op artikel 28;

Gelet op het verzoek van het Paritair Comité voor de beschutte werkplaatsen en de sociale werkplaatsen;

Op de voordracht van Onze Minister van Werk, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :

Artikel 1.Algemeen verbindend wordt verklaard de als bijlage overgenomen collectieve arbeidsovereenkomst van 18 december 2000, gesloten in het Paritair Comité voor de beschutte werkplaatsen en de sociale werkplaatsen, betreffende het halftijds brugpensioen voor de niet-valide arbeiders, de mannelijke en vrouwelijke bedienden en kaders.

Art. 2.Onze Minister van Werk is belast met de uitvoering van dit besluit.

Gegeven te Kos, 13 september 2004.

ALBERT Van Koningswege : De Minister van Werk, Mevr. F. VAN DEN BOSSCHE _______ Nota (1) Verwijzing naar het Belgisch Staatsblad : Wet van 5 december 1968, Belgisch Staatsblad van 15 januari 1969. Bijlage Paritair Comité voor de beschutte werkplaatsen en de sociale werkplaatsen Collectieve arbeidsovereenkomst van 18 december 2000 Halftijds brugpensioen voor de niet-valide arbeiders, de mannelijke en vrouwelijke bedienden en kaders (Overeenkomst geregistreerd op 9 februari 2001 onder het nummer 56414/CO/327)

Artikel 1.Deze collectieve arbeidsovereenkomst is van toepassing op de werkgevers en de werknemers van de beschutte werkplaatsen in het Waals Gewest die vallen onder de bevoegdheid van het Paritair Comité voor de beschutte werkplaatsen en de sociale werkplaatsen.

Onder "werknemers" wordt verstaan : de niet-valide werknemers en werksters, de mannelijke en vrouwelijke bedienden en kaders.

Art. 2.Onverminderd de kaderovereenkomst nr. 55 gesloten in de Nationale Arbeidsraad op 13 juli 1993 betreffende de toekenning van het halftijds brugpensioen en overeenkomstig de bepalingen hiervan, wordt het principe van de toepassing van een stelsel van conventioneel halftijds brugpensioen toegestaan in voornoemde sector voor het actieve personeel (met uitzondering van de langdurig zieken).

Art. 3.Deze collectieve arbeidsovereenkomst is van toepassing op alle werknemers in dienst bij de werkgever die hun activiteit voltijds uitoefenen in het raam van een arbeidsovereenkomst voor zover zij beantwoorden aan de leeftijds- en anciënniteitsvoorwaarden vastgelegd volgens de wettelijke bepalingen.

Art. 4.Voor de vermindering van de prestaties is een akkoord nodig tussen de werkgever en de werknemer. Dit akkoord moet geconcretiseerd worden in een geschreven overeenkomst in overeenstemming met de bepalingen van de wet van 3 juli 1978 betreffende de arbeidsovereenkomsten.

De betrokken werknemer moet, op het ogenblik van de halftijdse vermindering van zijn arbeidsprestaties, voltijds in dienst zijn bij de werkgever sinds ten minste 12 maanden en de leeftijd van 55 jaar bereiken tussen 1 april 2000 en 31 december 2000 en een beroepsloopbaan aantonen van ten minste 5 jaar in de sector.

Het aantal te presteren arbeidsuren door de werknemer vanaf de vermindering van zijn prestaties is gemiddeld gelijk aan de helft van het aantal arbeidsuren van een voltijdse werknemer in de onderneming.

Art. 5.De aanvullende vergoeding wordt berekend volgens de regels bepaald door de collectieve arbeidsovereenkomst nr. 55 van de Nationale Arbeidsraad van 13 juli 1993. Ze wordt bruto uitgedrukt, vóór elke sociale en/of fiscale aftrek.

Het bedrag van de aanvullende vergoeding wordt gekoppeld aan de evolutie van de index van de consumptieprijzen volgens de toepassingsmodaliteiten inzake werkloosheidsuitkeringen, in overeenstemming met de bepalingen van de wet van 2 augustus 1971.

Bovendien wordt het bedrag van deze vergoedingen elk jaar op 1 januari herzien op basis van de coëfficiënt vastgelegd door de Nationale Arbeidsraad volgens de evolutie van de lonen.

Art. 6.De halftijds bruggepensioneerde werknemer die ontslagen wordt, kan vallen onder het statuut van voltijds bruggepensioneerde als hij de vereiste leeftijd heeft bereikt op de datum van zijn ontslag, dit wil zeggen op de datum van de kennisgeving van de opzegging of de onmiddellijk verbreking van het contract.

Als hij de leeftijd van het brugpensioen op dat moment niet heeft bereikt, kan de opzegging slechts aanvatten op de eerste dag van de maand die volgt op die tijdens dewelke hij deze leeftijd heeft bereikt.

De regels inzake wettelijk ontslag zullen moeten worden nageleefd.

De aanvullende vergoeding ten laste van de werkgever en die aan de voltijds bruggepensioneerde moet worden betaald, zal berekend worden alsof hij zijn arbeidsprestaties niet heeft verminderd; daarom zal het brutoloon van de werknemer dat betrekking heeft op zijn halftijdse prestaties vermenigvuldigd worden met 2.

Art. 7.Om de lasten van de halftijdse brugpensioenen die kunnen worden toegekend te verdelen, hebben de sociale gesprekspartners beslist om het "Fonds de sécurité d'existence pour les entreprises de travail adapté en Région Wallonne" de verantwoordelijkheid te geven voor het toekennen of weigeren om de betaling op zich te nemen van de aanvullende vergoeding voor het halftijds brugpensioen en de eventuele sociale bijdragen tot het einde ervan (leeftijd waarop de halftijds bruggepensioneerde aanspraak kan maken op een pensioen of tot de datum waarop het contract afloopt).

Het is de bedoeling van de sociale gesprekspartners om deze doelstelling te verwezenlijken in het raam van een begroting van 5 miljoen BEF (123.946,76 EUR) per jaar. Zij verklaren dat de leden van de raad van beheer van het fonds in deze optiek zullen handelen.

Art. 8.De werkgever verbindt zich ertoe om het halftijds brugpensioen te gepasten tijde voor te stellen aan de werknemer die het recht heeft te weigeren of te aanvaarden.

Art. 9.De halftijds bruggepensioneerde zal vervangen worden volgens de wettelijke bepalingen.

Art. 10.Deze collectieve arbeidsovereenkomst treedt in werking op 1 januari 2001 en treedt buiten werking op 31 december 2002.

Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 13 september 2004.

De Minister van Werkgelegenheid, Mevr. F. VAN DEN BOSSCHE

^